Hoofdstuk 1 school

51 7 8
                                    

Pov Sam
Tring.. tring... To day a song i'm living to everthing. Ik gooi me wekker van me nachtkastje af. Ik doe mijn ogen weid ware open, omdat ik schrik van de harde knal van mijn wekker die dus nu waarschijnlijk stuk is. Ik kijk naar beneden. De cijfers staan precies 7:00. 'Dat ding doet het nog', denk ik. Ik wrijf een paar keer in me ogen en stap me bed uit. Ik heb me kleren voor vandaag al klaar gelegd gister avond. Een leuke blouse, met een skinny broek en Nikes.

Ik loop naar de badkamer. Om alvast een beetje gel in me haren te doen. Als ik de overloop op loop ruik ik een lekkere uitsmijter geur. Mijn aandacht trekt de geur en niet de badkamer. Dus loop ik naar beneden. Ik zie mijn moeder schuddend met haar kont het eten klaar te maken. Ik loop de keuken binnen als me moeder net ook begint te zingen. Ik kan me lach echt niet meer in houden. Gierend van de lach ga ik aan de tafel zitten. Mijn moeder kijkt me met een verontschuldigd gezicht aan. Waar door ik steeds harder moet lachen.
'Hoi mam', zeg ik nog steeds gierend van de lach.
'Hey zoon van me', zegt me moeder als ze met twee uitsmijters aan komt.
Ik weet niet hoe ze de uitsmijter heeft gemaakt maar het ruikt zó heerlijk...
Ik begin hap voor hap te genieten van de uitsmijter terwijl ik met mam klets.
'Heb je je huiswerk af voor vandaag', vraagt me moeder.
'Ja tuurlijk', zeg ik.
'Hoe maak je die uitsmijters?', vraag ik aan mam.
'Nou, omdat ik ben aangenomen in dat restaurant de kroon en ik wou even gaan oefenen', vertelt ze met een glimlach.
'Maar mam daar moeten we toch gaan vieren', zeg ik blij.
'Oké, oké naar school gaan we naar restaurant vijf sterren in Amsterdam!', zegt mam
'Blij omhels ik mama naar dat restaurant wil ik al zó lang heen', zeg ik.
'Nou en nu hup je klaar maken voor school', zegt mam.

Snel race ik de trap op. Doordat ik zolang heb gekletst met mam zijn we de tijd vergeten en is het al acht uur. Ik poets me tanden en doe wat gel in mijn haren. Ik kijk nog even in de spiegel en ga naar beneden. Ik smeer snel twee broodjes met kaas. Doe een flesje water in mijn tas. En een koek.

Ik loop snel de trap af. Ik geef mam een lucht kusje en ga weg naar school. Ik pak mijn fiets uit de garage en ga naar school. Ik ben ongeveer een half uurtje te laat.
'Dat wordt een telaat briefje', denk ik bij mij zelf.
Ik ga naar waar je een telaat briefje moet halen. Ik bedenk een smoes. Als ik klaar ben met het bedenken van een smoes dan klop ik op de deur voor dus dat 'te laat briefje'.
'Binnen', roept meneer Veld van de te laat briefjes dienst.
Die is in geen goede bui. Dus een te laat briefje kán ik wel krijgen.
Ik loop de kamer binnen. Ik krijg wel een beetje zenuwen. Wat als ik nou niet naar Amsterdam kan? Ik hou er nog positiviteit in en loop naar binnen.
'Ik wil een te laat briefje', zucht ik.
'En waarvoor?', zegt meneer Veld
'Mijn moeder is gesolliciteerd in restaurant de kroon. En we waren zó druk aan het praten over haar werk dat we de tijd waren vergeten. Geef me alstublieft geen te laat briefje want ik  ga voor het eerst naar Amsterdam naar een restaurant', zeg ik beteuterd.
'Oké vooruit geen te laat briefje maar ga nu vliegensvlug naar de les', zegt hij terwijl hij een weggaand gebaar maakt naar de deur.
'Dank u wel', antwoord ik. Ik ga naar de deur kijk nog achterom en knik nog even snel naar meneer veld.

Vrolijk zoals als een meisje ga ik naar de les. Ik heb les van mevrouw Jansen van Duits. Gelukkig een leuke lerares. Ik klop op de deur en ga zitten naast Stan me beste vriend.
Mevrouw Jansen zegt gelukkig niks. Ik ga verder met de les. Maar twintig minuten later gaat de bel al. De rest van de ochtend/middag gaat precies het zelfde.

Als de schooldag er op zit zie ik mijn moeder al met de auto voor de school staan. Ik pak mijn fiets uit de fietsenstalling en ga naar de auto van mijn moeder. Ik maak een gebaar naar mijn moeder dat de fiets in de achterbak moet. Gelukkig begrijpt ze wat ik bedoel en helpt me.

Onderweg naar Amsterdam krijg ik kriebelen in mijn buik. Ik ben zenuwachtig. Mijn moeder doet een beetje raar over het etentje. Ik denk dat ze een verassing heeft. Maar wat, geen flauw idee!

Als ik binnenkom in het restaurant schieten mijn ogen van links naar rechts. Ik heb ogen te kort om óver al te kijken.
Mijn moeder trekt me mee. Nu pas zie ik dat het halve restaurant naar mijn kijkt. Waarom? Alleen omdat ik kijk naar het restaurant. Maar als mam me mee sleept naar de plek bij het restaurant waar we gereserveerd hebben bij het raam word ik verassend blij. Op de tafel staat een foto van mam en ik. Ik heb geen vader gekend. En omg mijn favoriete zanger Bruno Mars staat voor mij.
Logisch dat alle mensen keken. Ik zie ook lekkere hapjes. Dit kan nog wel een lange avond worden. Een avond vol geluk met Bruno Mars, met eten, mam en natuurlijk het prachtige Amsterdam!

Jee het eerste hoofdstuk van dit boek. Al 927 woorden als eerste hoofdstuk. De bijna eerste zin dat liedje van Bruno Mars alleen beetje me fantasy er van gemaakt. Hoop dat jullie het leuk vinden. Vergeet niet te:

*Comment
*Vote

X Romy

Toen was ik een wolf....Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu