Hoofdstuk 1

133 7 1
                                    

(Pov Lucy)
We kwamen aan bij het nieuwe huis aan. Met 'we' bedoel ik: mijn vader, mijn moeder en ik. We stapten uit en liepen naar binnen. Alles stond eral. "Lucy ga maar je kamer bekijken." Zei mijn vader. Ik knikte en liep de trap op. Ik liep mijn kamer binnen. Het was lichtblauw geverfd en alle meubels waren wit. Ik glimlachte en liep weer naar beneden. "Vind je het mooi?" Vroeg mijn moeder. Ik knikte. "Als jullie het niet erg vinden ga ik even naar buiten om de buurt te verkennen." Zei ik. Ze knikten en ik liep het huis uit. Het was warm en daar kon ik slecht tegen dus zocht ik een plekje waar een beetje schaduw was. Ik had het gevonden en ging tegen de boom op de grond zitten. Tegen over mij waren er twee jongens aan het basketballen. Ik pakte mijn mobiel en deed mijn oortjes in. Net toen ik muziek wilde opzetten viel mijn mobiel op de grond door een bal die er tegen aan kwam. Ik schrok en keek op. Er kwam een jongen naar me toe gerend en hij zag dat mijn mobiel op de grond lag met een barst. "Oh sorry. Het spijt me. Dat was perongeluk." Zei hij. Ik stond op, pakte de bal en gaf het aan de jongen. Hij glimlachte. De jongen had blond haar en lichtbruine ogen. "Dankje. Eh.. Ik ben Jace." Zei hij en stak zijn hand uit. "Lucy." Ik schudde zijn hand.

"Mooie naam Lucy."

"Dankje." Zei ik en voelde mezelf blozen.

"Oh en nogmaals sorry voor je mobiel."

"Geeft niet. Ongelukje. Kan gebeuren."

Hij glimlachte naar me. "Jace kom je nog! Ik moet naar huis!" Hoorde ik iemand roepen. Jace draaide zich om. "Ja wacht even!" Riep hij terug. Ik lachte in mezelf. "Eh, ik moet gaan. Misschien zie ik je weer." Zei hij. Ik knikte. "Ik ga ook maar naar huis." Zei ik. Hij knikte en hij liep naar zijn vriend toe. Ik liep rustig naar huis.

Even later kwam er iemand naast me lopen. Het was Jace. "Hey." Zei hij. "Hi."

"Woon je ook hier in de buurt?" Vroeg hij.

"Ja, ik ben hier vandaag komen verhuizen."

"Leuk."

We liepen de hele tijd samen. We hebben gekletst en we hebben elkaar beter leren kennen. Hij is 15 en zit op dezelfde school als ik. Nouja waar ik naartoe ga omdat ik naar een nieuwe school moet. "Ik woon hier." Zei hij en wees naar de deur naast die van mij. Ik lachte. "Ik woon hier." Zei ik en wees naar mijn deur. "Gezellig. Hey Lucy, ik spreek je later."

"Is goed."

Ik liep mijn huis binnen en hij die van hem. Ik plofte op de bank en zette de tv aan.
__________________________
Heyy. Ik heb even een korte hoofdstuk gedaan gewoon als intro. Hoe vinden jullie het tot nu toe?? Ik kan niet zoveel gaan posten de komende weken omdat ik op vakantie ben dus dat gaat lastig maar ik probeer zoveel mogelijk te schrijvenn. XxxMe

Be mine (dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu