Deel 3: Niet lang meer. Claire's POV.

1.3K 14 12
                                    

Deel 3: Niet lang meer.

Mijn schuld… De woorden druppelen mijn hoofd in als een kraan die maar niet dicht wil. Ik moet haar helpen nu. Anders gaat ze alsnog dood. Snel kruip ik naast mijn vriendin op de grond. Haar ademhaling was heel erg kort en snel achter elkaar. Ze leefde nog, maar dat zou niet lang meer duren. Ik dacht snel na over mijn opties. Ik kon niet mee naar beneden nemen, de trap zou het niet houden en zonder dat ze zelf klom zou ik haar ook niet houden. Bellen dan maar.

Ik voelde in mijn zak maar mijn mobiel, maar de zak was leeg. Nu wist ik waar hij lag. Thuis, op het bureau in mijn slaapkamer. Ik moest snel naar iemand die wél zo slim was op een mobiel bij zich te hebben. In het bos kon ik lang zoeken. Er kwamen hier al weinig mensen, dus nu om half tien s’ochtends kon je al helemaal niemand verwachten. Ik kijk wel waar ik heen ging, ik moest gewon gaan zoeken. Ik trok mijn vest wat ik snel thuis had aangedaan uit en legde hem over Kate heen.

Toen ging ik snel de boomhut uit, klom naar beneden en zette hem op het lopen. Inderdaad, er was niemand te bekennen in het bos. Ik holde dezelfde route terug die ik heen had gelopen. Niemand. Jezus, wat was er mis mee om vroeg een bos wandeling te maken. Ik voelde me gebruikelijke sarcasme al weer opkomen. Oké Claire, niet nu. Kate ligt daar dood te gaan en als je niet snel iemand vind met een mobiel gaat ze eraan! De hele weg naar het pleintje was ik nog steeds niemand tegengekomen.

Eenmaal aangekomen op het pleintje zag ik de twee meisjes nog steeds op de wipkip zitten. Ik tikte een van de twee op haar schouder.

‘Meisje’, hijgde ik, ‘Waar is je moeder of vader?’.

 ‘Mama zit daar’, antwoordde ze en ze wees naar een blonde vrouw van in de dertig die op het bankje verderop een tijdschrift zat te lezen. Dat ik haar niet eerder had gezien! Ik riep snel iets wat leek op bedankt en holde snel naar de vrouw toe. Toen ze mij hoorde aankomen keek ze op van haar tijdschrift. Ik wist nu dat haar naam Marion was van de keer dat ik kinderpostzegels moest verkopen, ze woonde een paar huizen verderop.

 ‘Claire was het toch? Wat is er met jou aan de hand?’,vroeg ze. ‘Wilt u alstublieft 112 bellen en met me meekomen? Alstublieft?’. Ze keek me verschrikt aan. ‘Claire wat is er?’, en ze stond snel op. ‘Kate, mijn vriendin, ze ligt daar dood te gaan.’ ‘Ik kom met je mee Claire, even wachten!’. Ze holde naar een andere man en zei snel wat, waarop de man knikte. Marion liep snel weer terug. ‘Zo, die past even op Eva, waar is je vriendin’. Ik rende weg en ze ging achter me aan.

Toen we bij de boomhut waren klom ze behendig naar boven en ik ging direct achter haar aan. ‘Goeie god’, schreeuwde ze terwijl ze Kate’s verwondingen bekeek. ‘Ze moet meteen naar het ziekenhuis.’. Ze pakte haar mobiel uit haar jas en gooide hem naar mij. ‘Vind je het goed als ik je vest even gebruik?’. Ik schudde mijn hoofd een drukte 112 op de toetsen in. Marion scheurde mijn vest in repen om Kate’s wonden te verbinden. Een mannenstem klonk door het mobieltje.

 ‘112, Alarmcentrale. Zegt u het maar.’. ‘Hallo met Claire van der Berg, mijn vriendin was vermist en ik heb haar gevonden en ze ligt hier zo dood te gaan’, riep ik paniekerig door het mobieltje. ‘Rustig Claire, rustig. Waar ben je dan kan ik hulp naar je toesturen.’, zei de mannenstem zakelijk. Ja, hoe heette dit bos? Snel vroeg ik het Marion. Ze wenkte dat ik haar de telefoon moest geven. Ik gaf hem haar en ging naast Kate zitten.

‘Hou alsjeblieft vol Kate, voor mij.’, fluisterde ik in haar oor.

‘Marion de Graaf, we zitten in een boomhut in het Velserbos’, zei Marion tegen de man via de telefoon. ‘Dit meisje heeft meteen hulp nodig anders red ze het niet.’ Marion zweeg even. ‘Kate, Kate ehh’. Ze keek me aan. ‘Kate Stam’, fluisterde ik haar toe. ‘Kate Stam.’, zegt Marion tegen de man

. ‘Oké’, vervolgt ze een paar seconden later. Daarna klapt ze het mobieltje dicht. Ze kijkt me aan. ‘Kom op Claire, je moet nog even volhouden, ze zijn hier bijna. Doe het voor Kate’. Ze keek naar Kate, die nog steeds hijgend ademhaalt. Hoe kon dit gebeuren. Kate had helemaal niemand iets aangedaan. Dit waren het soort dingen die je op het journaal zag, maar nooit echt besefte hoe erg het wel niet kon zijn. Waarvan je dacht: “O, dat overkomt mij toch nooit”. En toch zat ik hier, naast Kate, samen met Marion, de laatste vrouw van wie ik ooit gedacht had hier te zitten. Ik kijk Marion aan.

 ‘Hoe kunnen ze ons hier vinden?’, vroeg ik haar. ‘Dit bos is mega, hoe kunnen ze weten waar de boomhut precies is?’. ‘Ze weten dat we aan de noordkant zitten en er zijn hier niet zoveel boomhutten. Wacht even, Claire, ze komen vanaf het speelpleintje. Ga daar heen en als je ze ziet neem ze dan mee hierheen. Dan gaat het vast sneller. Ik blijf hier bij Kate. Ik zal goed op har passen, dat beloof ik je.’. Ze stopte. ‘Ik ga meteen.’, fluisterde ik.

Snel kroop ik langs Marion en klom de ladder af. Ik had een soort déjà vu gevoel, alleen nu stond ik er beter voor. Ik holde het bos door, in de richting van het pleintje. Ik rende zo hard, ik lette niet meer op waar ik liep. Daardoor zag ik de boomwortel niet. Ik viel. ‘Kut!’, riep ik uit. Ik probeerde weer op te staan, maar mijn enkel deed zo’n zeer. Ik pakte de wortel vast en klom omhoog. Au! Zo hinkte ik verder. Gelukkig was ik al dichtbij het pleintje. Ik zag de eerste ambulance mensen het bos inlopen. ‘Hier!’, gilde ik. Een politie man zag mij en holde naar mijn toe. ‘Meisje, gaat het?’, en hij keek naar mijn enkel. Hij was helemaal rood geworden. Toen een van de ambulance mensen verband wilde pakken, wuifde ik het weg.

 ‘Jullie zijn hier niet voor mij, ik heb alleen een verzwikte enkel. Kate is daar. Loop die richting op zo’n 200 meter er je zal een boomhut zien. Marion is daar ook. Jullie moeten haar helpen. De ambulance mensen met een brancard volgde mijn routebeschrijving op net als de andere politievrouw, maar de agent bleef bij mij. ‘Henk de Gelder is de naam, jij moet Claire zijn?, vroeg hij mij. Ik knikte. ‘Het moet wel erg zijn om je vriendin zo te vinden.’, gaat hij verder. Ik knikte weer. ‘Jullie moeten degene die dit heeft gedaan wel vinden’, zeg ik. ‘We doen alles wat we kunnen, maar behalve de spuit hebben we geen dingen van de dader. ‘Het briefje!’,roep ik.‘Wat Claire, welk briefje?’, vraagt Henk. ‘In de boomhut, daar ligt het er staat op dat…’ Verder kom ik niet. Het geluid van stemmen en een brancard komen dichterbij. Ik zie Kate op de brancard liggen met een zuurstof zak en nog steeds met de repen van mijn vest op haar wonden. Er komt een tweede brancard naar ons toe. Een ambulance vrouw gebaart naar me. ‘Ga maar liggen’, zegt ze en ze wijst naar de brancard. ‘Behalve mijn enkel is alles goed met me’. ‘We nemen het zekere voor het onzekere, en bovendien kan jij niet zo lopen’. Henk helpt me op de brancard en als ik mezelf laat liggen voel ik mijn moeheid en spanning allemaal wegglijden. ‘Ga maar slapen hoor kind’, hoor ik de vrouw fluisteren. Met die woorden vielen mijn ogen dicht.

__________________________________________________________________

Eindelijk had ik tijd voor deel 3. Is het goed???? Pleazzzz coment en vote. Ik hoop dat jullie het leuk vinden. Ik denk dat het nog even duurt voordat deel4 komt, maar hij komt er zeker. Ik ga ook nog een ander verhaal doen duzz heb gedult.

FantasyGirl21

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jul 03, 2011 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Verraden (Dutch) (gepauzeerd)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu