Volgende dag werd ik vroeg wakker, omwille van die akelige gedachten. Ik zou graag mijn tv willen kapotslaan op dit moment. Maar, dat kan helaas niet. Ik bedoel maar, ik heb zo'n slappe armen dat ik niet eens een bromvlieg kan dood meppen. Ik ben slap. En dat ben ik altijd al geweest. Ik besloot door de stad te wandelen. De stad te verkennen. Dat was het enigste wat me niet deed denken aan Liam. Ik rende het huis uit en wandelde rond. Ik zag hoe de mensen gezellig aan het praten was, hoe kinderen samen speelden in het park, en hoe oude bejaarden rustig zaten te zitten op een houten bankje. Het was allemaal gezellig voor hun, maar voor mij duidelijk niet. Ik besloot hetzelfde te doen als de bejaarden. Ik ging op een bankje zitten. Opeens piepte mijn gsm in mijn broekzak. Het was Liam. Ik drukte af. Ik had geen zin in al die onzin vandaag. Dat was verspilling van tijd, en gevoelens. En Tom. Die zou ik graag uit deze stad kicken. Samen met Liam. En wat mij betreft, mag Lore er ook achterna rennen. Door haar denk ik aan Liam en automatisch ook aan Tom. Jeetje, wat zag ik in hun? Ik zag een spiraaltje van een gelukkige toekomst, wat nu blijkbaar geen toekomst bleek te zijn. En het ook geen geluk had. Een bende jongens, van ongeveer mijn leeftijd, kwamen naar me toe. Maar, ik had een slecht voorgevoel. Want, ze hadden een kwaadaardige blik in hun ogen. Ze waren dronken, ik wist het. "Hey meisje, heb je zin om met mij..." Voor hij zijn zin kon afmaken duwde ik hem van me weg. "Wil je ruzie gaan zoeken, meid. Wij zijn wel de bazen hier, hè." En de jongen voor de anderen, duwde me van het bankje. "Stop ermee, oele.wappers!", riep ik. Maar, dat was niet goed. Een stoere jongen greep me bij de nek vast. Ik wist dat dit mijn einde zou zijn. Had ik dat maar nooit gezegd. Hij bleef harder knijpen. Ik kreeg bijna geen lucht meer. Op dat moment kwam er een mooie jongen aangerend en gaf de jongen, die me bij de keel greep, een stomp en een boks in het gezicht. Ik viel bewusteloos neer. Ik kon wel nog zien. Maar, ik kon niks bewegen. En ik dacht op dat moment dat het mijn do.od ging worden. Ik kreeg nog steeds geen lucht binnen. De jongens liepen weg, nadat de jongen hun had aangepakt. Wat lief. Hij had mijn leven gered. "Hey, Ik ben Nicholas. Straks maken we kennis met elkaar, goed?" Zijn ogen waren nog mooier dan duizenden robijnen te samen. Goh, hij deed mijn hart sneller kloppen. Hij had juist net mijn leven gered, hoopte ik toch. Wat als ik het toch niet kon redden. Ik werd wakker. Ergens op een onbekende plek. Ik keek om me heen. Ik voelde dat er iets op mijn mond zat. En dat was ook zo. Een zuurstoffles. Ik was in het ziekenhuis. Het matras lag lekker comfortabel. En dat was alleen in een ziekenhuis. Naast me zat een tafel vol medicijnen. Niet voor mij, geloof ik. Iemand klopte aan. "Kom maar binnen", riep ik met een gebrekkige stem. Het was diezelfde jongen. Die me had gered. Ik kon hem niet genoeg bedanken. "Hey, nogmaals bedankt om mijn leven te redden, ik weet echt niet hoe ik je moet bedanken." "Je kan me bedanken door met mij een hele namiddag, straks, leuke dingen te gaan doen. Lijkt het je wat?" "Tuurlijk." "Ik wacht op je. Hoe heet je eigenlijk?" Laura. Jij toch Nicholas?" "Mooie naam. Ja, ik ben Nicholas.", glimlachte hij. Hij hield mijn hand vast. Alhoewel me het een raar gevoel gaf, ik voelde me toch goed. Hij keek me met een volle glimlach aan. Ik glimlachte terug. Enkele blosjes verschenen op mijn baby-roze wangen. Ik werd verlegen. Zijn lichtgroene ogen hielden me in bedwang. Er was iets tussen ons. Wat Liam of Tom niet hadden. Die glimlach, die dapperheid, dat karakter. Het had zo moeten zijn. Het voelde zo aan. We staarden elkaar vijf minuten verlegen aan. Totdat een verpleegster het moment verstoorde. "Oh, niet alweer een koppel. Zo is het al een week.", begon de verpleegster. "Uhm, verpleegster, we zijn geen..." "Ja, kunt u ons nog een minuutje alleen geven?", onderbrak ik Nicholas. Hij keek me met ondeugende ogen aan. "Sorry, dit heldengedoe kunnen jullie straks nog afmaken. Ik moet eerst wat bloed van afnemen, voor de zekerheid, en dan kunnen jullie samen nog lang en gelukkig, en vooral gezond leven" De vrouw had een boze blik in haar ogen. Dat maakte haar onbetrouwbaarder. Ik wacht op je in de gang, Laura." "Ok. Tot straks." Hij verliet de kamer. Ik zag hoe de verpleegster een prik nam. Maar, mijn angst werd groter, toen ze van een klein naaldje van de prik, een megagroot naaldje maakten. Ze kwam dichterbij. "Dit kan even zeer doen, op je tanden bijten, meid." Ik beet op mijn tanden. Maar, ik voelde niks. Op een gegeven moment zette de verpleegster het prikje weg. "Is het al gedaan? Zo snel al." "Ja, inderdaad. Sommigen, in dit geval jou, merken de prik niet eens op. Ren maar naar je liefje toe. Je mag gaan. Verlegen stapte ik de ruimte uit. Nicholas stond op. Hij zat eerst te wachten op een stoeltje in de wachtkamer. "Kom. Deze namiddag wordt geweldig." Hij greep me bij de hand. Gelukkig wandelden we hand in hand het ziekenhuis uit. Wat voelde ik me beter nu, joh. We glimlachten elke seconde naar elkaar. Dit ging iets worden, ik voelde het gewoon. Hij liet mijn hand geen enkele keer los. We liepen langs een suikerspinkraampje. Nicholas trok me er naartoe. "Wil je een blauwe of een roze?" "Roze." "Ok. Doe mij maar blauw." De man, die achter de suikerspinnen zat verstopt, gaf de blauwe en roze suikerspin aan ons. We liepen vrolijk verder. In de verte zagen we het reuzenrad. We renden er naartoe, we zagen dat het de laatste minuut was om in te stappen. We kochten snel tickets, en gingen in een karretje zitten. Het reuzenrad begon zich te bewegen. We keken elkaar blozend aan. Alsof we als vrienden plezier gingen maken. "Nicholas en Laura", wat klonken die namen toch goed bij elkaar. Dit hadden Tom en Liam nooit met mij gedaan. Liam, misschien één keertje. Maar, dat duurde vijf minuten omdat hij zijn geld was vergeten. Een mislukte poging, dus. Ik rilde. Hij zag het en trok zijn jas uit, en deed de jas bij mij aan. Dat was charmant van hem. Hij kwam dichter bij me staan en boog zich naar voor. Ik wist wat hij van plan was. Ik wilde het ook, dus deed ik hetzelfde. En op het moment dat we het wilden doen, was het te laat. Het was te laat. Het reuzenrad stopte met bewegen en mensen keken ons overweldigend aan. Alsof zij nooit in een reuzenrad hadden gekust. We wandelden verder. We kwamen leuke, en vooral, lekkere kraampjes tegen. We hadden veel gekocht. Ik was zelfs de tel even kwijt. Het waren koopjes dus, waarom niet? We wandelden maar, met telkens nieuwe spullen bij. We wandelden een halfuur vrolijk door de kraampjes, tot we bij mijn huis aan kwamen. We moesten gedag zeggen. "Mag ik je gsm-nummer?", vroeg hij. "Ja.", en ik gaf hem mijn nummer. Daarna gaf hij zijn nummer. We lachten vrolijk naar elkaar. Met een blozend gezicht, zelfs. Onze kus in het reuzenrad was dan wel mislukt, we hadden nu de kans om het recht te zetten. We gingen dichter bij elkaar staan. We bogen zich naar voor, met onze lippen gedrukt tegen elkaar. En het moment was aangebroken. Onze gevoelens voor elkaar, waren te groot. We bleven hier vijf minuten kussend staan. De mensen achter ons keken ons verbouwereerd aan. We mochten toch wel kussen, of hoe zat dat hier? We stopten even met kussen, en keken elkaar verliefd aan. Onze blauwe ogen keken elkaar aan. Bij Nicholas verscheen er een blozend glimlachje. Bij mij ook. Het was zo'n charmant moment. Dit zou ik nooit meer vergeten. Uiteindelijk moesten we elkaar gedag zeggen, helaas. Ik wuifde naar hem nog één keer en sloeg de deur dicht. Ik bloosde nog steeds. Ik moest er nog aan wennen. Dat gevoel. Mijn blosjes verdwenen maar niet. Ik keek op de wandklok, dat op dat moment op 22:00 sloeg. Tijd om te gaan slapen. Ik trok mijn pyjama aan en ging in mijn bed liggen. Ik staarde naar het plafond. Als Liam dat nu geweten had. Dat ik over hem ben. Dat zou pas leuk zijn. Mijn gevoelens voor Nicholas waren echt. Niet nep. En ik zou Nicholas nooit, maar ook nooit, bedriegen. Hopelijk zou hij het ook niet doen. Ik dacht na over vandaag. Het was een perfecte, geslaagde dag. Nog veel beter dan mijn mislukte date met Tom, of drie jaar lange relatie met Liam. Dat ups en downs kende. Ik probeerde te slapen, maar het was moeilijk. Liam kroop weer in mijn gedachten. Voor de achtste keer op rij. Ze zouden eens een "gedachtenwisser" moeten uitvinden. Dan zou het veel makkelijker zijn om je ex te vergeten. Ik probeerde het nog een keer. Tweede keer, betere keer. Nicholas kwam in mijn gedachten loeren. Ik voelde me beter. Uiteindelijk viel ik in slaap, na drie uren wanhopen. Ik werd met schrik wakker geduwd. "Wakker worden, schatje. Word toch wakker, het ontbijt ligt klaar." Het was een bekende stem. Het leek wel op die van Nicholas. Ik probeerde te zien wie het was. Het was Nicholas, die met een lieve glimlach naar me opkeek. "Ik ga me even naar beneden haasten. Doe jij je kleren maar aan en geniet van een verrassing". Ik wilde net vragen wat voor een verrassing, maar hij denderde de trap af. Hoe zou hij hier binnen geraakt zijn eigenlijk? Dat was onverwacht en nog eens raar. Na vijf minuten haastten ik me naar de ontbijttafel. Bij het eerste zicht van het ontbijt, viel mijn mond wijd open. Het was grandioos heerlijk. Er lagen veel soorten kazen, op tafel. Samen met allerlei ingrediënten voor het ontbijt. Het tafelkleed had een lichtblauw geruite patroon. De borden, waarop het eten lag, glansde erg. Nicholas keek me vragend aan. "En? Ben je tevreden?" Ik glimlachte. "Ja, heel erg" Hij deed mijn hart sneller kloppen. Hij staarde me vrolijk aan. Ik voelde me er raar bij, maar aan de andere kant kreeg ik er ook een gelukkig gevoel van. Nu maar hopen of dit gevoel wel ging blijven. Het maakte me gelukkig. En onze voormalige gevoelens voor elkaar ook. Hij bleef staren naar me, totdat er iemand op de deur bonkte. Waarom bonkten ze toch? Ooit van "aanbellen" gehoord? Blijkbaar niet. Maar, ik liet het gewoon. Ik deed de deur op een kiertje en liep terug naar de ontbijttafel. Ik ging zitten. Ik keek naar Nicholas. Hij keek terug. Opeens draaide hij zijn gezicht naar degene die binnenkwam. Ik was wel benieuwd naar diegene, dus ik draaide me om, en bekeek de persoon. "Wat?! Dit kan je toch niet menen..." Het was Liam. Ik kon het weten. Want, elke dag zag ik hem. Nicholas deed me schrikken met zijn woorden. "Hey Liam, kom er maar bij zitten." Nicholas wist zeker niet dat hij mijn ex was. "Uhm, Nicholas, dit is een mis..." Liam onderbrak mijn zin. "Ik ben de ex, waarover zij het heeft gehad, denk ik toch." "Oh, het spijt me zo. Dat wist ik nog niet." Hij had een nep excuserend gezicht, dat zag ik. "Nicholas, kan je ons even alleen laten?" "Tuurlijk, ik heb alle tijd..." Hij sloeg de deur achter zich, en rende halsoverkop naar de logeerkamer, die op de tweede verdieping, lag. Het moment om alles aan Liam te vertellen. "Zo...Liam, er is geen hoop meer voor ons, maar wel voor..." "Voor wat?" "Voor vriendschap." "Echt? Is goed, maar kan het ooit iets meer worden? Zoals vroeger? Goh, ik mis die tijden." "Ik ook. Voordat je me bedroog." "Waarom?" "Waarom wat?" "Waarom beschuldig je me toch heel de tijd?" "Ach, ik weet het niet. Misschien omdat je ook schuldig bent, voor dit?" "Ja, maar..." "We houden het op pure vriendschap. Niets meer, niets minder." "Ok...", zij hij met een zucht. Nicholas stormde binnen. "Zo, hoe gaat het hier?" Hij deed me denken aan Tom. Tom die me liet stikken op een date. "Ik denk...dat ik maar eens ga, daag!" Op dat moment besefte ik, dat ik al thuis was. "Nee wacht, jullie moeten gaan. Hup, aarzel niet en verlaat mijn domein." Ze wandelden het huis uit. Mijn moment om even rust te hebben. Misschien was Nicholas toch niet zo onschuldig en aardig, als ik dacht. Misschien was hij zoals Tom en Liam. Dit was niet voorbestemd. Maar, ik bleef hem nog steeds dankbaar. Hij had mijn leven gered, door hem leef ik nog. Of,...Wat als dit gespeeld was? Dat hij "zogezegd" mijn leven kon redden, en mij dan kon scoren. Als hij dat dacht, was hij gewoon zielig. Ik ben moeilijk, dat weet Liam maar al te goed. Misschien zou Nicholas eens wat raad kunnen krijgen van Liam, van wat je bij mij totaal niet moet proberen. Het is niet eens een keer waard. En die snode versierplannen werken niet eens. Algauw was de nacht in zicht. Ik rende de trappen op, met mijn zachte pantoffels. Ik plofte me neer op bed, en bekeek de foto met Liam aandachtig. Die leuke tijden, die schattige complimenten, ik miste het. Ik miste alles. Hoe het vroeger was, daar kon je geen woorden voor vinden. Het was gewoon, perfect. Die leuke herinneringen zullen me altijd bij blijven. Die gezellige momenten samen, onze snackcompetities. Onze snackcompetities leken misschien kinderachtig, maar het was leuk. En dat was het belangrijkste. Dat we het niet tegen onze zin deden. We lieten de kritiek van anderen ook niet bij ons hart. We deden wat we wilden, zo ging dat. Misschien zou er ooit een "Laura en Liam", terug bestaan. Maar nu...Nu moet ik niet aan het verleden denken. Ik moet denken aan de toekomst en het heden. Ik probeerde mezelf in slaap te dommelen, maar het leek niet te werken. Ik besloot mijn "Beautyful Creatures" boek, uit de la van mijn nachtkastje te halen, en me verder in de wereld van fantasie te bevinden. De emoties waren goed beschreven. Ik bladerde naar het hoofdstuk waar ik was gebleven. Dit boek hielp me altijd in slaap te vallen. Ik bekeek het hoofdstuk. Ik was bij hoofdstuk 14. Ik begon te lezen. Algauw sloten mijn ogen automatisch, en viel ik in slaap.