'Vriesblad?', vroeg Rookpoot wanhoopig. 'Je...word...nooit krijger..., Rookpoot..', vertelde Vriesblad haar hijgend. 'Wat?! Vriesblad, dat meen je niet!', riep ze uit. Hijgend viel hij neer. Waarom niet?, jammerde Rookpoot. Daarna viel ze, in het medicijnkat-hol in slaap.
Toen ze wakker werd, was in hun mistig Clankamp. Ze zag een witte kater, een leerling, Kristalpoot. Hij vermeed haar aan te kijken. Wat had ze gedaan? Waarom? Waarom hij ook al? Iedereen deed raar. 'Rookpoot. Je klauwen zijn krom geraakt in een gevecht en je oor gescheurd. Daarom had Donsster het geniale idee- Kristalpoots stem zat vol frustratie en sacrasme-om jou, een sterke leerling waneer er nood is aan krijgers, medicijnkat leerling te maken', miauwde Kristalpoot.
Ik?!, dacht Rookpoot, dat ìs wel een eer maar toch... ze wou krijger zijn niet... 'Ga naar Traanvlek je nieuwe mentor, ze wil je spreken', zuchtte hij. Ze rende naar het medicijnkat-hol.
'Jeneverbes smaakt vies!', hoorde ze Botkit, haar zusje uit Schaduwpels' tweede nest. 'Ha, Rookpoot!', groete haar mentor. 'Euh, eigenlijk help die troep wel, maar die smaak, bah! Doe mij maar een muis!', klaagde Botkit. Ze rende naar haar moeder. Buikpijn, vermoede Rookpoot. Dan wist ze tenminste wel iets.
'Je weet het, nietwaar? Het spijt me. Ik had ook Krijgersdromen, maar Donsster vind dat als medicijnkat je keuze was, we er nu geen hadden. Ze haat medicijnkatten omdat ze wijzer dan haar zijn. Daarom wil geen kat er een zijn. Ik verloor mijn dromen, mijn moeders vertrouwen, en de kans ooit leider te zijn om de Clan beter te leiden.
Maar nu weet ik, hoe stom het was dat ik de Clan wou leiden, Donsster is...een goede le... leider', zuchtte Traanvlek. Rookpoot knikte kort. 'Behalve haar onnodige haat voor medicijnkatten', snoof Rookpoot. 'Ze is gek, maar niet slecht...bedoelt...ik... het is moeilijk respect voor haar te hebben', probeerde Traanvlek.