Ik weet dat het fout is maar toch doe ik het.
Ik ga nog even naar het toilet hoor ik haar zeggen.
Ze loopt naar binnen en gaat een wc hokje binnen.
Ik loop mijn hokje uit en wacht bij de wasbakken.
Ik zie haar uit haar hokje komen en haar handen wassen.
Ik pak het doekje met verdovings spul en hou het bij haar neus.
Ze valt neer.
Snel neem ik haar mee door de andere toilet uitgang.
Ik roep heel zachtjes "daan ze is er."
