Bas bracht de drie cocktails op een dienblad de kamer binnen.
"Zo te zien heb je er op geoefend," zei Frank. Hij nam gretig een van de glazen over en zette zijn lippen tegen het glas. "Smaakt niet gek."
"Hij kan misschien nog iets roder, iets bloediger, maar het ziet er niet verkeerd uit. Leuk, die zwarte rietjes," zei Daphne.
"Ik heb mijn best gedaan. Volgende keer ben jij aan de beurt, Frank."
Frank lachte. "We kunnen onderhand wel een clubje oprichten. Het Bloody Mary clubje."
Ze hadden de hele avond achter de spelcomputers van Bas doorgebracht, zoals ze wel vaker deden op zaterdagavond. Het was nu elf uur. Tijd voor een borrel, vonden de jongens.
"Als jullie straks maar helpen met het wassen van die glazen. Mijn vader vermoordt me als hij er achter komt dat ik aan zijn wodka heb gezeten." Gelukkig waren zijn ouders naar een feestje en verwachtte hij ze voorlopig nog niet terug.
"Geen probleem," zei Frank. Hij liet zich achterover op Bas' bed vallen en nipte tevreden van het drankje. "Toch vreemd. Ik vind die tomatenzooi normaal niet te zuipen. Maar een beetje alcohol doet wonderen!"
Daphne dronk wat minder gulzig.
"Wisten jullie trouwens dat Bloody Mary meer is dan alleen een cocktail?" zei Frank ineens. Hij had zijn glas al half op. Bas was er soms jaloers op zo snel als zijn vriend kon drinken.
"Ja, ik heb wel eens zoiets gehoord," zei Daphne. "Was ze niet een koningin in Engeland of zo?"
Frank haalde zijn schouders op. "Zoiets ja, maar ik bedoel meer het duistere verhaal van Bloody Mary." Hij maakte een griezelig gebaar met zijn handen en liet zijn stem trillen.
"Is ze niet een spiegelheks?" vroeg Bas. "Volgens mij heb ik daar laatst nog een reportage van gezien op televisie."
"Inderdaad," zei Frank. "Het schijnt dat je haar op kunt roepen, voor de spiegel. Als je haar naam noemt, een keer of wat, verschijnt ze."
"En dan?" vroeg Daphne.
Frank haalde zijn schouders op. "Dan niks," zei hij. "Weet ik niet. Ik heb wel eens verhalen gehoord dat meisjes gillend de badkamer uit zijn gekomen, met uitgekrabde ogen en zo..."
"Hè gatver! Frank, houd op!"
"Hier heb ik het al," zei Bas. Hij was achter de computer gaan zitten en had een of andere duistere pagina tevoorschijn getoverd van het internet. "Bloody Mary... een gevaarlijke entiteit" – hij fronste zijn wenkbrauwen – "die middels een spiegel en het uitspreken van haar naam op te roepen is..."
Frank kwam overeind en liep naar de computer toe. Hij nam een slok van zijn cocktail, die nu bijna leeg was. "Precies," zei hij en tikte met zijn vinger op het beeld. "Zorg ervoor dat het zo donker mogelijk is, zet twee kaarsen naast de spiegel en roep haar naam drie tot dertien keer..."
"Je neemt dat toch niet serieus?" vroeg Daphne wegwuivend. Maar in haar stem klonk een spoortje van angst.
"Probeer jij het?" vroeg Frank weerleggend. "Ik geloof die bullshit ook niet, maar het lijkt me beter om er niet mee te spotten."
Er verscheen een glimlach op haar gezicht. "Nee, nee, Frankie," zei ze. "Volgens mij ben je gewoon bang!"
"Wat nou?!" Frank stak verwerend zijn handen in de lucht. "Die onzin? Daar laat ik me niet door afschrikken!"
"Maar het uitproberen doe je ook niet," zei Daphne honend. "Zie je wel Bas, precies wat ze op school zeggen! Een grote mond, maar een klein hartje. Annemieke zal nog raar opkijken als ze dit van je hoort..."