#deel 1
Boos ga ik zitten op de zachte vloer en maak het mezelf gemakkelijk. Al die vlinders en er komen er alsmaar meer bij. Ze duwen me haast plat. Straks is er niet eens meer plaats voor de ouderen. Ik zit er al ongeveer vier maanden, en al die piepjonge vlindertjes die helemaal niks anders kunnen zeggen dan altijd hetzelfde, die hebben veel minder ervaring en toch worden ze toegelaten.
Ik heb tenminste een mooie gedachte. Ha.
Geen enkele vlinder is zoals ik. Ik ben de enige met die gedachte, want ik had het al zovelen gevraagd en allemaal keken ze verbaasd toen ze het hoorden. Ik bevat de ultieme droom die niemand heeft en hij ìs mooi. Maar dat vertel ik allemaal later wel.
Ik zuchtte diep toen een nieuwe stroom vlinders binnenkwam via de deur. Oh jee, wat heeft ze nou weer gedaan waardoor dat gebeurt. Konden we er maar voor zorgen dat hij uit haar buurt blijft.
''Vlinder-alarm!''
Een luid alarm gaat af en ik spring meteen recht. Dit alarm is het teken dat er teveel vlinders binnenkomen en dus moeten wij ze gaan 'kalmeren' of beter gezegd gewoon buitenwerken. Ik klim richting haar hoofd en demp de gedachten over Toby. Zo, dat is beter. Ik zucht. Het wordt steeds moeilijker ze te dempen. Ik was al vaak bang dat haar buik ooit nog eens zou ontploffen door al die vlinder, maar ze lijkt er niets van te voelen.
Ik slenter terug naar mijn oude plekje in het hoofd. Het is er best gezellig. In de buik is het vaak veel te druk. De vlinders zijn daar veel te kriebelig. Ik plof neer op de grond en vraag me af of ik het teveel aan vlinders niet gewoon uit haar hoofd kan halen. Maar ik weet dat dat ingewikkeld is en moeilijk, het zou maanden duren en veel schieten we er toch niet mee op als het zo doorgaat.
#deel 2
Nerveus wacht ik op het volgende ''vlinder-alarm''. Maar er komt niets en ik ben opgelucht. Sommige dagen gebeurt het om de haverklap en wanneer ze eindelijk gaat slapen zijn we zelfs te moe om haar over hem te laten dromen. Terwijl dat net mijn specialiteit is. Dromen.
Want zo ben ik hier ook gekomen.
Jeetje, als ik begin te rijmen ben ik er wel zeker van dat ik nu al ontzettend moe ben. Hopelijk blijft het rustig vandaag. Zou het een schooldag zijn, of had ze een dag vrij? Er zijn meer alarmen op een schooldag. Vandaag zijn er al drie alarmen geweest en het zou nu zo ongeveer rond de middag moeten zijn. Vaak is het dan erg druk en kan ik het lawaai bijna tot in het hoofd horen. Blij dat ik dan niet in de buik hoef.
Maar nu is het stil, dus wellicht heeft ze een vrije dag en zit ze over hem te dagdromen of misschien denkt ze weer dat hij voor haar deur zal staan met een witte roos en chocolaatjes. Dat heeft een jonge vlinder me eens verteld. Het wordt steeds rustiger in het hoofd en er blijven niet veel vlinders meer over. Nu het rustig is, hebben ze even tijd om te slapen voordat het volgende alarm komt. Wij vlinders hebben niet zo vaak rust. We moeten goed met elkaar overleggen en bewakers uitkiezen voor het alarm. Te veel vlinders kunnen gevaarlijker zijn dan de meesten denken.
Ik bedenk net dat het wel erg handig zou zijn als hij ook op hààr verliefd is. Oké, er zouden nog steeds veel vlinders zijn, maar in ieder geval minder dan nu. Nu lijkt het net een hoogtepunt. Natuurlijk, de kerstdagen. Wie droomt er dan niet van een jongen die ze onder een mistletoe zou kunnen kussen? Kon ik maar communiceren met de vlinders in zijn hoofd - als hij er al heeft - en voor wie ze dan wel bestemd zijn. Ja, dat zou echt handig zijn.
#deel 3
Met die laatste gedachte in mijn hoofd besluit ik naar de ouderen te gaan. Wie weet lukt het hen wel te communiceren met andere vlinders of misschien... heel misschien... kunnen we ervoor zorgen dat ze iets zegt waardoor we meer te weten komen. Maar het zal hoe dan ook moeilijk zijn. Niet alleen voor òns.
Ik hoef niet ver te lopen naar de ouderen; ze leven net als ik in het hoofd en hebben de belangrijkste gedachten en informatie bij. Met hen is het ook allemaal begonnen. Nog steeds vergaren ze nieuwe informatie uit jonge vlinders. Ik weet nog precies hoe dat gaat. Als je aankomt, beland je meestal in het hoofd en dan moet je jezelf gaan 'inschrijven' bij de ouderen. Je vertelt wat je gedachte is, over welke informatie je beschikt, en zo komen zij meer te weten over wanneer de alarmen er precies zijn, hoelang ze duren en welk soort vlinders er dan ontstaan. Heel handig. Maar we hebben nog veel meer middeltjes dan dat.
Aan de hand van je gedachten en informatie wordt je plaats in het lichaam bepaald. De voornaamste plaatsen zijn het hoofd en de buik. De buik is zoals ik al eerder zei het drukst omdat er veel vlinders voor nodig zijn een 'effect' te bereiken. Ik heb er al vaak over nagedacht of Mees dat nou wel zo leuk vindt, maar ach. Als ze kon communiceren met ons had ze dat al lang gedaan, en wìe heeft ervoor gezorgd dat wij hier zijn gekomen? Zij natuurlijk. Ze heeft het zelf in de hand, als ze ons weg wil dan moet ze daar ook zelf voor zorgen.
En dan komen we bij het hoofd, wat ik de allerfijnste plaats vind om te wonen. Het kan er erg druk zijn en je taak kan zwaar zijn, maar tien keer liever dat dan in zo'n drukke plaats - zonder rust - te leven. In het hoofd heb je meer gedachten en informatie dan in de buik. Daar kennen ze maar één taak en dat is 'voor het effect zorgen' zoals zij het noemen. Poeh, ik hoop dat ik me nooit hoef te verlagen tot hun niveau.
Maar ik had het over het hoofd. Hier gebeurt alles. We kunnen gedachten bepalen (ik zei al eerder dat we dromen kunnen manipuleren) en dat proberen we zo vaak mogelijk in haar voordeel te doen. Alleen werkt dat niet altijd. Hier hoor je het alarm vaak genoeg om dat te begrijpen. We hebben echter één grote zwakte en dat is dat we informatie niet kunnen wissen. Het zou zoveel handiger zijn. Soms is het echt vreselijk. Soms wou ik dat ik tegen haar negatieve gedachten kon schreeuwen dat ze zich niet druk hoeft te maken en dat hij haar heus wel leuk vindt en dat ze niet zo hyper hoeft te zijn - met momenten. Het is triest als je haar negatieve informatie bekijkt. Misschien heeft ze er wel meer dan positieve.
Er moet iets gebeuren, dat is een feit.
En dus versnel ik mijn pas om zo snel mogelijk bij de ouderen te zijn, die zoals altijd druk in de weer zijn met de vlinders die toch door de alarmdeur zijn gekropen.
#deel 4
Van een afstand kijk ik naar de ouderen. Het zijn er drie: de Professor (die de informatie probeert te gebruiken voor onderzoek), de Secretaris (die de nieuwe vlinders inschrijft, maar soms is het zo druk dat de anderen hem helpen) en de Moeder (die alle jonge vlinders de basistechnieken van het vlinder-zijn leert). Ik zie de Moeder al van op een afstand naar me zwaaien. Ze heeft het nooit erg druk, behalve met de allerkleinsten, omdat die de enigen zijn die niet echt zelfstandig zijn. Ik zwaai terug en loop naar haar toe, maar ik weet dat ze me niet echt zal kunnen helpen met mijn vraag. Daar heb ik de professor voor nodig.
''Weet je het al?'' roept moeder me vrolijk toe. ''De professor heeft nieuwe informatie ontdekt in de nieuwe lading vlinders. Het is fantastisch!''
''Hoezo?'' vraag ik. Ik snap niet wat er fantastisch is aan een bende dreumessen die niet zo'n mooie gedachte hebben als ik, geen belangrijke informatie bezitten en dus meteen de buik in vliegen. Maar moeder kijkt nu echt zo blij dat ik me onwillekeurig afvraag of er misschien een tweede vlinder is met dezelfde informatie als ik. Ze grijpt mijn arm vast, kijkt me glunderend aan en dempt haar stem: ''Ze heeft het hem gezegd! Ze heeft het eindelijk gedaan!''
''Wat?'' vraag ik verbaasd, want ik snap echt niet waarover ze het heeft.
''Ze heeft hem gezegd dat ze hem leuk vond!''
Ik ben nu zo verbaasd dat ik op de grond donder met moeder ,erbij, want die had mijn arm natuurlijk vast.
''Ik heb nochtans helemaal geen vlinder-alarm gehoord,'' is het enige wat ik kan uitbrengen.
''Gekkie, er waren er ook niet zoveel vandaag. Weet je wat dat betekent? Dat we het eindelijk rustiger gaan krijgen vanaf vandaag! Snap je dat wel?''
Maar ik schud bedenkelijk mijn hoofd.
''Kom op, je zou dolenthousiast moeten zijn! Het is nu vast niet meer zo moeilijk haar gedachten te dempen en wie weet komt ze er dan wel vanaf! Het is vast al verminderd door wat ze nu weet!''
''Ja, wat ze nu weet,'' herhaal ik. ''We weten toch helemaal niet wat hij geantwoord heeft?''
Het gezicht van moeder gaat van pure blijdschap naar intense droefheid en uiteindelijk geeft ze toe. ''Dat is waar.''
''Werk aan de winkel,'' zeg ik zangerig.
#deel 2