"Daantje opstaan!" riep Daantje haar moeder terwijl ze enthousiast de gordijnen open trok. "Kijk nou, je eerste ochtend in het nieuwe huis." "Hoe heb je eigenlijk geslapen?". "Ohh mm" mompelde Daantje, die absoluut niet hield van wakker gemaakt worden terwijl je ook heerlijk zou kunnen uitslapen. Ze draaide zich weer om en trok de deken over haar hoofd heen. "Nee daantje, we gaan zo met z'n allen ontbijten." zei haar moeder. "He, daan, toe nou." Haar moeder trok de deken van haar af. "Zo, even douchen en dan zo aan tafel?". Wakker maken was een ding, maar ook nog de deken eraf trekken, dat ging echt te ver. Vooral als je net wakker was gemaakt, bah, dacht Daantje. Toch kroop ze langzaam uit bed en begaf zich naar de badkamer. Zou de douche hier net zo lekker zijn als in het oude huis?
Daantje liep de gang door, op weg naar de keuken. Raar eigenlijk, dacht ze, in het oude huis moest ze eerst de trap af voordat ze naar de woonkamer of keuken kon, maar hier was het allemaal op de begaande grond. Nouja, kan ik tenminste ook niet met mijn duffe hoofd van de trap af vallen, en ze gniffelde bij de gedachte, omdat dat haar ooit wel een keer was overkomen.
"Helemaal wakker?" Daan haar moeder was nog enthousiaster als toen zij in haar kamer stond. Ze legde gekookte eieren in een mandje op tafel en haalde de broodjes uit de oven. Het viel Daantje meteen op dat haar moeder een soort klus-overall aan had. "Eh, mam" Daantje wees naar haar overall. "Ga je klussen ofzo?" En Daantje keek haar moeder aan alsof die niet goed bij haar hoofd was. "Oh nee, ik ga alleen de klussers die straks komen vertellen wat ze moeten doen. Maar ik wil geen luie indruk bij de buren maken". Oh dus, dacht Daantje terwijl ze haar wenkbrauw zo ver omhoog trok dat het net leek alsof ze haar blonde haren gingen raken. Daantje had haar moeder nog nooit iets zien doen wat met klussen te maken heeft. Zelfs voor een kapotte lamp zou ze nog hulp inroepen. Gelukkig is er dan nog haar vader, die dan met trillende benen op een trapje staat om het lampje te vervangen. Nee, echte klussers zijn haar ouders niet, meer mensen die doen alsof ze klussen terwijl ze het ondertussen door anderen laten opknappen. Daantje is anders, zij houdt juist heel veel van klussen, van wilde dingen, van vies worden en van alles wat onder het kopje kattekwaad valt.
"Mam, ik ga de buurt even in hoor" roept Daantje haar moeder toe terwijl ze haar jas aantrekt. "Ja ho eens even, welke buurt en hoe weet je dan weer de weg terug?" haar moeder holt haar achterna alsof ze zojuist heeft gezegd dat ze voorgoed weggaat ofzo. "Mam, ik beloof je dat ik de weg terug kan vinden. En anders vraag ik het aan mensen." antwoord ze om haar moeder gerust te stellen. "Oke, en wat ga je die mensen zeggen dan? Vertel mij eens op welk adres we nu wonen? vraagt haar moeder haar. "Ja dat is simpel, dat is.. even kijken. We zijn nu in .. Dus dan .." Daantje kijkt beteuterd naar haar moeder. "Oke mam ik weet het niet, maar als je mij een briefje mee geeft met het adres er op dan zal ik het zeker terugvinden!". "Oke" en Daantje haar moeder maakt een briefje klaar. Het lijkt wel of ze ook alle in-geval-van-nood-gegevens erbij zet, want het duurt aardig lang. Haar smalle gebruinde vingers razen razen samen met de pen over het papiertje, terwijl haar bruine lange haren heen en weer wapperen van inspanning. "He he" zegt Daantje als haar moeder haar eindelijk het papiertje geeft "Dat duurde lang". Op het papiertje bevind zich inmiddels een hele plattegrond van dit huis en hoe de andere straten eruit zien. Daantje lacht als ze het ziet en geeft haar moeder een kus "Geen zorgen mam, wees blij dat ik geen peuter meer ben en goed kan praten. Ik kom huis weer terug.". Moeders, denkt Daantje als ze wegloopt. Aan de ene kant wil je ze wurgen omdat ze zo bezorgd kunnen zijn, maar aan de andere kant wil je ze altijd bij je hebben omdat ze zoveel om je geven.
Daantje loopt het pad af en ziet zoveel bomen, gras, tuinen en heggen. Zoveel waren er in de grote stad echt niet. Daar had je een tuin voor de hele wijk. Daantje loopt naar de overkant, waar zich een grote boederij bevindt. Ze loopt de houtwal op en blijft daar een poosje, veilig achter een boom, staan kijken naar de bedrijvigheid. Daantje is een stoere meid, maar zomaar op vreemden afstappen is niet echt haar ding. Ze kijkt liever, de kat uit de boom. Of beter gezegd in dit geval: Daantje uit de boom, want Daantje is, zoals Daantje altijd doet als het even kan, in de boom geklommen. Ze is niet bang om te vallen, dat is ze nooit. Ze zoekt een stevig plekje op in de boom en bekijkt vanaf daar het hele terrein. Ze ziet paarden in een weiland, terwijl er meisjes op aan het rijden zijn. Ze ziet tractoren in een grote schuur aardappels verplaatsen. Ook ziet ze allemaal mannen in blauwe overalls om een tafel zitten, ze zitten soep te eten. Grappig, het lijkt of ze allemaal dezelfde houding hebben en precies hetzelfde doen. Ook ziet ze een jongentje, waarschijnlijk net iets jonger dan zijzelf. Hij is bezig met het vervoeren van pallets. He, waar zouden die pallets naar toe gaan... "Hoo, auw, oh nee, heh" Daantje leunde te ver naar voren om te zien waar de pallets heen zouden gaan en nu valt ze van tak naar tak naar beneden. "Oh help, auw". Ze beland onderaan de boom en hoopt maar dat niemand haar gezien heeft.
"Heb je je pijn gedaan?" De jongen die ze net zag helpt haar omhoog en kijkt haar aan. Verdorie, ze had nog wel zo gehoopt dat niemand haar gezien zou hebben. De jongen is buiten adem, blijkbaar is hij op het geluid afgerend. Ze kijkt de jongen aan, hij heeft een vriendelijk gezicht met donkere ogen en bruin kort haar. "Nou nee" liegt ze terwijl ze over haar rug heen wrijft. "Wat deed je eigenlijk in die boom? Vraagt de jongen aan haar. Ja nu moest ze toch echt wat anders bedenken dan toegeven dat ze aan het kijken was wat iedereen hier doet. "Nou ehm, ik was even benieuwd... ik was benieuwd of de bomen in een dorp net zo fijn klimbaar waren als in de stad." Ze bloost en kijkt hem lachend aan. "Oh is dat zo, en?" vraagt de jongen haar. "En wat?" antwoord Daantje. "Klimmen ze net zo fijn als in de stad?" vraagt de jongen haar. "Oh, ja, ja dat wel ja". Daantje voelt zich betrapt, maar gelukkig schieten ze allebei in de lach.