1. Trek ik ongeluk aan?!

86 6 9
                                    

Ergens in Engeland, in een dorpje vlak bij London, is het tijd. Tijd om te ontwaken, om te zien hoe alle tovernaarskinderen hun brief zullen ontvangen. De zon begint op te komen, warme rode tinten en licht doordrenken de ramen van hun schoonheid. Licht sijpelt in straaltje langs door gordijnen en schijnen recht in het gezicht van een meisje. De blonde haren van het meisje liggen verspreid over haar kussen. Een zwarte kat met een schattig vlekje boven zijn mondje, ligt opgerold naast haar, diep in slaap. Door het open raam vliegt een uil naar binnen met een briefje aan zijn sneeuwwitte poot. Haar vleugels klapwieken elegant, dan landt ze op het rommelige bureau. Het meisje draait zich om, waardoor de kat van bed valt. Het dier schrikt wakker en kijkt bos naar het slapende meisje. Langzaam laat hij zich op zijn pootjes zakken, hij houdt het meisje in de gaten en dan... Hij springt met een enorme kracht, helaas draait het meisje zich weer net om, waardoor de kat niet tegen haar schouder beukt, maar tegen de muur. Het meisje schrikt wakker, geeft een gil waardoor de uil in paniek door de kamer vliegt, de ochtend is begonnen voor Samantha Shephard.

"Snorretje?! Ben je oké?" Bang hou ik het katje in mijn armen, terwijl ik het overal kusjes geef.

"Sam! Waar komt al die herrie van?!" Mijn vader komt binnen in zijn eendenbadjas. Ik doe mijn best om niet te lachen, maar mijn vader Marcel Lubbermans ziet er weer eens geweldig uit! Ik grinnik toch, en net dan wordt Snorretje gelukkig wakker.

"Lieverd wat is er aan de- Marcel Shephard, waarom heb je je oma's oude badjas aan?!" Mijn moeder komt binnen stormen en barst in lachen uit. Pa kijkt een beetje verbaasd om zich heen, maar dan barsten we allemaal in lachen uit. Nadat we uitgelachen zijn stelt mijn moeder voor om te gaan ontbijten.

"Nee wacht! Lucias had een brief bij zich!" Ik gris de brief van zijn poot en mijn uil kijkt me verontwaardigd aan. Ik steek mijn tong uit en lees de brief dan snel door. Mijn mond valt open van verbazing. Ik begin te dansen en te gillen, ik mag terug komen! Ik mag terug naar Zweinstein!

31 Dagen later lig ik te woelen in mijn bed. Morgen ga ik naar Zweinstein, maar stel dat het een fout was? Dat het eigenlijk niet de bedoeling is dat ik terug kom? Wat als ik weer buitengesloten ga worden? Ik zucht, stap uit bed en pak een perkament.

Lieve Hagrid,

Ik vind het zo spannend! Beloof je me rond te leiden? En ik popel om je Griffioen te zien! Tot snel!

Groetjes, Sammy

Ik maak de brief vast, als Lucias hupt al naar me toe. Ik aai hem en fluister dan zachtjes;

"Blijf niet te lang weg, morgen zit ik in de trein, als je vroeg bent kan je in je kooi als ik onderweg ben, en anders zie ik je op Zweinstein" ik druk een kusje op zijn zachte veertjes. Liefdevol knabbelt hij in mijn oor en vliegt weg met mijn brief, het duister omarmt hem snel. Iets gekalmeerd val ik uiteindelijk toch in slaap.

"Sam! Sam schiet op anders mis je de trein!" Ik zucht, waarom moet ma me altijd opjagen? Oké, toverstaf? Check. Ketel? Check. Boeken? Check. Snorretje? Nee? Shit!

"Snorretje! Snor kom nou!" Ik trek mijn kat van de kast, pak mijn kooi voor Lucias in mijn ene hand. Snorretje klauwt zich vast in mijn trui, ik pak mijn hutkoffer en ren dan naar beneden.

"Klaar mam!" Mijn moeder kijkt me boos aan, snel werp ik een blik op de klok. Poepzooi, ik heb er een kwartier te lang over gedaan!

"Waar is papa?" Mijn moeder draait zich om, kijkt met grote ogen rond en stormt dan de trap op. Ik draai me om als ik een getik hoor op het raam.

"Lucias!" Gil ik blij en ik open het raam. Een klein briefje zit aan zijn klauwtje en haastig haal ik die eraf. Ik laat Lucias in zijn kooi en al snel valt hij in slaap. Gespannen wacht ik tot mijn vader beneden is en dan stappen we allemaal in de koets. De koets is niet zo maar een koets in onze achtertuin, het is een viavia. ik begin rond te tollen en dan staan we voor het hekwerk dat naar perron 9 3/4 leid. Ik haal diep adem, en ren dan door de muur heen. Mijn ogen worden groot, het is veel drukker dan vorig jaar! Ik trek mijn ouders mee naar een plek waar het rustig lijkt. Voorzichtig draai ik me op, zet mijn koffer neer, evenals de kooi. Dan vlieg ik mijn ouders om de hals, een snik rolt over mijn lippen en een zoute traan rolt over mijn wang. Ik proef de zoutige smaak van de traan en maak me los van mijn ouders.

Hotter than a PotterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu