2

2K 161 4
                                    

Caine

Ik zit met een aantal leden van mijn roedel in de discotheek waar ik mijn mate probeer te vinden. 

'Maar echt hoor Caine. Ik heb het gevoel dat je haar hier gaat vinden.' zegt mijn kleinere zusje Diana koppig.

'Ja, vast,' zeg ik op een toon van dat het waarschijnlijk niet zal gebeuren. Ik bedoel... dit zijn maar rond de honderdvijftig van de twaalfduizend weerwolven op de wereld, er is dus maar een een kleine kans dat ze zich hier bevind. Er zijn hier trouwens ook een stuk of tweeduizend normalen mensen, maar daar kijk ik niet naar om want tja... weerwolven en mensen kunnen nou eenmaal geen mates zijn. Of ja. Het kan wel, maar het is bijna onmogelijk. 

Ik kijk onderzoekend om me heen maar zie niet mijn mate. Wel wat andere leuke meiden trouwens, maar als je mate je met een ander meisje ziet, dan flipt ze en kan je wel vergeten dat ze met jou in één huis wilt wonen. Als ik iets beter kijk zie ik verspreid over de zaal enkele vampiers lopen. Drie meiden, twee jongens. Ze lopen door een gesplitste groep mensen heen. 

Een rilling glijd over mijn rug en ik stoot mijn dichtstbijzijnde roedel lid aan, terwijl ik naar een groepje vampiers knik. Een dierlijke grom komt uit Winstons mond, waardoor de andere de vampieren ook zien en mee grommen. Ze lijken ons niet op te merken en lopen rustig naar een tafeltje. Winston slaat zijn arm beschermend om Summer heen. Die twee zijn al Mates sinds ze klein waren, dat zag je gewoon aan ze. 

'Die voorste lijkt op mij.' fluistert Summer dan ineens zachtjes. Ik kijk naar het meisje dat Summer bedoelt en zie dat ze naar de dansvloer loopt. Een vlaag van haar geur waait onze richting in. 

'Ze ruikt ook bijna precies als Summer.' zegt Miley. 

'Ze ruikt absoluut niet hetzelfde als Summer.' grommen ik en Winston tegelijk. 

'Euhm jawel. Ze ruikt bijna exact hetzelfde.' zegt Diana. 

'Nee. Dat meisje daar, ruikt heel anders dan Summer.' grommen ik en Winston weer. 

'Wat hebben jullie toch? Ja, dat Winston een andere geur ruikt bij Summer snap ik. Maar Caine, serieus hé. Summer is je Mate niet.' zegt Miley terwijl ze mijn aandacht probeert te trekken. Ik negeer haar en blijf alleen maar naar het meisje kijken. Op een gegeven moment kijkt ze recht in mijn ogen. 

'Mate.' gromt mijn wolf trots. Dat meent hij toch niet? Mate van een vampier?! Dat zou ik dus nooit kunnen. Maar dan valt me iets op. 

Dit meisje is geen vampier. 

Dit meisje is een weerwolf. 

'Mate!? Zei je dat nou net! Wie!' roept Diana, die het dichtst bij me zit opgewonden. 

'Zij.' zeg ik, doelend op het meisje met de lange, bruine haren. 

'Een vampier! Onmogelijk!' roept Miley verontwaardigd. Ik weet dat ze zelf het liefst mijn Vrouw zou worden. Dat kan, als een weerwolf zijn mate niet vindt, kan hij trouwen met een ander. En een Alpha moet dat al helemaal. Je hebt tot je twintigste. 

Maar nu hoeft dat niet meer. Nu heb ik haar gevonden. 
Omringt door vampiers, die nu bij haar zijn komen dansen. Zo te zien is ze geen gevangene, eerder de leider. 

Ik neem een besluit en ga van de bank achter het tafeltje af. Rustig loop ik naar de dansende menigte toe. De vampiers hebben me ondertussen ook opgemerkt. En ineens ben ik omringd. Mijn Mate, staat recht voor me. Ik moet toegeven dat ze er knap uitziet. En inderdaad, heel erg op Summer lijkt. Het valt me nu pas op dat de muziek is stilgevallen en dat iedereen als bevroren staat. Het meisje loopt op me af, en het liefst zou mijn wolf haar nu gelijk zoenen. Maar dat zal ik maar niet doen, ze is hier met vampiers, en dat is waarschijnlijk niet voor niks. Vampiers laten geen weerwolven toe. En ze zag er toch echt uit als de leider. 

'Wie ben je en wat doe je hier? Dit is een plaats voor weerwolven en mensen. Niet voor jullie.' zeg ik kalm. Ik kijk heel even om en zie dat achter elke vampier nu iemand van mijn roedel staat. 

'Winter Venetia. Prinses van de Vampiers. En waarom zou ik hier niet mogen zijn, de laatste keer dat ik het controleerde, was ik toch echt nog een weerwolf.' zegt ze een tikje uitdagend. 

'Wie ben jij en waarom verstoor je ons.' zegt ze daarna. 

'Caine Jayh Taylor. En jij bent mijn Mate, dus ik ben hier daarom.' antwoord ik luchtig. 

'Onmogelijk.' antwoord ze. 

'Nee. Maar als met me mee zou willen komen, kan ik alles uitleggen.' zeg ik terwijl ik haar hand vast pak. Die trekt ze terug alsof ze zich gebrand heeft. 

'Ik ga met helemaal niemand mee. Ik moet terug naar mijn vader.' gromt ze boos. 

'Nee. Je gaat met mij mee.' zeg ik terwijl ik haar nogmaals vastpak, iets steviger dit keer. Ik merk dat ze verstijfd, waarschijnlijk voelt ze dezelfde tintelingen als ik nu voel. 

'Je bent mijn wederhelft, Winter. En ik heb te lang naar je gezocht om je nu weer te laten gaan.' fluister ik terwijl ik haar meetrek naar buiten. De rest van de vampiers wordt nu gevangen genomen door de rest van mijn roedelleden. Waaronder mijn bèta en gamma. Dit lukt ze wel. 

'Laat me los. Hé!' roept Winter boos terwijl ik haar verder meetrek naar mijn auto. Ik duw haar tegen de zijkant als ze niet stopt met tegenstribbelen. 

'Het gaat niet werken, Winter. Ik neem je mee. Je mag dit van mij zien als ontvoering. Maar je bent van mij, en zult altijd van mij blijven. Wat er ook gebeurt. Dus je kunt nu vrijwillig meekomen, of ik zal iemand je bewusteloos moeten laten slaan zodat je meekomt.' grom ik. 

'Ik ga nog liever dood dan dat ik met jou meega.' gromt ze terug. 

'Oké. Winston! Zorg dat ze meekomt. Het boeit me niet of het bij bewust zijn is of niet.' zeg ik tegen Winston. Winston knikt en slaat Winter dan tegen haar slaap. Ze valt neer in mijn armen. Ik leg haar achterin mijn auto en stap met Winston voorin. 

'Hoeveel vampiers hebben we te pakken gekregen?' vraag ik terwijl ik begin te rijden. 

'Allemaal.' zegt Winston. 

We hebben zo 'n probleem. 








One of Them ~ Deel 2 van de Mate SerieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu