De eerste Blik

1 0 0
                                    

'Rosie! Er is iemand voor je aan de deur!' schreeuwde mijn moeder naar boven, ik liep de trap af. Wie komt me nu weer lastig vallen? Dacht ik bij mijzelf. Toen ik bij de deuropening stond zag ik het. 'Luc! Wat kom jij hier doen?' ik keek hem met vrolijke ogen aan, dit was de jongen waar ik al sinds mijn 12e een kinder-crush op had, en we zijn nu intussen alweer 5 jaar verder. 'Hey Rosie, ik dacht ik kom even langs om te vragen of je wilt hangen?' 'Ja klinkt goed! Ik trek mijn schoenen en mijn jas aan en dan kom ik eraan.' Ik liet hem in de gang wachten en pakte mijn suede schoenen, mijn zwarte lange jas, mijn pakje sigaretten en mijn geruite lievelingssjaal. 'Ik ben even buiten met Luc mam! Stuur maar een sms'je als ik terug naar huis moet komen!' 'Je hebt je huiswerk wel af hoop ik he? Ik stuur wel een berichtje als we gaan eten!' ik gaf mijn moeder een kus op haar wang en liep de deur uit.

'Het is koud buiten... zou er dan nu eindelijk bijna sneeuw komen?' 'Haha ik hoop het! Ik wacht al het hele jaar op sneeuw.' Zei Luc lachend. We liepen samen naar het pleintje en ik stak een sigaret aan. Ik genoot ervan totdat Luc opeens zei 'We worden bekeken.' 'Wat? Hoe bedoel je?' ik draaide mij om en zag een lange dunne man in pak aan de andere kant van het pleintje staan, hij keek angstaanjagend in onze richting, een moment dacht ik zelf dat zijn ogen een beetje licht gaven. 'Kom we gaan hier weg, ik voel me onveilig.' 'Ah Rosie laat je je nou echt weg pesten door een man?' ik stond al op terwijl hij het zei 'ja, kom nou.' En we liepen samen verder totdat ik een sms'je kreeg met dat het eten klaar was en we afscheid namen en allebei onze eigen kant op gingen.

*Klick!* Ik hoorde iets door de brievenbus heen vallen en stond zoals altijd heel braaf op om de brief te halen.

Geadresseerd aan: Rosie Williams

Windmolenstraat 85

Pas openen als je alleen bent!

Wat een eigenaardige brief! Ik liep naar mijn kamer en opende de brief:

Lieve Rosie,

Er dreigt gevaar op je pad te komen, blijf uit de buurt van Luc. Hij heeft niks wat goed is in zijn hart, het is bedorven net als zijn ziel.
Er zullen wezens op je pad komen die je pijn willen doen, wees voorzichtig.
Doe dit en het goede zal op jouw pad komen.

Met Vriendelijke Groeten,
Een Vriend.

'Een vriend' ik keek verbaast voor mij uit en legde de brief naast mij neer. Wie zou mij wat aan willen doen? Luc doet toch niks bij mij? Daarvoor ken ik hem toch al te lang? Ik hoorde de bel gaan, het was 10 uur s 'avonds, dus om iedereen maar te laten slapen (voornamelijk op de bank) liep ik naar beneden en opende de deur. Tot mijn verassing stond daar Luc, beregent, met een brief in zijn hand.
'Hey Rosie, ik heb de eigenaardigste brief ooit gekregen! De brief zegt dat ik uit jouw buurt moet blijven omdat ik jou pijn zou doen of iets in die richting, en hoor dit! Het raarste is nog wel waarmee hij is ondertekend: een vijand. Dit is vast een zieke grap van iemand toch?' 'Ja ik denk het... ik heb ook zo'n eigenaardige brief gekregen. Maar er klopt iets niet, dit hele gebeuren is raar, en ook nog met die man die we zagen...' 'Ja mee eens...' we keken allebei even heel bedenkelijk voor ons uit. Totdat we ineens een man zagen staan. Hij stond achter Luc, vlak voor mijn deur, en we zagen hem niet aanlopen. Luc en ik schrokken ons half dood en sprongen allebei achter de deur van mijn huis. 'Als je je kleine zusje ooit nog wilt zien, kan je maar beter naar dit adres gaan. Maar schiet op voordat je te laat bent...' en de man was weer verdwenen. 'mijn zusje... ze hebben mijn zusje? Meggie! Ik moet haar redden!' ik trok snel mijn jas en schoenen aan en trok Luc mee naar buiten. 'Rosie waar wil je zoeken? Het adres? Wat nou als het een val is? En met die rare brief erbij...' 'Best! Dan loop ik wel het pad na waarop ze naar huis zou moeten komen. Ze zou van een vriendin afkomen...' ik keek op mijn mobiel, half 11. Ze zou al lang thuis moeten zijn. 'okay laten we snel lopen, voordat we te laat zijn.'

We waren nog niet eens de straat uit of er stonden al 3 enge mannen voor onze neus, ze waren alle 3 gekleed in een net zwart pak en hadden hun haar netjes zitten. 'Hallo Rosie.' Zei de 1e van de 3. Ik keek verbaast, 'Wie ben jij? En wat wil je van mij?' 'Ik wil dat je met mij meekomt.' Op dat moment kleurde zijn ogen zwart en lachte hij gemeen en geheimzinnig. De andere 2 deden ook mee en ze kwamen steeds dichter op mij en Luc aflopen, Luc sprong voor me, wat niet veel effect maakte. Maar het was lief bedoeld. 'Blijf uit haar buurt!' schreeuwde hij naar de monsters die steeds dichter op ons af kwamen lopen. Opeens uit het niets, kwam er een helder en diep licht. Het was verblindend voor de 4 mannen die bij mij waren, maar ik kon er recht in kijken zonder van iets last te krijgen. Uit het licht, kwam een beeldschone man. Achter hem aan kwamen reusachtige vleugels, parel wit en sterk gebouwd. Ik dacht dat ik aan het dromen was. Nee dit kan toch niet echt gebeuren? Ik moet wel dromen! Het moet gewoon! Dit kan niet... engelen zijn mythes! Maar houden mijn ogen mij dan voor de gek? De enge monsters keken naar de Engel die was verschenen, slaakte een kreet en verpulverde tot as dat mee waaide met de wind. 'ze komen straks met meer, en ik kan ze niet allemaal tegenhouden. Pak mijn hand dan haal ik ons weg hier.' Zei de engel, zijn stem was zangerig en beeldschoon om te horen. 'maar ik moet mijn zusje redden!' zei ik op een zeer onstabiele en trillerige manier. 'ik beloof je dat ik je zal helpen met haar te vinden Rosie, maar we moeten nu weg hier, Luc ook.' Hij wist mijn naam! Onze namen! Hoe? Maar aangezien de dreigende monsters op ons pad lagen deden Luc en ik wat hij zei en pakte zijn hand.


Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Dec 16, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

The Truth about the AngelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu