3

7 2 2
                                    

Ik word wakker. Maar ik lig niet in mijn muffe appartement. Ik lig op zacht gras in een wei. Ik kijk naar de sterrenhemel. Ik zie in de verte een man lopen met een mes en een bloederig colbert over een witte blouse. Hij komt dichterbij. All kan ik in het zwakke maanlicht zijn gezicht niet zien. Toch weet ik door zijn houding en loopje dat ik het ben. Hij komt naar me toe lopen. Heft het mes langzaam op om het te laten belanden in mijn maag maar nog net als het in mijn maag beland. Hoor ik een wervelstorm aan stemmen. Die me beschuldigen uitschelden een roepen. Het wordt zwart en het dringt tot me door. Ik moeten boeten...

Ik wordt wakker als er een agent naar me toe loopt. Ik ga overeind zitten maar kijk hem niet aan. Hij kijkt me boos aan. Ik blijf stil naar de grond staren. Zo blijft het enkele seconden langs doorgaan. 'kom es dichterbij' zegt hij zacht maar streng. Dus ik sta op breng mijn gezicht dicht naar de zijne en kijk hem recht in de ogen aan. Hij is een kop kleiner en maar een mager mannetje. Geschrokken stapt hij achteruit. Struikelt en valt om. Ik hoor een van de andere gevangenen lachen. De agent springt overeind en woedend stapt hij naar me toe. Voor ik iets door heb voel ik een vuist tegen mijn neus aankomen. Ik wankel maar vind net mijn evenwicht terug. Als de andere agenten binnenkomen en een woedende agent en een gevangene met een scheve bloedneus zien staan. Een van hun loopt naar ons toe. Hij legt een hand op de andere en fluistert iets. Ze lopen beide weer terug. Ik ga weer zitten en zet met een luide krak weer mijn neus (een soort van) recht. Ik kijk naar de cel tegenover de mijne en zie mijn vriend zitten. Ik geef hem een korte glimlach.

Na het middageten komt een van de agenten (de aardigste) naar me toe met een krukje. Hij zet het krukje voor mijn cel en gaat erop zitten. Het blijft stil.

'het was natuurlijk onnodig dat James je heeft geslagen. Dus vertel me. Waarom?'

het laatste thuisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu