Proloog

3.1K 187 28
                                    

Proloog

Het was een koude, donkere nacht. Eén dag voor de jaarwisseling om precies te zijn. De Luna keek vanuit haar schommelstoel met een pijnlijke glimlach naar haar pasgeboren dochter. Ze hoorde haar drie oudere zoons spelen in de woonkamer. Voorzichtig stond ze op en liep naar het kleine wiegje toe. Het slapende meisje spartelde een beetje in haar slaap. De Luna streelde met haar hand langs het kleine wangetje.

'Alles komt goed' fluisterde ze. 'Ik zorg dat je een beter leven krijgt'. Ze liep naar de woonkamer om naar haar zoons te kijken. De twee jongsten rolden over het wollige tapijt terwijl de oudste toekeek. Haar oudste zoon was een perfecte kopie van haar Mate. Zijn zwarte haar dat nonchalant door de war zat en de strakke blik in zijn donkerbruine ogen, waren bijna hetzelfde. Ook qua persoonlijkheid leek hij meer op zijn vader. De Alpha was een wraakzuchtige, meedogenloze man. Hij was niet meer de man waar de Luna verliefd op was geworden.

Vroeger, toen alles nog goed ging, was de Alpha een fatsoenlijke man geweest. Hij zorgde voor zijn Mate en behandelde haar met respect. Na de geboorte van zijn eerste zoon veranderde hij. Hij vond dat hij een beter voorbeeld moest geven aan de toekomstige Alpha. Hij stuurde zijn sterkste mannen naar andere roedels met het doel om deze uit te moorden of te verzwakken. De Luna was het totaal niet eens met de keuze van haar man, maar kon niets doen om hem op andere gedachten te brengen. Elke keer wanneer ze tegen hem inging, werd ze eraan herinnerd dat de vrouw niets te zeggen had in de roedel. Ze werd geslagen en mishandeld en uiteindelijk gaf ze de hoop op.

Een rilling liep over haar rug toen ze hieraan terug dacht. Haar oudste zoon verliet de kamer om buiten te kijken bij de volwassen mannen. Ze ging voor het raam staan en keek hoe haar zoon toegelaten werd in de groep. Er was iets fout. Iets goed fout. Ze voelde het de hele dag al. Ze keek naar het grote vreugdevuur dat werd afgestoken voor de geboorte van de dochter van de Alpha. Ze staarde naar de dansende vlammen en de kleine vonkjes die in het rond sprongen. Even keek ze in het rond. Alles leek rustig totdat ze een lichte glinstering zag. Het leken wel... ogen. Ze zette haar handen tegen het glas en boog verder voorover. Nog voordat haar neus het glas raakte, sprong er een groep wolven uit de bossen. Recht op het vuur af. De mannen uit haar roedel transformeerden zichzelf en gingen het gevecht aan.

De Luna rende naar haar dochter en tilde haar uit de wieg. Stevig drukte ze de baby tegen haar borst aan en liep terug naar haar zoons die met grote ogen voor het raam zaten te kijken.

'Jongens, luister naar me' zei ze kalm. 'Ik ga nu iets heel moeilijks van jullie vragen'. De jongens, die en leeftijd hadden van 4 en 6, luisterden aandachtig naar wat hun moeder te zeggen had.

'Ik wil dat jullie je zusje meenemen en een veilige plek opzoeken. Ik kom zo snel mogelijk achter jullie aan'. Ze legde de baby voorzichtig in de armen van de zesjarige. Ze rukte de achterdeur open en duwde haar zoons naar buiten.

'Maar mama' protesteerde de oudste van de twee. 'Waar moeten we heen?'.

'Weet je nog waar wij die rare boom hebben gezien? Die ene met de twee stammen?'. Het jongetje knikte. 'Ga daar naartoe. Wacht daar op mij, maar als jullie een vijand zien of horen, ren dan weg en zoek bescherming bij een andere roedel'. De tranen sprongen in de ogen van de jongste.

'Niet huilen lieverd' suste ze. Ze hoorde een enorme knal achter zich en gehuil van meerdere wolven. 'Pas goed op jullie zelf, en op je kleine zusje'. En met die woorden rende de Luna naar het slagveld. De twee jongetjes renden zo voorzichtig mogelijk weg van hun vertrouwde dorp met hun kleine babyzusje in hun armen. Ze kwamen aan bij de boom met de twee stammen.

'Waar blijft mama?' vroeg de jongste. De oudste haalde zijn schouders op.

'Ze komt zo' zei hij zelfverzekerd. Ze bleven wachten, maar er kwam niemand. In de verte hoorden ze een takje breken.

'Wat was dat?' fluisterde de jongste.

'Ik weet het niet, maar we gaan nu weg'. De oudste wilde zo snel mogelijk reizen, maar werd belemmerd door het gewicht van zijn zusje. Hij besloot om haar onder de boom te leggen, beschermd door de dikke wortels die boven de grond uitstaken.

'Sorry zusje' waren zijn laatste woorden tegen de baby. Hij nam de hand van zijn kleine broertje vast en samen renden ze verder.

De baby was ondanks alle hectiek in slaap gevallen. Door haar dikke, warme dekentje was ze beschermd tegen de ijzige kou. Het zou haar zeker één nacht in leven houden, zolang ze maar niet gezien of geroken werd door de vijand.

Een paar uur later werd ze wakker door de honger. Ze opende haar oogjes een beetje en begon te krijsen. Het was inmiddels licht geworden en het bos leek erg vredig.

'Kijk nou toch, Tom' zei een zachte vrouwenstem. Een hardloopster en haar vriend kwamen aan bij de rare verstrengelde boom en hoorde het gekrijs van een baby. 'Iemand heeft een baby achtergelaten in het bos! Met dit weer!'. De vrouw nam de baby in haar armen en wiegde haar zachtjes op en neer.

'We moeten haar ergens onderbrengen, een weeshuis of zo' zei de man.

'Ja, dat lijkt me ook het beste'. De vrouw en de man namen de baby mee en keerden weer om. Ze lieten de baby vervolgens achter in het "Wolverhampton Orphan Asylum", waar het meisje opgroeide als een mens.

[A/N]

Hee, super leuk dat jullie mijn boek willen lezen! Om jullie te bedanken geef ik één van mijn lezers/stemmers/commenters een toewijding. Net zoals bij mijn andere boeken. Love u en veel plezier!

Dikke kus,

ClementineCarson





Kidnapped by the AlphaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu