Was jij het?

Hoofdstuk I: De ontmoeting

Al snel als dat ik binnenstapte wist ik dat dit een zware tijd zou worden. Al gauw komt er een meisje naar me toe gerend ''Ben jij Aishwaya?'' zei ze met een luide stem. 'Ja' antwoordde ik. Ze begon enthousiast te springen en trok me mee naar een plek die ik niet kende ''waar gaan we heen?'' Ze zei naar een mooie plek maar verder verstond ik er niks van door de harde muziek op de achtergrond. ''We zijn er'' ik deed mijn ogen open en ik keek rond in de kamer waar we waren. ''Dit is onze kamer, vindt je het mooi?'' ik reageerde niet op wat ze zei omdat ik in shock was van hoe prachtig het eruit zag. 'Prachtig' zei ik.

Ze ging weg en na 10 minuten kwam ze terug met m'n koffer. ''Doe alsof je thuis bent, want dat ben je nu ook'' en ze ging weg. Ik pakte mijn koffer uit en maakte het zo comfortabel mogelijk. 'Mijn nieuwe kamer' dacht ik bij mezelf.

Het was 17:45 en mijn kamergenoot kwam binnen. ''We gaan eten'' voordat ze kans kreeg om nog iets te zeggen stelde ik haar een vraag. ''Hoe heet je eigenlijk?'' Caitlyn zei ze en ze liep weg. Volgend liep ik achter haar aan op weg naar de eetzaal, eenmaal binnen zag ik rond de 20 mensen rond de grote langwerpige eettafel zitten. 'Dit is Aishwaya' schreeuwde de boven de muziek uit.

Na het eten hoorde ik mijn naam 'aishwaya, aishwaya' ik draaide me om. Het was een lange jongen met bruin haar en blauwe ogen in de kleur van de oceaan. ''Mijn naam is Cameron'' hij gaf me een handdruk van 14 seconde terwijl hij in mijn ogen bleef staren. Na enige tijd liet hij m'n hand los en ging weg.

Rond 22:00 wanneer iedereen zowat sliep werd ik wakker van een raar geluid. Het ging niet weg en na een minuut begon het zelfs eng te worden, ik sprong uit mijn bed en maakte Caitlyn wakker. ''Caitlyn word wakker!'' maar ze werd niet wakker. Ik rende naar de douche en vulde een emmer water, die gooide ik over haar heen. ''OMG, waarom doe je dat!?" Er is een raar geluid en het begint eng te worden. *eng geluid* ''Jaa ik hoor het'' we lopen naar het raam en kijken naar buiten, we zien een man staan maar we zien zijn gezicht niet. Hij gooit kleine steentjes tegen ons raam, we kijken elkaar aan en kijken terug naar buiten en opeens was de man weg.

---XXX---