011

1K 45 2
                                    

Een handelsvertegenwoordiger, komt doodmoe aan in een kleine gemeente. Waar maar één hotelletje is. Tot overmaat van ramp, zijn alle kamers bezet. Hij smeekt de baas:
"Zoek alsjeblieft een slaapplek voor mij. Kan mij niet schelen waar, maar ik moet echt kunnen rusten."
"Wel," zegt de hotellier, "ik heb nog een twee-persoonskamer waar maar één bed beslapen wordt, als je met deze man tot 'n akkoord komt en samen de kamerprijs deelt, dan vind ik het best. Maar ik zeg je, hij snurkt geweldig. Het is zelfs zo erg dat er klanten zijn die 's morgens hun beklag daarover maken."
"Maak niks uit," antwoordt de vertegenwoordiger, "ik ben veel te moe."
De twee mannen nuttigen het diner aan dezelfde tafel en komen tot een akkoord.

De volgende morgen komt de vertegenwoordiger als eerste de trap af, om naar het ontbijtzaaltje te gaan. Vrolijk fluitend en welgemutst de hotelbaas groetend.
"Goedemorgen," zegt deze, "heb je goed geslapen? Heeft hij niet gesnurkt?"
"Bij lange niet," antwoordt de vertegenwoordiger, "ik kwam een beetje later dan hij de kamer in, hij lag al op bed. Ik heb een kus gegeven op zijn achterwerk en zei erbij: Goedenacht schoonheid. Nou, toen heeft die kerel de hele nacht rechtop gezeten in zijn bed om mij in de gaten te houden. Dus van snurken kwam niets terecht."

Het Grote Humor BoekWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu