Hoofdstuk 1: Taro's lab

36 5 3
                                    

Mensen overal, waarom altijd die mensen ik weet niet waarom wij zo populair zijn. Sinds de dieren kunnen praten word ik gek van mijn eigen volk. Ik heb meer respect gekregen voor dieren, ze kunnen zo blij zijn met zo weinig. Maar wij mensen moeten echt alles hebben, een hond is blij met een bot en een mens is pas blij met veel geld, een grote tuin, en een enorme villa Oja en sommige willen kinderen. Terwijl ik dit denk zie ik een oude man met een grote baard in het parkje hier tegenover gaan zitten. Ik heb medelijden met hem, hij is een van de weinige mensen waar ik niet gek van word en hij ziet er rustig uit. Ik heb helemaal geen motivatie meer om naar de winkel te gaan en ga naast hem zitten. Hij ziet er droevig uit maar glimlacht als ik naast hem kom zitten."Goeiemorgen" zeg ik beleefd "hallo jongeman, wat geeft jou het idee om naast zo'n oud wrak als mij te gaan zitten?". Hij zucht "sorry ik weet niet meer wat ik moet zeggen nadat mijn laatste uitvinding is mislukt". Ik knik begrijpend en zeg "Hallo meneer ik ben Ashton" "ik ben Taro". Taro neemt een hap van zijn boterham die hij net uit de zak van zijn oude jas heeft gehaald. Ik heb de hele dag nog niet gegeten en dat moet te zien zijn want hij geeft mij ook een stukje. "Hier Ashton je ziet er hongerig uit". "O dankuwel, mag ik meneer Taro zeggen?". "Ja hoor noem me zoals je wilt". Dan fluit hij, er komt een husky aangerend. "Hallo Silver! meissie van me". Ik ben verbaasd, ik had hem niet ingeschat voor een hondenmens maar veel tijd heb ik niet want Silver is aan mijn handen aan het likken terwijl ze aan haar baasje vraagt wie ik ben. "Dat is een aardige jongen genaamd Ashton, zeg maar hallo!" de hond kijkt naar me en even is het stil, ik kijk in de mooie diepblauwe ogen van het beest en dan zegt ze "hallo meneer Ashton ik ben Silver". Met een enorme vaart rent ze weer de heuvel op om achter eekhoorntjes aan te rennen. Taro stelt voor om naar zijn laboratorium te gaan, dan herinner ik me dat hij net zei dat zijn laatste uitvinding was mislukt. "Wat is die uitvinding waar u mee bezig was meneer Taro?". "Het is een machine waarmee je kunt zorgen dat je dingen kan bewegen met je gedachten, een telekinese apparaat dus". "Maar wat als criminelen de uitvinding stelen?". Hij grijnst en zegt "ik ben niet voor niks uitvinder". In mijn gedachten bedenk ik hoe meneer Taro dat zou doen maar dan zijn we aangekomen bij zijn laboratorium. Het is een enorm gebouw met een glazen voordeur en grote zonnepanelen. Taro pakt zijn sleutels en fluit weer, "Silver mag nog niet buiten zijn als ik niet buiten ben" "hoezo niet?". "Omdat ze nu op hetzelfde niveau zit als een vijfjarig kind en dus met elke vreemdeling meeloopt". "Don't worry ik heb een verouderingsmachine" "hoe bedoelt u?".

"Elke dag gaat ze onder een speciale lamp die haar ouder maakt terwijl ze slaapt, heel handig ik bescherm haar en zij beschermt mij". "En elke dag beter dus?", "Ja eigenlijk wel".

We lopen door een grote gang met allemaal machines, de meeste zien er gevaarlijk uit. Ze zien er aan de andere kant ook wel gaaf uit. "Doen deze het allemaal?" "Ja ze doen het allemaal". "Zijn er ook wel eens uitvindingen ontploft?"." Vraag maar aan dit litteken..." Hij kijkt een beetje wanhopig en verdrietig. Dat had ik niet moeten zeggen.

Not thought of yetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu