Cara's pov
Ik ren zo hard als ik kan door het bos samen met mijn oudere broer Cole. Ik kijk over mijn schouder en zie dat ze allemaal achter ons aankomen. Ik wenk Cole dat ze dichterbij komen. Cole knikt en begint te sprinten. Ik begin over boomstronken en tegen bomen te springen. Ik stop met rennen en draai me om en kijk recht in de bloedrode ogen van de vampieren. Ik kijk ze dreigend aan en grijp voorzichtig naar mijn zwaard die aan mijn riem bungelt. Ik hou hem op de jagers manier vast en steek ze allemaal één voor één neer als ze me proberen aan te vallen. Ik ren weer terug, als ik ineens Cole langs me zien rennen met vampieren achter hem aan. Ik blijf stil staan als ik me de regel van Cole herinner: Als ik achtervolgd wordt door vampieren help me niet, maar blijf waar je bent. Ik blijf staan waar ik sta, als ik ineens geschreeuw hoor. Ik ren zo snel mogelijk ernaar toe als ik bedenk dat het Cole is. Ik begin tranen in mijn ogen te krijgen als ik zie hoe de vampieren Cole aanvallen. Ik begin te schreeuwen en steek ze één voor één neer. Ik kniel bij Cole neer. Hij ademt niet meer en zit helemaal onder het bloed. Ik leg Cole zijn zwaard neer en sta op. Ik begin te huilen en loop weg..Ik zit ineens recht op in mijn bed en kijk onrustig om me heen. Ik zucht diep en ga met mijn hand door mijn haar als ik erachter kom dat het maar een droom is. Ik sta op en doe mijn patrouille kleding aan die ik altijd aan heb als ik op tocht ga in het bos. Ik pak mijn jagerszwaard en ren naar beneden. Mijn moeder en zus Ally zitten nog aan de eettafel te ontbijten. Ik ga richting het bos om weer eens een rondje te rennen. Als ik eenmaal bij het bos aankom, neem ik de geur in me. Ik begin te rennen en over boomstronken en tegen bomen te springen. Ik stop met rennen als ik ineens voor het graf van mijn broer Cole sta. Ik kniel neer en ga met mijn hand over het grafsteen heen en krijg tranen in mijn ogen. Ik zie weer de glimlach en de bruine ogen van Cole voor me. "Ik mis je zo erg Cole, kon ik maar wensen dat je nog hier bij mij was dan was alles nog normaal hier." Snik ik zachtjes en kijk naar het grafsteen waar Cole zijn naam in staat gegrafeerd.
Zomaar ineens voel ik een harde wind langs me heen komen. Ik sta gelijk op en draai me om,maar zie niemand voor me staan. Ik grijp naar mijn zwaard en hou hem voor me uit. Ik voel de wind weer komen en draai me weer om. Uit de hoek van mijn oog zie ik een schaduw dichterbij komen. Ik wacht tot de schaduw dichtbij genoeg is en duw het tegen een boom met mijn zwaard tegen de keel van de schaduw. "Wie ben jij en waarom volg je me zomaar?" Vraag ik op een geïrriteerde manier. De schaduw zegt niets,maar ademt moeilijk. Ik hou mijn zwaard steviger tegen de keel van de schaduw. De handen van de schaduw gaan omhoog. "Ik vroeg je wat. Wie ben jij en waarom volg je me zomaar?" Vraag ik weer.
De schaduw probeert me weg te duwen,maar ik ben te sterk. Ik schop tegen het been van de schaduw, waardoor het op de grond valt. Ik hou mijn zwaard op de jagers manier vast boven het hoofd van de schaduw. Het kijkt me angstig in mijn ogen aan. Ik wil de schaduw net neersteken als het uiteindelijk toch praat. "Wacht. Ik laat mezelf wel zien, maar alsjeblieft steek me niet neer." Ik zucht en neem een stap achteruit. De schaduw staat op en gaat in het licht staan. Ik kijk het open mond aan.
Als de schaduw eenmaal voor me staat kijkt het me recht aan. Het is een jongen met blond haar en blauwe ogen. "Ik ben Luke. Luke Hemmings." Zegt de jongen. Ik kijk hem met een arrogante blik aan. "Mag ik jou naam weten?" Vraagt Luke op zo'n rare manier. "Ik ben Cara. Cara Snow." Zeg ik op een arrogante toon. Luke glimlacht naar me en komt steeds meer dichterbij. Ik neem steeds meer een stap achteruit. Ineens zie ik dat Luke zijn ogen bloedrood worden en dat hij vampiertanden heeft. Ik grom en hou mijn zwaard vast op een vampier jager manier. Snel stapt Luke terug als hij mijn zwaard ziet. Ik grijns als Luke terug stapt. "Jij bent een vampieren jager?" Vraagt Luke met een schorre stem. "Ja dat ben ik. Ik jaag op jou soort, de soort die mijn oudere broer Cole hebben vermoord. Daarvoor zullen jullie boeten! Ik zal jouw hele soort uitroeien tot er geen één meer over is." Zeg ik boos. Luke kijkt me uitdagend aan. Ik hou mijn zwaard steviger tegen Luke zijn borst. "Jij vermoord mijn soort terwijl jij niet eens weet hoe ze zijn. Sommige zijn juist anders dan je denken Cara." Zegt Luke kalm.
Net toen Luke dat heeft gezegd begin ik geïrriteerd te raken. Ik schop Luke en duw met op de grond. Ik hou mijn zwaard boven zijn hoofd. Ik kijk hem uitdagend aan. "Ik wil niets over jouw soort weten idoot. Ze hebben mijn enige broer vermoord,daarvoor zal je soort boeten!" Zeg ik op een geïrriteerde manier. Luke houdt me bij mijn enkels vast. Ik hou mijn zwaard dichter bij zijn hoofd. "Cara alsjeblieft luister. Vampieren zijn anders dan je denken. Ze kunnen je juist ook beschermen." "Waarom zou ik dat geloven Luke als ze mijn broer hebben vermoord van wie ik heel veel hield!" "Ik kan er ook niets aan doen dat je broer is vermoord door hun! Zij wilden het zelf." "Het enige wat je nu kan doen ik je klep houden!" Sis ik. Luke houdt zijn mond en kijkt me recht aan in mijn ogen. Ik wil hem neersteken, als ik ineens in zijn ogen kijk waardoor ik verblind raak. Ik zucht en doe mijn zwaard terug aan mijn riem. Luke kijkt me verbaasd aan. "Ga, ga nu maar naar huis voor ik me bedenk en je toch neersteek." Zeg ik terwijl ik de andere kant op kijk. Luke staat op en glimlacht. Ik kijk hem aan als hij glimlacht en hij verdwijnt in de wind die langs me komt.
Heyy folks. Ik hoop dat jullie mijn boek echt leuk zullen vinden. Ik moet alleen zeggen dat ik misschien niet zo vaak zal updaten. Ik ga wel mijn best doen, maar alsjeblieft vergeef me dan als ik het vergeet. Hier is alvast het eerste deel en geniet ervan..
PrincessHemmingsx
JE LEEST
De vampieren jager.
FanfictionCara Sophia Snow (18) woont in Amsterdam dicht bij het bos samen met haar ouders en haar zussen. Cara is een heel mysterieus meisje dat je vaak in het bos vindt samen met haar zus Ally. Samen gaan ze vaak op jacht..op vampieren. Je hoort wel wat ik...