HOOFDSTUK 1
AMY'S MOEDER
Trriingg. amy schrok wakker. Was het nu al ochtend. Ze ging uit bed en deed haar pantoffels aan. Ze liep naar beneden en ze zag dat haar moeder dronken op de bank lag. Ze zag er moe uit. Hey zij haar moeder wat zie jij eruit. moet jij nodig zeggen zij amy. wat bedoel je daar nou weer mee? nou gewoon, moe en versleten. sinds je aan de drugs bent zie je er versleten uit. haar moeder werd zo kwaat doen ze dat amy hoorde zeggen dat ze een leege wijn fles naar haar gooide. Amy kon de fles nog net ontwijken. ze rende naar boven en trok snel haar kleding aan en zonder te eten fietse ze naar school. ze moet huilen, heel hard. kon haar moeder dan nooit eens een beetje aardig normaal en begripvol zijn.
eindelijk ze was op school. ze zag dat er kinderen lachten en naar har keken. maar waarom? snel zette ze haar fiets in het fietsrek en rende ze naar de wc. ohh nee. haar hele gezicht was rood omdat ze gehuild had. nu moest ze nog harder huilen en ze sloot zich op in de wc. op de gang hoorde dat er over haar gepraat werd. ze vond het vreselijk. toen iedereen naar de klas liep ging ze haar fiets en fietste weg. ze spijbelde. dat mag helemaal niet, dacht ze in haar gedachten. maar ze werd wakker uit haar gedachten toen er een auto toeterde. ze stond stil op de weg. snel fietste ze weer vooruit. ze wist het, ze ging naar het park.
