Één kus...

609 23 6
                                    

"Want één kus en alles ging verloren
Één kus, en jij was weg bij mij...

Want één kus en alles ging verloren
Één kus en alles was voorbij
En zo zonder woorden
Ging je weg en liet je mij alleen

Laat mij je vertellen dat ik om je geef
Dat je alles voor me bent
   en dat heel m'n leven alleen draait om jou
Sinds de dag dat ik jou ken."

Gepijnigd kijk ik naar het tafereel voor me. Zo lang heb ik mijn gevoelens voor me gehouden en nu, nu ik eindelijk de moed had om het haar te zeggen. Kust ze met een ander. Zonder enig geluid te maken draai ik me om en loop geruisloos de trap op. Naar rechts, een kleine gang in naar links. Bij de eerste deur hou ik even stil. Haar kamer. De deur staat open en ik hoef niet naar binnen te lopen om haar geur te ruiken, die herken ik uit duizenden. De beelden van net staan nog altijd op mijn netvlies gegrift.  Voetstappen klinken. Vlug loop ik een kamer verder. De mijne. Maar niet meer voor lang. Zojuist besloten, in één klap. Ik zet mezelf in de automatische piloot en besluit dat dit het beste is. Wederom. Ik ben jaloers, kan haar niet gelukkig zien met een iemand anders als ik. Ergens ver weg hoor ik geschreeuw, maar het dringt niet tot me door. Rennende voetstappen de trap op. Een deur die dicht slaat. Hard. Ook dit dringt niet tot me door en verwoed ga ik verder met inpakken. Pas als ik mijn koffers dicht klik hoor ik in het voorbijgaan aan haar kamer zacht gesnik. Ik slik. Zo kan ik haar niet achter laten, ik moet naar haar toe. Voorzichtig duw ik de deur open. Het gesnik word luider, alsof de deur het geluid tegengehouden had. Op het grote tweepersoonsbed ligt ze. Opgerold tot een klein, kwetsbaar balletje. Zachtjes zet ik mijn koffers naast me neer, net na de deurpost. Geruisloos loop ik naar het bed toe. 'Eef?' Fluister ik zachtjes. Voorzichtig zak ik neer op de rand van het bed waardoor deze kraakt en het snikken even ophoudt. Maar zodra ik mijn hand op haar schouder leg begint het weer. Dit keer komt ze langzaam overeind en vliegt me om mijn nek waar ze onbedaarlijk huilt. Ik houd haar vast. Streel zacht, zonder iets te zeggen, geruststellend over haar rug. Even geniet ik. Van haar warme lichaam tegen het mijne, haar armen die me omklemmen. Haar geur, zo zoet. Maar bestraf mezelf, dit kan niet. Ze heeft een ander. Het laatste laat een steek achter in mijn binnenste. Langzaam word het snikken minder en draait ze haar hoofd op mijn borst. Haar ogen zijn open. Ik zie het. En zij lijkt gefocust op één punt. Ik kijk dezelfde kant op. De deur. Verder naar beneden. Twee koffers en een grote sporttas. 'Waarom?' Is het enige wat ze uit kan brengen. Even denk ik na. Is dit het goede moment? Er is geen goed moment, besluit ik. Dus moet het nu. Nu. Het is mijn enige kans. 'Eva, ik hou van je. Word gelukkig, krijg mooie kindjes, maar ik kan het niet aan om je gelukkig te zien met hem. Het spijt me.' Fluister ik, wetend dat ze het gehoord heeft. Woord voor woord. Voorzichtig maak ik me los van haar om op te staan. Maar ze klemt zich alleen nog maar harder aan me vast. 'Eva, alsjeblieft, maak het me nou niet nog moeilijker.' Ik merk dat ik schor klink. Dan pakt ze me vast en plant haar lippen zelfverzekerd en ietswat ruw op de mijne. Ze kust me. Het dringt langzaam tot me door. Voorzichtig kus ik haar terug maar dan flitsen de beelden weer langs. De jonge man die haar liefdevol vast hield en kuste. Ik maak me van haar los. 'Dit kan niet. Ik-' Ze onderbreekt me. 'Die schoft beneden, was een ex van ver vóór Frank. Hij viel me lastig.' Verstomd kijk ik haar aan. 'Ik hou ook van jou, Wolfs.' Fluistert ze. 'Ik wil helemaal niet gelukkig worden zonder jou.' Nogmaals komen onze gezichten dichter bij elkaar. Maar dit keer ben ik degene die haar kust. Zacht. Teder. Liefdevol.

Één kus. Verkeerd gezien. Één kus.

Amor non celatur...
Liefde kan men niet verbergen...

Fleva ShortzzWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu