In Trans

1. niet goed moment

Anna zat in de auto het regende buiten.
In de auto was het stil.
'Ik dacht dat het juist goed ging met oma' zei Anna.
Er kwam geen antwoord van Mama.
'We gaan gewoon maar de begrafenis van oma oké zei Mama.
Anna had er helemaal geen zin in.
Ze kon oma niet eens aan kijken.
Ze miste oma gewoon heel erg.
De begrafenis leek wel uren te duren.
Toen de begrafenis voor bij was kletse de familie nog effe.
Toen kwam Mama naar Anna toe, ze had een doosje in haar hand.
'Dit wou oma je geven' zei Mama op een rustige manier.
Anna maakte de doos open er zat een oude ketting in met een aparte blauwe steen er in.
Anna keek er naar en zat weg te dromen.
'Anna het is misschien geen goed moment maar voor mijn werk moeten we naar een anderen plek verhuizen' zei mama.
Anna werd door deze zin uit haar dagdroom gehaald.
' waar heen' zei Anna.
'een dorpje 50 kilometer verder op' zei mama.
De gedachte om allen middelbare school vrienden achter te later deed pijn.
Ze wou wat zeggen maar dat lukte niet.
'Dus als we thuis zijn ga je je koffer in pakken, we vertrekken morgen'
Dat ze dat zo lang had uit gesteld om te zeggen dacht Anna.