Proloog

63 12 9
                                    

Cassidy: 

Mijn slachtoffer huilde. Er zat mascara onder haar ogen, haar wangen hadden rode vlekjes en er liepen tranen over haar wangen. Ze was gaan huilen na een telefoontje. Waarschijnlijk van haar vriend. 

Correctie, ex-vriend. 

'Ach gut, meisje. Als je nou eens zou weten dat jou laatste momenten van leven net van start zijn gegaan,' fluisterde ik vanachter het raam naar haar. Ik zat op de vierde verdieping op de vensterbank. Een appartement is waar ze in woont. Een klein, knus appartement. 

Het raam waar ik naast zit staat op een kier. Ik zie mijn slachtoffer een andere deur in lopen, wat mij de kans geeft om naar binnen te gaan. De vloer kraakt licht onder mijn voeten als ik heen en weer loop. Het mes in mijn handen glinstert in het licht van de maan, dat door het grote raam naar binnen schijnt.

Mijn slachtoffer komt de kamer weer binnen. Ze heeft haar blonde haar in een staart gedaan en de mascara onder haar ogen vandaan gehaald. 

Als ze mij ziet verstijft ze compleet. 

Iets dat ze beter niet had kunnen doen. In een snelle beweging, een fractie van een seconde, ben ik bij haar en zet ik het mes tegen haar keel aan. 

'Shhhhhh,' fluister ik als ze weer begint te huilen. Haar onderlip trilt als ze verwoed haar oncontroleerbare snikken probeert binnen te houden. Ze lijkt wel verlamd te zijn, want ze doet niks tegen het feit dat ik met een mes tegen haar keel aangedrukt bij haar sta. 

Zachtjes druk ik het mes in haar huid. Er wellen druppeltjes bloed op uit de ondiepe snijwond. 

'Alsjeblieft. Spaar me mijn leven. Alsjeblieft,' smeekte het meisje me. 

'Daar doe ik niet aan,' antwoordde ik terwijl een snelle, krachtige snijbeweging de keel van het meisje doorsneed. Ze viel op de grond met haar ogen open, en om haar heen vormde zich een plas bloed. Mijn slachtoffer zag er verschrikkelijk uit. Angstaanjagend. 

En ik hield ervan. 

De scherpe geur drong mijn neus binnen. Een geur die bekend voor me was geworden. 

Bloed. 

Ik zakte door mijn hurken en dipte mijn vingers in het bloed. Het donkerrode spul bleef aan de handschoenen plakken. 

Ik dipte mijn vingers er een tweede keer in, en liep toen naar de rechthoekige hangspiegel, die zo hing dat hij een halve muur in beslag nam. De lange kanten boven en onder. 

Ik zette mijn vingers, die doordrenkt waren met bloed, tegen de spiegel aan. 

Ik moest een paar keer heen en weer lopen voor mijn kunstwerk af was. 

Wie is de volgende?

Tevreden stapte ik in de richting van het raam, om weer in de nacht te verdwijnen. 

Mijn vraag bleef door mijn hoofd een spoken. 

Wie is de volgende? 


Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Apr 07, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

To small for us BothWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu