Hoofdstuk 1

2 0 1
                                    


Alleen, de kamer is leeg. Molly, huilend in een hoekje. God straft me, maar waarvoor? Niets dat ik ooit fout zou doen. Mijn moeder, langzaam trekt haar gezicht wit weg. Ik heb de hoop al opgegeven. Ze is weg, voorgoed. Ik ben haar kwijt. Niets dat ik nog kan doen. Alles wordt van me afgenomen. Mijn vader, die weet niet eens dat ik besta. Dit kan niet. Is er dan echt niets dat me kan helpen? Tranen rollen over mijn wangen. Ik moet dit doen, alleen. Hulp ga ik toch niet krijgen. Ik wacht wel. Hier. Alleen. Niemand die het zou merken. Verhongeren. Wegrotten. Dat is de enige manier. Ik ga op de grond zitten en sla een arm om haar schouders. 'Ik help je, we komen er wel uit.' Ik kan de angst in haar ogen zien. 'Jacy.' Zachtjes hoor ik haar stem trillen. 'Stil maar.' Ik moet haar veilig brengen. Ik kan niet anders. Ze is de enige die ik nu nog heb. Niemand anders die ik nog kan vertrouwen. We lopen door een stille, afgelegen wijk. Niemand te bekennen. Niets te zien. Enkel een paar oude, leegstaande huizen. Zou dit veilig genoeg zijn? Het ziet er uit als een oude criminelenbuurt. Maar dit lijkt nu de enige optie. Ik raap een steen van de grond en probeer hem door het raam te gooien. Mis. Poging twee. Dit moet wel lukken. Met al mijn kracht probeer ik het opnieuw. Raak. Snel sluip ik naar binnen. Voorzichtig kijk ik om het hoekje bij de deur. Niemand aanwezig. Ik ben opgelucht. Eindelijk heb ik een plek gevonden waar het wel veilig is. Hoop ik dan. Ik hoor een deur hard dichtklappen. Shit. We moeten weg hier. Door een klein luik aan de achterkant van het huis, sluip ik naar buiten. Er zit niets anders op, we moeten terug naar ons eigen huis. Samen lopen we opnieuw door de lange, donkere straten. Via het kleine, openstaande raampje klim ik naar binnen. Alles lijkt anders. Het lichaam van mijn moeder ligt nog steeds stil op de grond. Geen beweging mogelijk. Maar wat is er anders dan? Het voelt niet meer als thuis. Alsof we bij een vreemd huis hebben ingebroken. Ik ben hier opgegroeid, dit zou toch altijd als thuis moeten voelen? Ik snap het niet. Al mijn herinneringen, ik heb ze hier achtergelaten. De hoop ze ooit nog terug te vinden, bestaat niet meer. Ik moet opnieuw beginnen, met alles. Maar een uitweg uit deze situatie,lijkt er niet te zijn. Met kleine stapjes loop ik door het huis. Het is koud, er gaat een rilling door mijn lichaam. Voorzichtig loop ik verder, de trap op. Er komen vreemde geluiden vanuit de slaapkamer. De deur zit dicht. Ik strek mijn arm uit naar de deurklink. 'Niet doen.' Molly staart angstig naar de deur. Snel trek ik mijn hand terug. Wat moet ik doen? Naar deze slaapkamerdeur blijven staren heeft geen zin. Maar wie of wat maakt die geluiden? Het maakt me bang. Kan ik dit wel aan? Ik moet wel, voor Molly. Maar hoe lang ik dit nog ga volhouden, weet ik niet. Ik draai me om, met mijn rug naar de deur. Ik wil verder lopen, maar iets houdt me tegen. Mijn voeten schuiven naar de deur, alsof ik in een zwart gat gezogen wordt. 'Jacy! Nee!' 'Molly, blijf hier. Ik kom terug.' Haar grote, blauwe ogen staren me angstig aan. Steeds verder verdwijn ik, niet wetende waar ik terecht zal komen. Maar het gevoel dat ik Molly daar alleen heb achtergelaten, doet me pijn.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jul 13, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

LostWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu