hoofdstuk 1

57 3 0
                                    

Ik loop samen met mijn zusje Anna over het school plein. 'Wat zijn razzia's? Vraagt ze opeens. 'Anna daar ben je nog te jong voor, zeg ik. Dan zie ik in de verte langzaam heek wat autos van duitsers aan komen. Ik raak in paniek. Dit is een joodse school! Tuurlijk komen ze alle kinderen hier ophalen. 'Anna kom we gaan naar binnen, zeg ik en we rennen naar binnen. Binnen zitten meer kinderen doods bang. Ik ga samen met Anna zitten. 'Wat was er, vraagt ze. 'Het waren de duitsers, zeg ik 'ze kwamen hier naar toe met heel veel auto's,. Anna's gezicht word lijkbleek. Dan vliegt er een kogel door het raam. 'We moeten naar buiten, zegt een juf. Langzaam loopt iedereen naar buiten. Er staan overaal duitsers. 'Instappen, brullen ze. Ik snap het gelijk. Dit is een razzia. Langzaam lopen de kinderen de auto's in. Dan krijgen we allemaal een rugzak met spullen. Het waren echt onze spullen. 'Hoe komen jullie hieraan, vraag ik. 'We waren eerst al jullie ouders oppakken, zegt iemand 'en we namen de spullen mee,. 'War is dit, vraagt Anna . 'Dit is een razzia, zeg ik. Dan beginnen de auto's met rijden. Langzaam kruipt Anna tegen me aan. 'Waar worden we naartoe gebracht, vraagt iemand. 'Kamp westerbork, zegt iemand anders 'en daarna naar andere concentratie kampen,. 'Gaan we dood Maartje, vraagt Anna. 'Tuurlijk niet, zef ik maar niet met veel zeker heid

Toen Alles VeranderdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu