Hoofdstuk 8

110 10 7
                                    

Hallo mensjes die dit lezen. Dit hoofdstuk is heftig en niet al te lang.  Ik zeg het maar even, alsnog veel plezier met lezen! <3

Al een tijdje ben ik thuis, alleen. In de welbekende kamer, zittend aan het welbekende bureau. Maar dat boeit me allemaal niet. Wat me op dit moment boeit is de pijn. Het overheerst. Want wat maakt het uit dat ik op deze wereld ben? Wat maakt het mensen uit dat ik dit mezelf aandoe? Wat maakt het uit dat ik pijn heb? Helemaal niks. De adrenaline vol met woede pompt door mijn lijf. Mensen voelen de pijn niet die ik heb. Ze hebben niet meegemaakt wat ik heb. Ze weten niet hoe ik me voel. Niemand weet dat.
Ik trek de la van mijn bureau open. Ergens achterin ligt mijn schooletui van vroeger. Ik pak hem eruit en rits hem open. Opzoek naar iets waar ik naar verlang. Waar ik te lang op heb gewacht. Wat ik altijd heb uitgesteld. Wat ik nodig heb om de pijn weg te halen. De ijzeren puntenslijper schijnt in het licht van mijn lamp, het geeft net licht, het doet me denken aan mij... Snel haal ik de schroef ertussenuit. Ik heb dit NU nodig. De schroef valt uit het ijzer. Het mes is los. Ik pak het en houd het voor me gezicht. Dit is het enige wat het weg kan halen. Dit is verlossing. Mijn pols roept nog net niet: 'Snij me, snij me diep!' Dit is de eerste keer, ik heb het al heel lang willen doen, veel te lang.
Mijn arm gaat omhoog en het mes staat er tegenaan. Zal ik het doen? Ik verdien het. Het is een keertje, daarna niet meer, toch? Ja, vast. Niemand zal er iets van merken, toch? Dat is wat je hoopt.
Alle emoties komen omhoog, de woede, de angst, de verdrietigheid. Tranen prikkelen in mijn ogen. En dan raakt het mesje mijn huid. Ik sluit mijn ogen terwijl het steeds dieper gaat en het de pijn verminderd. Het gevoel waar ik aan toe was. Het gevoel waar ik op heb gewacht. Het gevoel waarover ik heb gefantaseerd. Het is heerlijk. Het mesje gaat voorzichtig mijn arm weer uit als ik mijn ogen open. Het bloedt, het bloedt erg. Het laat me schrikken, maar het voldane gevoel overwint. Opnieuw duw ik het mesje in mijn arm. Het is wat ik verdien. Het bloedt loopt dansend mijn arm af. Het is een vreugdedansje dat het eindelijk mijn lichaam uit mag. Bij elke snee die ik mijn lichaam zet bedenk ik waar die voor is: deze is voor de pijn die ik anderen geef, deze is voor het zijn van een monster... Voor de derde keer zet ik het mesje tegen mijn arm. Met een snelle beweging duw ik hem in mijn huid. Van links, naar rechts. Deze is voor de honderden stukjes van mijn gebroken hart.
De pijn, het voelt zo ontzettend goed. Dit voldane gevoel wil ik voor altijd. Het moet blijven. Het gevoel neemt mijn lichaam over. Het lijkt wel alsof ik niet meer kan stoppen. En ook voor de vierde keer tekent het mesje een prachtige rode streep op mijn arm. Op de arm van mij, een lelijke, stomme, nutteloze jongen. Daar is deze snee voor. Voor het zijn van mezelf. Het zijn van de kutte ik.
En dan stop ik. Niet omdat ik wíl stoppen. Ik stop doordat het lichte gevoel in mijn hoofd me teveel wordt. Alle sneden bloeden nogsteeds, heel erg. Ik loop naar de badkamer, met wat tioletpapier dep ik het bloedt wat uit mijn getekende lijnen komt. Het is mijn manier van kunst: emoties tonen op papier. Alleen mijn arm is het canvas, en het mes is het penseel.
Mijn moeder schildert ook vaak, het is prachtig wat ze maakt. Bij deze deel ik haar passie.
Wat zal ze trots op me zijn...
Jeremy. Hoe ga ik het voor hem verbergen? Lange shirts. Dat wordt weer leven in sweaters en over-sized truien. Ookal is het warm. Je moet er iets voor over hebben, toch?
De pijn van de verse wonden wordt weer minder. Het bloeden is ook al grotendeels gestopt. Als ik in het toilet kijk zie ik een stuk of 18 blaadjes aan toiletpapier liggen. Allemaal rood. Rood van mijn bloed. Bloed wat ik heb veroorzaakt. Wat ik écht nodig had.
Het laatste blaadje gooi ik in het toilet voordat ik hem doorspoel. Daar gaat het dansende bloed, weg van mij. Ik loop weer terug naar mijn kamer. De overgebleven stukjes van de puntenslijper stop ik terug in mijn etui. Het mesje moet ik verstoppen. Maar waar...? Ik kijk mijn kamer rond voor de perfecte verstopplaats. Mijn ogen stoppen bij mijn schapje boven mijn bed. Er staan een stuk of 7 boeken op. Waaronder ook mijn lievelingsboek: Wonder van RJ Palacio. Ik pak het boek eruit en open het bij pagina 94: mijn geluksgetal. Ik zet het boek tussen twee anderen nadat ik het mesje tussen de pagina's heb gestopt.
Nu zal ik de wonden ook moeten verbergen. Ik open de deuren van mijn kast en pak een veel te groot grijs vest eruit. De mouwen zijn extra lang, mooi dus. Ik trek het aan en stroop de mouw van mijn linkerarm nog even op terwijl ik me op mijn bed laat vallen. De wonden zijn knalrood. Het is mooi. Mooi rood. Precies het tegenovergestelde van de blauwe kleur die uit mijn lichaam komt. Het tegenovergestelde: blauw staat voor 'Monster', rood staat voor 'Verlossing'. Rood is het positieve en blauw het negatieve. Rood overheerst. Ik laat de mouw weer omlaag vallen. Mijn hoofd valt op mijn kussen en mijn ofen worden zwaar.
Niemand zal hier ooit achter komen.
Hoop ik.

Dit was het. Ja, beetje heftig...
Laat weten wat je ervan vond: reactie/sterretje :)
Tips mogen ook altijd!
Xx Mer

BELIEVE.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu