Ik smijt de ketting die ik van hem heb gekregen in de vuilbak. Er staat "voor mijn vlam" op. Een tijdje geleden vond ik dat nog superlief van hem en moest ik er elke als ik eraan voelde of het om mijn keel zag bungelen giechelen. Nu is het enkel nog een stomme herinnering die in rook op is gegaan, net als onze liefde zelf. Mijn hart is gebroken, nee, het is versplinterd in honderdduizend kleine scherpe stukjes. Het gevoel van verliefd zijn is compleet opgebrand. Eigenlijk had ik niet zo verrast moeten zijn, want ik zag het aankomen. Helaas heb ik een vermoeden dat de herinneringen er altijd zullen zijn, waar ik ook heen ga, wat ik ook doe. Ze zullen nog een hele tijd smeulen als rook en as van de vlam die onze relatie was. Was. Ik heb me een lange tijd sterk gehouden, maar ik ben nu uitgebrand vuur. Want liefde is als vuur: het stroomt een tijdje door je aderen, laat je verlangen naar de ander, gelukkig zijn, op een roze wolkje zweven, het maakt je sterk. En dan is het voorbij. Het licht gaat uit en je staat weer in het donker. En ik ben geen brandweer, dus ik kan m'n eigen hart niet eens blussen; mezelf verlossen van dit liefdesverdriet. Ik haal de doos met herinneringen onder mijn bed vandaan. We hadden er allebei veel stickers met hartjes en briefjes met lieve tekstjes op geplakt. Het was de bedoeling dat we, als wel later oud waren, altijd in deze doos zouden kunnen kijken. Daar heb ik geen zin meer in, ik wil hem het liefst in de fik steken, laten opbranden, net als de liefde. Ik heb het gevoel dat ik kapot zal gaan van verdriet, maar ook van spijt en teleurstelling. En schuldgevoel. Ik ben zo stom geweest! Ik adem nog, maar ik ben gebroken. Ik heb zijn geheim ontdekt: hij ging met andere meisjes. Mijn vrienden hadden me er al voor gewaarschuwd, maar ik wilde natuurlijk niet luisteren. In het kleine dorpje waar ik woon, heeft iedereen het constant over hem; de casanova. Ik hoorde ze overal fluisteren, de praatjes die de ronde deden, en dan keken ze altijd naar mij. De ingekaderde foto van ons twee samen gaat ook de vuilbak in. Dan ineens piept mijn iPhone. Ik kijk op het beeldscherm en zie dat ik een bericht heb gekregen van Riley, mijn beste vriendin. 'Kom je ook vanavond?' Even weet ik niet waar ze het over heeft, maar dan schiet het me weer te binnen: het is vanavond het afscheidsfeest van het schooljaar. Samen met de hele klas hebben we een heel feest georganiseerd om het schooljaar af te sluiten. En ook omdat er een paar naar een andere school gaan, zoals Maya. Natuurlijk ga ik; afleiding is nu precies wat ik nodig heb. 'Ik kom' typ ik en druk op "verzenden". Nu ik naar een feest ga heb ik wel een geschikte outfit nodig. Ik trek mijn houten kleerkast open en rommel tussen mijn jurkjes. Ik stop als ik een rood cocktailkleedje met rushes vanonder en glitter aan de bovenkant zie hangen. Ik weet nog goed waar ik dit gedragen heb: op het schoolfeest. De avond dat Dennis me ten dans heeft gevraagd. De avond dat ik "ja" heb gezegd op een vraag waarop ik dat niet had mogen antwoordden. Dat had me veel ellende bespaard. Ik haal het kleedje uit de kast en leg het op mijn bed. Zou ik het niet weg moeten doen? Ik ga met mijn hand over de stof en herinneringen komen naar boven. Ik en Dennis die samen lachen, hij die me cadeautjes geeft, hij en ik die zweren voor altijd samen te zijn. Mijn hart doet pijn als ik eraan terugdenk. Voor altijd samen. Ik moet een snik onderdrukken als de woorden in mijn hoofd echoën. Ik besluit om iets groen aan te doen, omdat ik weet dat Dennis dat geen mooie kleur vind. Snel pak ik een casual lichtgroen jurkje, bruine flats en steek mijn haar op. Ik doe nog snel mijn lievelings- oorbellen in de vorm van een bloem in en breng wat blush op mijn wangen en mascara op mijn ogen aan. In een automatisme draai ik me naar het nachtkastje om de ketting die Dennis me gegeven heeft te pakken, maar dan realiseer ik me weer dat ik die in de vuilbak heb gegooid. Waar hij ook hoort. Snel neem ik de ketting die Riley me gegeven heeft voor mijn verjaardag en doe die om in de plaats. Als ik op de klok kijk zie ik dat het halfzeven is, tijd om te gaan. Ik stuur nog een bericht dat ik onderweg ben naar Riley en haast me dan naar de deur. 'Dag mam! Ik ben naar dat afscheidsfeest!' Ik had haar er al over verteld, dus ze weet wat het is. Ik open de garage, trek mijn fiets eruit en spring op het zadel. Gelukkig had ik ook nog mijn leren jas meegepakt, want het is best fris aan het worden. Als ik aankom bij het huis van Jasper, waar het feest gehouden wordt, staat Riley al op me te wachten. 'Je bent er! Kom, we gaan aan het kampvuur zitten.' Ze trekt me mee naar de achtertuin waar iedereen is. Jaspers vader sleept samen met nog een paar jongens van de klas wat houtstronken naar de vuurkorf die in het midden van de tuin staat. Ineens zegt Riley 'Ik vind het echt heel stom van Dennis.' Ik hoef niet na te denken om te weten wat ze bedoeld, en ik weet ook dat ik de juiste keuze heb gemaakt, maar toch kan ik er niks aan doen dat het koud heb zonder zijn armen om me heen. Ik glimlach naar Riley. 'Vriendinnen zijn toch beter.' Samen gaan we aan het vuur zitten en praten. Laat die rook en as maar afkoelen, want er zal ooit wel eens een nieuwe vlam ontstaan.
christy1904 , yonileuverink ik kon het niet met mail sturen dus heb ik besloten het zo te doen. Hoop dat het zo ook goed is

JE LEEST
Verhalen voor schrijfwedstrijd
De TodoHierin komen al mijn opdrachten voor schrijfwedstrijden.