De volgende dag werd ik wakker met een rotgevoel. Ik had een droom gehad, maar hij was anders dan de anderen dromen. Voor de val zij Anna dit: 'Ik zal je missen, maar je moet weten dat ik altijd bij jouw zal zijn. Ik zal je helpen. Toen kwam die akelige val weer. Maar dit keer was het anders, alsof ik afscheid heb kunnen nemen.
De volgende dag ging ik weer naar school. alle gezichten waren op mij gericht. Ik liep naar mijn kluisje om mijn boeken er in te stoppen. Ineens zag ik een briefje liggen en pakte het briefje op. Op het briefje stond: