Proloog: De vergadering

12 2 2
                                    

'Weet u het zeker?' Een zware stem klonk vanuit de uiterste hoek van de kamer. Tenminste, voor zover de kamer hoeken had. De leegte en de volheid van verschillende dimensies kwam in deze kamer bij een. De Dimensiekamer trilde. Een man knikte. Zijn lange vingers gleden over zijn baard heen. Zijn wenkbrouwen waren opgetrokken, zodat zijn ouderdoms rimpels nog dieper werden. 'Alles wijst er op, dus ja, ik ben er vrij zeker van,' zei de man, half in zichzelf mompelend, half hard op. 'Dus het zijn Zwartegatelingen?' Dit maal kwam de stem van een van de Jongeren. Een paar boze blikken schoten zijn kant op. Iedereen wist waar ze het over hadden, waarom moest hij het dan nog duidelijker maken? Het was een ongeschreven regel, die hij ongeschreven verbroken had.
De man met de baard stond op en liep naar het midden van de kamer. Hij hefde zijn handen op, liet ze naar beneden zakken en vormde daarna een cirkel. Een tafel verscheen. 'Wat stelt dit voor, Amadeus?' vroeg de Man vanuit de Hoek van de kamer. 'Het verscheen hier een paar dagen geleden, Jonathan.' Jonathan knikte en ging dichterbij staan, zijn handen waren in een gevouwen. Langzaam krulde zijn handen los en volgden ze de lijnen die in de tafel waren gekerfd. 'Schitterend...' Zijn ogen twinkelden, terwijl hij bezig was een vierkante cirkel te traceren. Bij elk stukje dat hij volgde, lichtte het stuk daarvoor op. De cirkels begonnen elkaar te overlappen, de vierkanten begonnen elkaar te overschaduwen en de driehoeken versprongen van plaats. Amadeus staarde naar het geheel, zijn blik toond geen enkele angst, terwijl de rest van de ogen de vormen angstig vormden. Amadeus had het een keer eerder meegemaakt. Hij wist wat er zou komen. De tafel viel uit een en een hevige lichtknal deed de kamer schudden. Mensen schreeuwden, licht flitste en Amadeus keek toe. Iets vertelde hem dat er meer aan de hand was dan alleen Zwartegatelingen. Hij hief zijn hand op, spreed zijn vingers en draaide met zijn andere hand rondjes om zijn vingers heen. Ronde gaten verschenen, gevuld met oneindigheid en eindigheid. De mannen begonnen te rennen, sprongen door de gaten en keken niet meer om.

De DimensiespringersWhere stories live. Discover now