Mijn lievelingskleur

15 2 5
                                    

"Hé daar."
"Ik ken jou niet."
"Dan kun je me toch leren kennen."
"Liever niet."
"Wat is je naam?"
"Laat me met rust!"
"Heb je soms zin in een spelletje?"
"Rot op!"
"Hé blijf eens hier jij!"
"Laat me los!"
"Niet zomaar wegrennen hè, dat is onbeleefd. Heeft niemand jou manieren bijgebracht?"
"Raak me niet aan!"
"En dan? Wat ga je dan doen hè? Helemaal niks. Als jij nu gewoon braaf stilzit, dan zal ik je geen..."

En hij stopte.
Het vlees voelde zacht toen ik mijn mes erin stak. Bijna zo zacht als broodjes voordat het in de oven gaat. Achteraf gezien had ik het mes er beter in kunnen laten zitten, maar ik trok het mes uit zijn lichaam. De man snakte naar adem en drukte zijn hanoen tegen zijn buik, precies op de plek waar ik hem zojuist verminkt had. Maar het hielp niets. Warm, donkerrood bloed stroomde tussen zijn vingers door, langs zijn handen en drupte uiteindelijk op de grond.
Mijn lievelingskleur.
Ik stoot een kort, sarcastisch lachje uit. De man had het vast verkeerd begrepen, want hij keekan me aan met een mengeling van angst en weerzin. Ik wilde hem nog uitleggen dat ik niet moest lachen omdat hij doodging, maar omdat mijn lievelingskleur nou eenmaal ook rood is, net als bloed. Maar voor ik mijn mond open kon doen, zakte hij in. De man zakte op zijn knieën, hij probeerde nog iets te zeggen, maar er kwam alleen maar een gorgelend geluid uit zijn mond. Ik draaide me om en liep langzaam weg, terwijl de man ter aarde stortte. Langzaam doofde zijn ogen, totdat er slechts een lege huls overbleef.

Ik weet niets meer van wat er daarna gebeurde, waarschijnlijk ben ik naar huis gegaan, want nu zit ik op mijn kamer. Ik lig in bed, maar ik ben klaarwakker. Ik zou al moeten slapen, maar het mes trekt mijn aandacht. Ik sla de dekens van mij af, kom zo zacht mogelijk overeind en loop op mijn tenen naar mijn tas. Tenslotte wil ik mijn ouders niet wakkermaken. Zo voorzichtig mogelijk rits ik het achtervak open en pak ik het mes er voorzichtig uit, zodat mijn boeken niet beschadigt worden. Op mijn tenen sluip ik terug naar bed en doe mijn nachtlamp aan. Ik bekijk het mes onder het felke licht van de lamp. Het bloed is inmiddels opgedroogd, maar de kleur is nog steeds hetzelfde.

Mijn lievelingskleur.

Zodra ik het bloed aanraak, stroomt er een warm, bijna behaaglijk gevoel over me heen. Het beschermt me, als een rups in een cocon. Ik snuif, grinnik een beetje en begin uiteindelijk te schateren van het lachen. Want ik besefte dat, niet alleen dat ik het zo weer zou doen, maar dat ik er zelfs van zou genieten. Tevreden leg ik het mes weg, doe ik het licht uit en val met een grijns op mijn gezicht in slaap.

Mijn lievelingskleurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu