20.

88 4 0
                                    

Ik bel aan. Maar niemand doet lopen. Nog een keer duw ik op de bel. 'Alstublieft doe open.' Fluister ik en kijk achter me. 'Angie?' Een verbaasde stem laat me omdraaien. 'Herman...' Fluister ik. 'Wat is er?' Hij kijkt ineens hele bezorgd. 'Mag ik alstublieft binnen komen.' Ik kijk nog een keertje achterom, bang dat Stefano me gevolgd is. 'Ja ja, kom binnen.' Antwoord een onbegrijpelijke Herman.

'Hier is wat warme chocomelk.' Hij zet een kom voor me neer. 'Dankje.' Ik blijf voor me staren. 'Angie?' De stem van Violetta doet me opkijken. 'Wat doe je hier?' Ze komt naast me zitten. 'N...niks.' Ik pak de kom en neem er een slok van. Ik wil niet dat ze zich zorgen maken. 'Angie vertel op.' Herman gaat in de zetel over ons zitten. 'Het is niet belangrijk.' Ik zet mijn kom terug weg. 'Waarom lijk je dan zo overstuur?' Violetta pakt mijn handen vast. 'Het is gewoon....' Ik zie de boze Stefano weer voor me komen. 'Angie.' Violetta zwaait met haar hand voor me. 'Mag ik eerst met je vader praten?' Ik kijk Violetta aan, ze weet niet dat ik vandaag al bij hun was. En ik heb geen zin in al haar vragen. 'Ja tuurlijk, maar ik wil wel weten wat er gebeurt is.' Ze staat op en loopt terug naar boven.

'Vertel.' Herman kijkt me aan. 'Hij wist dat ik hier was voor jou.' Ik wenk mijn ogen van hem af. 'Stefano?' Hij kijkt verbaasd. Ik knik. 'Hij was boos.' Het lijkt of ik terug bij Stefano ben, dat hij dicht voor me staat, met die rare blik. 'Hij zei dingen die me pijn deden, hij heeft nooit van gehouden. Hij wou me alleen maar pijn doen.' Ik voel tranen in mijn ogen prikken. 'Nadien sloeg hij me.' Ik voel mijn wang nog steeds gloeien. 'Dat kan hij niet maken.' Herman staat op. 'Ga alstublieft niet naar hem. Je gaat het erger maken.' Ik kijk hem aan. Die woorden laten Herman stilstaan. 'Maar hij kan je niet zomaar slaan! Hij kan je niet pijn doen.' Hij komt naast me zitten. 'Dat is lief van je. Maar ik ben het al gewoon. Elke man waar ik wat mee heb gehad heeft me pijn gedaan.' Ik kijk hem niet aan. 'Maar sommige bedoelen het niet zo.' Ik weet dat hij zijn eigen bedoeld. 'Maar waarom doen ze het dan.' Ik kijk hem aan. 'Omdat ze bang zijn, en laf.' Hij kijkt me ook aan. 'Vooral laf.' Hij heeft nog steeds die mooie bruine ogen waar je in kan wegsmelten. 'Het spijt me voor alles.' Hij pakt mijn hand vast. 'Dat weet ik. Ik vergeef het je ook.' Ik glimlach zachtjes. 'Dat is goed om te horen.' Hij veegt wat tranen bij me weg.

Take me back.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu