Hoofdstuk 4
Harry lag in zijn bed, dromend. Hij droomde over gister, toen hij zijn zoontje Albus Severus Potter naar de Zweinstein-Express had gebracht. Hij droomde over dat moment... toen Albus in de trein stapte. Hij hoopte dat alles goed zou gaan. Albus zou een goede tovenaar worden, jaa... Maar wat zag hij nou?! Er stond iemand tegen de muur aan de overkant van het perron. Hij keek naar Harry, en Harry kijkt naar hem. Wie was dit mens? Was dit wel een mens? Na goed gekeken te hebben, zag Harry dat het geen mens was. Het was een elf. De elf keek naar hem alsof hij wist wie het was, en Harry dacht hem ook te kennen. Maar toen vroeg Ginny of hij mee wilde komen, want ze had nog wat dingen te doen. Harry zei ja en ze gingen weg... maar hij had toch graag willen weten wie die elf was...
