De Cocon ( ft. Ian Thomas)

368 1 1
                                    

A/N: Dit verhaal is voor Zoë Weyns. Ik hoop dat je er blij mee bent meid!

- Anouk

Het was donker buiten en het kille maanlicht zocht zich langzaam een weg door de spleetjes van mijn katoenen gordijnen. Ik lag in mijn bed, luisterend naar de hysterische stem van mijn moeder, die opbokste tegen de overslaande stem van mijn vader. Mijn ademhaling joeg gejaagd door mijn keel toen ik een klap hoorde, gevolgd door doodse stilte. De rode stiletto’s van mijn moeder tikten onzeker door de gang, begeleid door voorzichtige snikjes. Toen ze haar sleutels uit haar peperdure handtas pakte, doorbrak het gerinkel eventjes de verstikkende stilte. Niet veel later galmde de klap van de voordeur door de immense hal, bijna direct gevolgd door het knisperen van autobanden op grind. Toen langzaam het vertrouwde geronk in de verte verdween, verplaatste mijn vader zijn kolossaal lichaamsgewicht naar de woonkamer om daar een of andere reportage verder te bekijken. Niet veel later zochten zachte voetstapjes mijn deur en doemden twee grote, bange ogen op in mijn deuropening. Aarzelend kwam William dichterbij en reek zijn kleine handje naar me uit. Ik nam zijn kleine warme lichaampje in mijn armen en drukten onze betraande wangen tegen elkaar. Een gevoel van veiligheid en rust maakte zich meester van mij en langzaam gingen onze huiverige snikken over in een onvaste slaap.

Diezelfde nacht nog klopte een iets oudere man gehuld in een politie-uniform bedeesd aan op onze brede eikenhouten voordeur. Hij deelde met een lijkbleek gezicht mee dat Jane Jansens, mijn moeder, omgekomen was bij een auto-ongeval in het dorpscentrum. Mijn vader had haar letterlijk de dood ingejaagd. Het was alsof een bom mijn ingewanden verpletterde. In een recordtempo raakten mijn knieën de grond en mijn lichaam begon langzaamaan steeds sneller te schokken. Hortende kreten van onmacht en ongeloof ontsnapten uit mijn keel. Alles tolde voor mijn ogen en schrapend langs de vloer probeerden mijn nagels nog enige houvast te vinden. Het was alsof mijn wereld bestond uit een dun stuk glas, glas dat net met een enorme steen aan diggelen was geslagen. Mijn leven lag in miljoenen flinterdunne stukjes, verspreid over de grond en ik had geen idee hoe ik die allemaal weer op zijn plaats zou krijgen.

De dood van mijn moeder sleurde me langzaam de diepte in. Het was alsof ik in een zwarte ondoordringbare cocon zat. Ik kon me er onmogelijk uit bevrijden en het leek wel of hij zich elke dag strakker en strakker rond mijn lichaam wikkelde, waardoor ik het steeds moeilijker kreeg om te ademen. Verschillende psychiaters hebben geprobeerd om me te bevrijden uit mijn verstikkende cocon, maar de cocon had me al te stevig in zijn greep. In mijn hoofd was het een complete chaos en ik had geen moment rust meer. Het voelde alsof ik midden in een overvolle kamer aan het schreeuwen was om hulp, maar niemand me kon horen. Mijn leven bestond enkel nog uit paniekaanvallen gevolgd door emotionele uitbarstingen. Het was een vermoeiende en uitputtende sleur en ik kon eerlijk gezegd niet wachten tot mijn vreselijke leven voorbij was. En als het niet voor William was, had ik er al lang een einde aan gemaakt, maar zijn liefdevolle knuffeltjes en oprechte glimlach hielden me in leven. Ze gaven me net genoeg reden om het vol te houden, om nog eventjes te vechten.

Toen kwam hij in mijn leven en veranderde alles.

Het was een gewone dinsdagochtend, even grauw en uitzichtloos als anders. Het enige verschil was dat het bankje waar ik elke dag mijn pauzes op doorbracht, bezet was. Toen ik de persoon die mijn plaats in had genomen beter bekeek, ging er voor het eerst sinds maanden een zindering van geluk door mijn lichaam. Ik was er vastbesloten van overtuigd dat het een engel was. Hij was zo buitenaards mooi en puur dat het geen mens kon zijn. Zijn volle wimpers accentueerden zijn hemelsblauwe ogen en zijn witte tandpastaglimlach gaf me klamme handen. Zijn schoonheid overviel me zo dat ik ontzet een stap achteruit deed. Doordat ik mijn ogen niet van hem kon afwenden, had ik de oneffenheid op de grond achter me natuurlijk niet opgemerkt. Met mijn mond nog wagenwijd open viel ik met een onelegante boog op de grond. Met knalrode wangen en een gegeneerde blik raapte ik razendsnel mijn paarse rugzak van de grond en snelde naar de wc’s. Toen ik heel voorzichtig omkeek zag ik dat de jongen me aanstaarde, hij leek zachtjes te lachen om mijn stunteligheid en toen hij zag dat ik keek, schonk hij me een vertederende glimlach.

Die dag veranderde er iets diep in mij, een gevoel overspoelde al mijn onzekerheden en verdriet. Het was een intens gevoel, een gevoel van hoop en diep verlangen. Ik kon er geen naam op plakken, maar ik voelde intuïtief aan dat het sterk was. Het voelde alsof mijn hart een nieuw leven had gekregen en het pompte meer bloed door mijn aderen dan ooit tevoren. Langzaamaan verscheen er terug een gezonde blos op mijn wangen en mijn lippen krulden zich vaker op tot een glimlach, zonder dat ze daar enige reden toe hadden. Ik voelde hoe de wand van mijn cocon elke dag dunner en dunner werd, ik kon bijna de buitenlucht weer proeven. Ik keek reikhalzend uit naar het moment waarop die zware last van mijn borstkast zou vallen en ik eindelijk weer ongestoord en vrij kon ademen.

Die nacht kon ik aan niets anders denken dan aan zijn stevige gebruinde handen en zijn gespierde borstkast. Het verlangen om in zijn armen te verdrinken was zo groot dat ik het uit wou schreeuwen. De volgende dag kon ik het dan ook niet helpen dat ik een gilletje slaakte toen ik zijn licht bruine kuif in de massa ontdekte. Verbaasd keek hij om en toen hij mij herkende kwam hij quasi nonchalant mijn richting uit. Mijn hart ging zo angstaanjagend snel te keer dat ik me afvroeg of het nog wel gezond was. Toen hij dichterbij kwam, viel me pas op hoe groot hij was. Toen hij nog slechts op een meter van me afstond, stelde hij zich voor als Ian Thomas Hoelen. Ian. Het was het mooiste woord dat ik ooit gehoord had. Langzaam sprak ik zijn naam uit en ik liet elke letter langzaam smelten op mijn tong. Toen ik zijn vragende blik zag, begreep ik dat ik mezelf natuurlijk ook moest voorstellen. Met een onvaste stem vertrouwde ik hem toe dat mijn naam Zoë Weyns was. Toen ik mijn naam uit zijn mond hoorde komen, voelde ik me vereerd. Zijn zuiderse accent trok me helemaal over mijn laatste onzekerheden heen en ik vloog in zijn armen. Verbaasd zette hij een stap achteruit en keek me lachend aan. Vlug wendde ik mijn blik af en hoopte maar dat ik het nu niet helemaal verpest had. Ik liep zachtjes achteruit, klaar om een spurtje te trekken naar de uitgang om me daarna op te sluiten in mijn kamer en er nooit meer uit te komen. Maar net toen ik me omdraaide, voelde ik hoe een warme zachte hand me stevig beetnam en me gebiedend terug trok. Verwonderd liet ik me leiden door Ian. Hij draaide mijn tengere lichaam naar zijn gespierde borst toe en legde zijn armen op mijn rug. Voor ik goed en wel besefte wat er gebeurde, voelde ik twee tedere lippen op de mijne. Een gevoel van diep geluk zinderde door mijn lichaam, gevolgd door een explosie van kleuren en vlinders. Zijn handen drukten me steviger tegen zijn lichaam en een gevoel van opluchting en vrijheid maakte zich meester van mij. En voor het eerst sinds de dood van mijn moeder wist ik dat alles op zijn plaats zou vallen. Misschien was de oude Alexis verloren gegaan toen haar moeder stierf, maar ik wist zeker dat Ian me ging helpen bij het ontwikkelen van een nieuwe sterkere versie. Hij zou me helpen de laatste restjes cocon van mijn lichaam te rukken. Samen zouden we een eind maken aan deze zwarte periode uit mijn leven. 

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Sep 15, 2014 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

De Cocon ( ft. Ian Thomas)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu