Er schoven wat planken en stenen opzij. Er verscheen iets of iemand. Ik weet niet wat het is, maar ik kan het omschrijven. Het is lang, dun en heeft een donkergrijze tint. Het heeft een gezicht want er is zowaar een grijns te bekennen op zijn gezicht. Het verplaatst zich langzaam naar mij toe. Ik verroer geen vin en blijf stokstijf staan, hopend dat het ding me niks aan zal doen.