Hoofdstuk 2
Verdwaasd liet de telefoon langzaamaan zakken en keek ik er naartoe. Daarna legde ik het met een klap op mijn bureau. Ik rende zo snel als ik kon naar het kantoor vam Carter.
'Carter!' riep ik. 'Was dat telefoontje een test of echt?' Ik wou er geen lange zin van maken, dan zou hij nog duidelijker mijn trillerige, hese stem horen.
'Telefoontje?' vroeg Carter kalm,en keek me niet begrijpend aan. 'Wij doen niet aan onnodige testen. Dat gaat ten koste van de werktijd. En met demonen, monsters, menselijke moordenaars en dat soort tuig mag je niet spotten!' De laatste zin zei hij extra streng. 'Oh... oke,' zei ik met een trillerige stem. Ik maakte aanstalten om terug te gaan naar mijn bureau.
'Wacht!' zei Carter. 'Hoezo die vraag eigenlijk? Ben je dan gebeld? Wat heeftie dan gezegd? Iets bijzonders?' Ik slikte, ik vond het doodeng, straks luisterde het wezen, dat me belde, mij wel af! 'Nou ehh...' begon ik. 'Kunnen we alsjeblieft even alleen praten? Ik hoef geen mensen die meeluisteren.' Ik keek betekenis vol naar twee collega's die ik tot nu toe niet zag werken, maar meeluisteren. 'Is goed,' zei Carter. En we liepen samen naar het échte kantoor van Carter. 'Nou wat wou je zeggen?'
JE LEEST
Firebird (Dutch)
ActionHelena heeft jarenlang geoefend om aangenomen te worden bij een geheime dienst. Daar ontmoet ze Carter (het hoofd van de dienst). Maar na een maand werken krijgt ze een dreigtelefoontje van een gevaarlijk wezen... het is geen test door de dienst, e...