Mijn moeder zat naast me. Ze zat onder de tatoeages, en ze had ringetjes door haar wenkbrauw. ze droeg zwarte, strakke kleren. Wat normaal is voor een moeder in Onverschrokkenheid. Haar factie. Mijn factie. Nou ja.. Bijna mijn factie. Eerst moet ik nog de inwijding doorstaan.
Ze vroeg: 'Morgen de persoonlijkheidstest. Ben je zenuwachtig?'
'Natuurlijk ben ik zenuwachtig!' riep ik geïrriteerd. De persoonlijkheidstest is een simulatie die iedereen krijgt als je 16 bent. Aan het eind krijg je te horen in welke factie je thuishoort. Vriendschap, Oprechtheid, Eruditie, Zelfverloochening of Onverschrokkenheid. Ik weet zelf zeker dat mijn uitslag Onverschrokkenheid is, de factie waar ik ben geboren en opgegroeid. Ik houd van deze factie.
'Je hoeft niet zo gefrustreerd te doen!' riep mijn moeder, terwijl ze aan een ringetje door haar wenkbrauw draait. Het is een standaard gebaar van haar, als ze geïrriteerd of bezorgt is. Één van de twee. 'Weet wel dat je alles aan mij kan vragen. Wat er ook gebeurt. Welke uitslag je ook krijgt, ik zal je helpen,' zei mijn moeder rustig.
Ik loop weg. Ik ga naar de Kolk, ga aan de rand zitten en bedenk me dat ik nog een laatste "souvenir" wil, iets wat ik altijd meedraag. Ik loop snel naar de tatoeageshop. Ik loop rond en zie al snel een tatoeage van een slang. Die wil ik. Dat is hem.
Ik loop naar de balie. 'Ik wil graag die tatoeage, met die slang,' ik wijs naar de tattoo. 'Waar moet ie komen?' vroeg de man achter de balie onverschillig, terwijl hij aan zijn neus krabt. Het moet een plek zijn waar je de tattoo niet snel ziet. Ik denk na over een goede plek. En dan weet ik het. 'Ik wil hem onder mijn oksel, en dan wil ik dat de staart net om mijn schouder krult,' zeg ik luid en zelfverzekerd. Ik denk dat hij verbaast zou reageren, omdat ik een ongebruikelijke plek kies, maar nee. Hij zegt verveelt: 'Volg me.'
Hij kan op zijn minst een béétje verbaast reageren?! Ik word boos, maar loop toch met hem mee. Ik ga in de tatoagestoel zitten en bereid me voor op de pijn.