De Competitie

11 0 3
                                    




Ik ben Demi, maar misschien ben ik beter bekend als de leider van de Hamnatie. Nog niet zo heel lang geleden was ik nog een gewoon meisje. Zo voelde ik me althans. Natuurlijk hoopte ik stiekem wel eens dat ik bijzonder zou zijn. Ik wilde diep in mijn hart niet geloven dat het leven alleen maar draait om naar school gaan, werken tot je oud genoeg bent om met pensioen te gaan en dat is het dan. Maar ik wist ook dat ik niet moest hopen. Ik had niet bepaald een slecht leven. Ik kreeg niet meer en niet minder dan ik nodig had. Op school ging alles goed. Ik haalde goede cijfers, maar was toch altijd een beetje een buitenbeentje. Het was vredig in de Hamnatie en we hadden een goede, rechtvaardige leider. Tot 2 jaar geleden dan. Onze leider werd ernstig ziek, en had geen opvolger. Zijn vrouw was jong gestorven nog voordat ze hem een kind, een opvolger kon schenken. Jaren kwam hij niet eens zijn paleis uit. Hij werd verteerd door het verdriet om zijn vrouw. En hij is nooit meer helemaal de oude geworden. Maar hoe slecht het ook met hem ging, hij nam het regeren van onze natie altijd heel serieus. Onze natie is voor de andere 5 naties heel belangrijk. Ook al zullen sommige dat nooit openlijk toegeven... Wij zorgen voor het overgrote deel van het voedsel in alle naties. Vanuit onze hoofdstad gaan schepen beladen met eten de hele wereld over. Het geeft ons een goede positie bij onderhandelingen met andere naties. Maar goed, onze leider had volgens de beste artsen in onze natie niet lang meer. Er zou dus snel een nieuwe leider moeten komen? Hoe ben ik, een 'gewoon' meisje, de leider geworden van een hele natie? Dat is nog een heel interessant verhaal.

~ 2 jaar terug ~

Een beetje nerveus stap ik de trein uit, het perron op. Ik zoek snel een bankje uit, en ga zitten met mijn tas op mijn schoot. Ik rits de tas open, en zoek verwoed tussen mijn spullen naar het briefje waarop staat hoe ik zo snel mogelijk bij het paleis kan komen. Ik heb het paleis maar een keer in mijn leven gezien, maar ik was jong en het was van een afstand. Ik kan het me nu nauwelijks meer herinneren. Ik herinner het me nog, omdat ik toen gewenst had om daar ooit te mogen wonen. Ik was zo naïef toen. Om eerlijk te zijn, weet ik niet eens wat me bezield om hier aan mee te doen. Het leek thuis nog zo'n goed idee, maar nu weet ik het niet meer zo zeker. Ik weet niet eens wat ik kan verwachten. 'Hey,' hoor ik een jongensstem plotseling. Ik spring bijna een gat in de lucht. Ik had me niet gerealiseerd dat er iemand naast me was komen zitten. 'Hi,' mompel ik terug, zonder echt goed te kijken naar degene die me zojuist heeft aangesproken. 'Ik... Ik moet gaan, ik ben al laat,' zeg ik. Ik wil het gelijk terugnemen. Wat zou het hem schelen of ik laat ben of niet? Maar tot mijn verbazing komt hij naast me lopen. 'Laat waarvoor?' vraagt hij geïnteresseerd. 'De competitie.' De woorden zijn al over mijn lippen, nog voor ik het besef. Ik sta mezelf toe even zijn kant op te kijken. Hij lacht, maar ik kan er niet uit opmaken of hij gewoon lacht of dat hij me uit staat te lachen. 'Wat?' vraag ik onzeker. 'Een meisje? Een meisje dat naar de competitie gaat?' Beledigd kijk ik naar de grond. 'Wat maakt het nou weer uit dat ik een meisje ben,' mompel ik verontwaardigd. 'O nee, nee. Zo bedoelde ik het niet!' zegt hij snel. 'Ik vind het juist bewonderenswaardig dat je het aandurft.' Hij kijkt schuldbewust. Ik versnel zwijgend mijn pas, maar hij blijft op zijn gemak naast me lopen. Zo lopen we een paar minuten. Bij elke afslag verwacht ik dat hij een andere kant op zal lopen, maar hij blijft. Ondanks dat ik er nog niet over uit ben of ik hem nou ook echt mag, vind ik het toch fijn om wat gezelschap te hebben. Het duurt niet lang, of ik zie het enorme paleis voor me opdoemen. Ik hoef me geen zorgen te maken over dat ik de weg niet kan vinden, want alles staat duidelijk aangegeven. Ook lijkt de jongen, wiens naam ik niet eens weet, besef ik nu, precies te weten waar hij heen moet gaan. Plotseling schiet me iets te binnen. Zou hij ook mee gaan doen aan de competitie? Ik vind de stilte wel fijn, maar mijn nieuwsgierigheid overwint. 'Doe jij ook mee aan de competitie?' vraag ik. Hij begint te lachen. 'Wie? Ik? Neh, dat is niets voor mij.' 'Maar waarom loop je hier dan nog? Moet je niet ergens anders heen?' vraag ik, nu helemaal nieuwsgierig. 'O, ik liep maar een beetje rond,' zegt hij geheimzinnig. 'En toen kwam ik jou tegen. Je bent interessant.' Ik kijk hem onbegrijpend aan. 'We hebben nauwelijks een normaal gesprek gehad, en jij vind mij interessant?' 'Ja, al vanaf het moment dat je zei dat je mee zou gaan doen aan de competitie.' Ik begrijp er steeds minder van. Er doen zoveel mensen mee aan diezelfde competitie. Wat maakt mij dan zo interessant? Ik sta op het punt om het hem te vragen, wanneer we samen de zaal inlopen waar de deelnemers moeten wachten. Ik werp een blik om me heen, en mijn mond valt bijna open. Niet omdat het nou zo prachtig is, nou ja, dat is het wel. Maar er is nog iets anders. Ik kijk de jongen aan, en hij kijkt terug. 'Begrijp je nu wat ik bedoel?' vraagt hij glimlachend. Ik knik alleen maar, kijkend naar een zaal vol met mensen, met jongens.

'Waar zijn alle andere meisjes?' vraag ik geschokt. Hij zwijgt. Ik trek hem weer mee naar buiten. 'Wat is er aan de hand?' Dan kijkt hij me naar me, zijn gezicht staat serieus. 'Heb je het echt niet gehoord dan?' vraagt hij zacht. In zijn gezicht is een uitdruk te lezen, die verdacht veel op medelijden lijkt. 'Wat heb ik niet gehoord?' vraag ik. Ik begin me behoorlijk ongemakkelijk te voelen. 'Ze hebben gisteren besloten dat alleen jongens mee mogen doen aan de competitie, het was op het nieuws.' Nu begin ik kwaad te worden. Ik pak hem vast aan zijn shirt. 'En daar kom je nu pas mee?!' Hij schrikt een beetje van mijn reactie. 'Het... Het spijt me. Ik dacht dat je maar een grapje maakte. Wist ik veel dat je het echt meende. Iedereen heeft het gezien, iedereen die een televisie heeft natuurlijk. Maar wie heeft er nou geen televisie.' Dit maakt me alleen nog maar kwader. 'Ik dus,' sis ik. Ik laat hem los, en voel het verdriet opkomen. Ik wilde dit echt heel graag. 'Waarom? Waarom laten ze meisjes niet meedoen,' vraag ik dan zacht. Het was onterecht om zo boos op hem te worden. Hij kon er natuurlijk ook niets aan doen. 'Ze zeiden dat meisjes zich te veel zouden laten beïnvloeden door emotie, en daarom niet geschikt zijn als leider.' Hij zucht. 'Niet dat ik het ermee eens ben, hoor,' zegt hij snel, als ik hem weer kwaad aankijk. 'Ik bedoel, kijk bijvoorbeeld naar de kaasnatie. Zij hebben een vrouwelijke leider, die pas - wat was het? - 8 jaar was, toen ze moest regeren.' Hij heeft een punt. Ik zak neer op een bankje, dat naast het pad staat. 'Wat moet ik nou doen?' fluister ik verdrietig tegen mezelf. Het is onmogelijk dat hij het gehoord kan hebben, maar toch zegt hij plotseling: 'Ik heb het! Jij gaat meedoen en ik ga je daarbij helpen!' 'Maar hoe dan?' vraag ik. Ik heb er niet veel vertrouwen in. 'Kom nou maar! Het zal werken.' Ach ja, wat heb ik te verliezen. Ik sta op, en hij trekt me mee naar het park tegenover het paleis. 'Nou, vertel op,' zeg ik, als we veilig uit het zicht van andere mensen zijn. 'Als meisje mag je dan misschien niet meedoen, maar stel nou dat we je in een jongen zouden veranderen.' Ik schiet bijna in de lach, zo belachelijk is zijn idee. 'Ik weet het niet, hoor,' zeg ik. '
Kom op, het is een goed plan. Niemand zal het doorhebben!' Ik kuch. 'Nee, niemand zal vast merken dat ik lange haren heb, een hoge stem, o, en niet te vergeten mijn meisjesachtige kleren.' Ik verafschuw mijn kleren, maar mijn moeder koopt ze altijd voor me. Ik wil haar niet beledigen, dus laat ik het maar zo. 'Wacht hier,' zegt hij. 'Over ongeveer 10 minuten ben ik terug, en dan is alles opgelost.' 'Wacht!' roep ik nog, maar hij is al weg.

Ik lig op mijn rug in het gras als hij komt aanlopen. Hij heeft een stapeltje kleding in zijn armen en een pet. Ik wil niet eens weten waar hij die vandaag heeft gehaald. 'Je maakt een grapje, toch?' vraag ik, klaar om te lachen als hij ja zegt. Maar hij blijft even serieus kijken als net. 'Kom op, vertrouw me nu.' Mijn hersenen zeggen dat ik nu van hem weg moet lopen, en gewoon maar weer terug moet naar huis. Maar mijn hart zegt me dat ik nog steeds mee wil doen. 'Oke, wat heb ik te verliezen,' zeg ik uiteindelijk. 'Yes!' Hij geeft me zowaar een knuffel. 'Ehmmm, zou je wel even weg willen gaan als ik me omkleed,' vraag ik ongemakkelijk. 'O, o ja, tuurlijk', zegt hij nog steeds opgewekt. In twee minuten ben ik omgekleed. 'Ik ben klaar', roep ik. Hij komt weer achter de boom vandaan. 'Hey', roept hij naar me. 'Heb jij dat meisje gezien dat hier twee minuten geleden nog stond?' Ik lach, en stomp hem tegen zijn arm. 'Je weet dat ik het ben!' 'Nee, nee, nee, je stem moet lager. Anders zal niemand je geloven. Zeg dat nog eens, maar dan nu laag.' Ik zucht. 'Je weet dat ik het ben', zeg ik met mijn meest jongensachtige stem. 'Veel beter!' grijnst hij. 'Als ik niet beter zou weten, zou ik denken dat je een jongen was.' Ik ben nog steeds onzeker. 'Ik weet het nog niet, hoor', zeg ik. 'Maar een manier om erachter te komen', zegt hij en hij trekt me mee.

'Welkom bij de competitie. Graag dit formulier invullen, en deze sticker op je kleding plakken,' zegt de vrouw achter de balie, zonder ook maar op te kijken. 'Beda...' O nee, lage stem. 'Bedankt', zeg ik snel. Daar had ik mezelf bijna verraden. Ik vul snel het formulier in. Mijn hart bonkt in mijn keel, en ik heb het gevoel dat ik ieder moment ontmaskerd kan worden. Maar dat gebeurt niet. Ik lever het formulier in, plak de sticker op mijn shirt. Het is me gelukt, ik ben binnen. Ik loop weer naar de jongen toe. 'Bedankt, ehhh.' Ik besef dat ik niet eens weet hoe hij heet. 'Michael', zegt hij glimlachend. 'Bedankt, Michael. Ik ben Demi', zeg ik.

Ik stop halverwege even, want anders wordt dit deel echt veel te lang. Deel 2 van de introductie komt zo snel mogelijk!!!! Veel leesplezier!

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jul 14, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

The Nations Return - HamnatieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu