De overweldigende pijn begint langzaam weg te ebben. Het teken voor mij dat ik begin weg te slippen uit deze wereld. Mijn zicht is wazig en ik kan mijn armen en benen niet meer voelen. Kom op dit gaat toch echt niet gebeuren! Hopeloos probeer ik mijn vingers te bewegen. Niks. Kom op! Ik probeer iets te bewegen, het maakt niet uit wat, maar het lukt allemaal niet. Ademhalen wordt steeds moeilijker en er komt een rasperig geluid uit mijn mond. Ik heb moeite om mijn ogen open te houden, mijn oogleden voelen zwaar aan. Het gesuis in mijn oren zorgt ervoor dat ik het lawaai van de regen en het onweer (dat opeens op is komen zetten) niet meer hoor.
Ik schrik als ik opeens een schim boven mijn hoofd zie hangen. Ik probeer om hulp te schreeuwen. Maar natuurlijk lukt het weer niet. Ik lig op het moment om te sterven en ik ga weer sarcastisch doen? Goed bezig Claryce. Ik had verwacht dat deze vreemdeling mij zou helpen, maar het enige wat hij doet is mij bekijken. Hij knielt bij mij neer en legt zijn hand op mijn voorhoofd. Daarna fronst hij zijn wenkbrauwen en dan gaan zijn handen naar mijn nek. Hij gaat mij niet vermoorden toch?! Dan schuift hij de hals van mijn hoodie opzij en kijkt naar de plek waar ik ben gebeten door de vampier. 'Shit.' Als het kon had ik zijn hand nu weggeslagen, maar ja ik kan het natuurlijk weer niet. De vlekken in mijn blikveld worden erger waardoor ik bijna niks meer kan zien. Als dit persoon nog wat gaat doen kan hij het maar beter snel doen, want mijn tijd raakt op. De vlekken nemen mijn blikveld over en het laatste wat ik zie is dat de jongen gefrustreerd een hand door zijn haar haalt...
De pijn waarvan ik dacht dat hij weg was is nu erger terug dan ooit, het is nu overal; in mijn tandvlees, in mijn nek, in mijn benen, in mijn armen, overal. De plek waar ik op lig is zacht en voelt als een zak vol met vederlichte veertjes onder mij, waardoor ik mij alleen maar lomp en zwaar voel. Ik doe mijn ogen open en ze zijn al heel snel aan het licht aangepast, ik ga rechtop zitten en zie dat ik in een VEEL te luxe kamer zit. 'Shit, shit, shit, shit.' Ik sta op en wil naar een deur toe rennen maar val languit op de grond. Fijn, ik had gelukkig nog geen hoofdpijn, nu wel. Chagrijnig sta ik weer op en loop -met behulp van de meubels- naar de deur en trek hem open.
Tot mijn verbazing is hij niet op slot, dus pak ik schoon mijn kans en ren de gang op. Natuurlijk kan ik dat weer niet normaal doen en val plat op mijn gezicht, alweer. Ik grom gefrustreerd en sta weer op. Hijgend leun ik tegen de muur en kijk om mij heen opzoek naar een uitgang, maar ik heb (natuurlijk) weer geen geluk. Het is een mooie gang met rode muren en een groot schilderij, aan het plafond hangt een gouden kroonluchter. Stel je voor dat je een gewone lamp koopt. Rollend met mijn ogen duw ik mij van de muur af. Strompelend loop ik verder de gang door.
Als ik eindelijk de hoek om wil lopen botst iemand met volle vaart tegen mij aan. ik schreeuw het uit van de pijn en de schrik. Als ik op kijk zie ik dat er een klein jongentje boven mij staat, ik gok dat hij ongeveer tien jaar is. Maar hoe kan een klein jongetje mij omver hebben gelopen? Ik probeer overeind te komen maar mijn zicht is wazig en mijn armen zijn slap. Alsnog probeer ik kracht te zetten op mijn armen maar ze zakken door waardoor mijn hoofd op de grond knalt. Ik zie het jongetje nog net weg rennen voordat mijn ogen naar achteren rollen.
Het is donker, koud en ik voel dat mijn blote voeten nat worden van het vochtige gras. Ik probeer om mij heen te kijken maar mijn ogen hebben moeite om zich aan te passen. De koude wind trekt aan mijn haren en ik krijg er tranen van in mijn ogen. Ik sla mijn armen om mij heen in een poging om wat warmte te behouden. Ik hoor voetstappen. Ze zijn dichtbij. Ik wil wegrennen maar maar het lijkt wel alsof mijn lichaam van steen is. 'Ren dan ren!' Schreeuw ik tegen mezelf, maar het heeft geen nut. Uit de schaduwen zie ik iemand naar voren komen. Ik probeer me te focussen op de schaduw, maar mijn ogen willen zich niet scherp stellen.
Dan hoor ik een fluistering, heel dicht bij mijn oor. 'Blijf bij me.' Zonder gezien te hebben dat er iemand achter me is komen staan weet ik dat het de schaduw is. Ik zou bang moeten zijn, doodsbang. En toch ben ik dat niet, nee het voelt zelfs heel vertrouwd en dat bezorgt me rillingen.
*-*
Jahoor ik ben er weer!! Whoeeee na 3 jaar weer een hoofdstuk. Sorry dat het zo lang duurde maar ik heb het heel druk gehad en was echt mega inspiratieloos. Ik hoop dat jullie dit toch wat vinden.~880 woordjes
XAnoniemedinosaurus14💗
JE LEEST
Run!
VampireJe hele leven lang haat je vampiers, veracht ze. Je wilt niets met ze te maken hebben en blijft het liefst zo ver mogelijk bij ze uit de buurt. Maar wat nou als je zelf op het punt staat om deze wereld te verlaten, en er komt een vreemdeling op je a...