1.'Ik geef toe dat ik een nietsnut ben' - Aiden

1 1 1
                                    

"Als ik je hier nog één keer zie, dan krijg je nog meer dan alleen maar een natte rugzak en een opgezwollen oog. Is dat begrepen groentje?" vroeg John. ''Ach laten we geen tijd aan hem verspillen. Kijk hem daar zitten, zo hopeloos. Kijk, hij gaat huilen! Wil je huilen zodat mammie je gaat halen?'' treiterde Nate.

Dit zijn John en Nate. De twee grootste pestkoppen van school. Volgens mij dan. Zoals je ziet moeten ze mij weer hebben. Elke dag. Er gaat geen dag voorbij dat ze mij niet met rust laten. Ik wordt er gek van, maar zoals je ziet kan ik er niets aan doen. Ik weet het. Ik weet dat ik een zwakkeling ben. Een oen die niet voor zichzelf kan opkomen. Maar ik heb geen andere keus. Wat ben ik tegen zulke grote rotzakken? Helemaal niets.

''Huil maar verder. Maar je weet dat niemand je komt helpen. En nu opzouten voordat ik je weer te grazen neem!'' schreeuwde John in mijn oren. Ik liet het me niet twee keer zeggen. Ik raapte mijn doorweekte tas van de grond en snelde de wc uit. Ik liep snel naar mijn eigen plekje buiten en stortte in elkaar.

Ik liet de tranen over mijn wangen stromen. Het maakt mij toch niet meer uit. Ik kan dit niet meer aan. Ik wil dit niet meer. Maar wat kan ik er tegen doen? Helemaal niets! Ik geef toe dat ik een nietsnut ben. Ik ben een nerd die niet voor zichzelf kan opkomen. Die zich laat treiteren en pesten. Ik ben niemand. En niemand zal zich afvragen waar ik ben als ik mezelf laat verwijderen van deze hel. Dat weten jullie natuurlijk nog niet. Ik wil zelfmoord plegen. Ja, ik weet dat dat een hele zwakke keuze is om van deze ellende af te komen, maar ik heb er geen zin meer in. Ik weet ook wanneer ik het ga doen. Vandaag. Weet je wat, ik ga nu naar huis en ga het meteen uitvoeren. Ja, want ik ben er klaar mee.

Ik liep naar de fietsenhok van school en pakte mijn fietssleutel. Het boeit niemand toch wat als ik weg van school ga. Zelfs de leraren niet. Ik heb gepraat met een vertrouwenspersoon op school. Weet je wat hij zei? Misschien moet je eens voor jezelf gaan opkomen. Ga op een sport of naar een cursus om je zelfvertrouwen wat op te hogen. Je wil niet weten hoe vaak ik dat heb gehoord. Van hem, van mijn ouders en zelfs van mijn fantastische tweelingbroer. Ik wil dat niet en het gaat me ook niet lukken. Waarom niet? Omdat ik van mezelf al weet dat ik niet genoeg zelfvertrouwen heb om dat uit te proberen. O ja, mijn tweelingbroer. Hij is compleet het tegenovergestelde van wat ik ben. Ik ben introvert, hij extravert. Hij is dé populairste jongen van school. Hij kan alles en kan ook voor zichzelf opkomen. Precies het tegenovergestelde dus. Ik ben niet jaloers. Ik heb geen zin in al die aandacht dat hij constant krijgt. Zelfs mijn ouders negeren mij. Misschien is dat het enige wat mij pijn doet. Ze laten mij in de steek. Mijn broer is het gelukskind. Ik ben de duivel die alles verpest. 'S avonds zie ik ze altijd samen weggaan. Waarnaartoe weet ik niet. Het maakt mij toch niets uit. Ik stak mijn fietssleutel in het slot en stapte op mijn fiets. Vaarwel iedereen. Mij zie je niet meer terug.

Thuis aangekomen zette ik mijn fiets in de schuur. Toen ik de woonkamer binnen liep, kreeg ik verwarde blikken van mijn ouders. ''Wat ben je vroeg vandaag. Heb je uitval?'' vroeg mijn moeder. ''Ik had er geen zin in meer, dus ik ging maar naar huis.'' zei ik. ''Wat is er met je gezicht gebeurd? Je bent toch niet alweer...'' ''Ja je ziet het goed. Ik ben alweer in elkaar geslagen.'' onderbrak ik mijn vader geïrriteerd. Dit gesprek krijg ik bijna elke dag. Ik word er zo moe van. ''Je weet toch wat we hebben gezegd? Doe er eens wat aan.'' zei mijn vader. ''Ja ik weet jullie hebben gezegd. Ga op een sport, zeg er eens wat van of de klassieke zin 'kom eens voor jezelf op'. Nee ik ben het zat. Horen jullie dit goed? Ik ben er klaar mee! Weet je ik vertel jullie alles wel. Ik ga weg. Ik verlaat jullie voor altijd. Dan hebben jullie ook geen last meer van mij. Ik ben toch een lastkop? Nou ik heb de beste oplossing voor ons allemaal. Ádios!'' riep ik boos. Ik maakte aanstalten om de deur uit te lopen, maar mijn vader hield me tegen. ''Jij gaat nergens naar toe.'' zei hij met een stem die ik nog nooit heb gehoord. ''Ga aan de kant, pap. Ik zeg het niet nog een keer.'' dreigde ik. ''We wisten dat je dit ooit zal zeggen. Je wil je van de wereld verwijderen, toch?'' vroeg mijn moeder. Ik draaide me om naar haar. ''Hoe wisten jullie dat?'' vroeg ik. ''Ga zitten. We gaan het je uitleggen.'' zei mijn moeder. ''Hoe weet ik dat dit niet één van jullie zielige verhaaltjes zijn om mij over te halen om hier te blijven?'' vroeg ik. Het gaat ze toch niet lukken. Ik ben vastberaden. ''We gaan je ons grootste geheim vertellen.'' zei mijn vader. Nu was ik nieuwsgierig. Geheim? Krijg ik nu eindelijk te weten waarom ze elke avond zomaar weggaan? ''Waar is Roy? Moet mijn geweldige tweelingbroer dit ook niet weten?'' vroeg ik sarcastisch. ''Hij weet het al.'' zei mijn vader. Natuurlijk wist hij dit. Hij weet alles. ''Barst maar los. Ik ben één en al oor.'' zei ik. Ik liep naar de bank en ging zitten. ''Wij zijn niet de personen die je denkt dat we zijn.'' zei mijn moeder. ''Zijn jullie niet mijn ouders?'' vroeg ik geschrokken. ''Nee we zijn je ouders, maar anders.'' zei mijn moeder. ''Anders? Wat bedoel je?'' vroeg ik. ''We zijn geheime agenten van de tijdloze wereld.'' zei mijn vader. Ik keek ze verward aan. ''Wat? Wat bedoelen jullie. Wat voor een tijdloze wereld?'' vroeg ik. ''Wij komen vanuit een andere wereld. We zijn hier gestuurd om de tijd te redden. We zijn geen aliens, maar ook geen mensen. We zijn anders.'' zei mijn vader. ''En jij bent er ook één van, Aiden.'' zei mijn moeder. Ik staarde ze met open mond aan. Dit verandert alles.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Sep 14, 2018 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Internet LoveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu