Hij herinnerde zich de zachte stemmen.
Het gefluister.
Het gelach.
Later herinnerde hij zich de spijt.
En angst.
Twee
Hij herinnerde zich de zachte stemmen.
Het gefluister.
Het gelach.
Later herinnerde hij zich de spijt.
En angst.
Hij herinnerde zich de zachte stemmen.
Het gefluister.
Het gelach.
Later herinnerde hij zich de spijt.
En angst.