Heb je wel eens gehad dat niemand je ziet staan? Dat je als een geest door de straten loopt. Verborgen en moederziel alleen. Niemand kent je. Niemand spreekt je aan. Zelfs je ouders geven geen enkele aandacht aan je.
Ja, precies. Dat gebeurd mij allemaal. Ik, Kia Rader, heeft dat allemaal. Niemand ziet mij staan. Niemand kent me. En dat doet pijn. Zoveel pijn als een messensteek in mijn hart.
Ik loop rustig naar beneden. Klaar - eigenlijk niet - voor een nieuwe dag school. 'Hoi Kia, dag Kia.' een zoen op mijn wang en zoef weg is mijn moeder. Ik zucht verdrietig. Zou dit ooit ophouden? Zou ik ooit wél belangrijk voor iemand worden?
Ik heb geen trek meer en haast me als een malle naar school. Ik ga altijd laat van huis, zodat ik niemand tegen hoef te komen. Ik zwaai mijn tas op mijn rug en loop de deur uit.
♦
Regen drupt op mijn neus. Mijn haren en kleren plakken aan mijn lichaam. Ik voel me vies. Alleen. Ik ren de deur door en iemand knalt tegen me op. Ik val op de grond. Mijn hart begint als een razende te kloppen in mijn keel en met een angstig gezicht kijk ik op.
Een jongen met blonde - bijna gouden - krullen en zeegroene ogen torent hoog boven me uit en staart me aan. 'Sorry,' verontschuldigt hij zich. Een tikkeltje verbaasd kijk ik hem aan. De leegte in mijn hart vult een stukje en een klein glimlachje verschijnt op mijn gezicht.
'Het geeft niet,' zeg ik terwijl ik op wil staan. De jongen steekt zijn hand uit, die ik vervolgens dankbaar aanpak. Hij trekt me overeind. Meteen zet ik een stapje terug. Hij kucht. 'Euh...Samuel,' stelt hij zich met een warme glimlach voor.
'Kia,' fluister ik. Ik voel me verlegen, maar zeker minder alleen dan dat ik altijd was. Hij is nieuw en misschien betekent dat een nieuwe vriendschap. Die gedachte laat een warme gloed achter in mijn buik.
Ik veeg denkbeeldige stofjes van mijn broek. 'Ik ga naar de les,' deelt hij mee. Hij geeft nog een knikje met zijn hoofd en loopt vervolgens weer weg. Stralend blijf ik staan. Eindelijk is de leegte een beetje weg. Eindelijk kent iemand me. En eindelijk ben ik niet meer alleen.
♦
Dagen heb ik tot de laatste minuut voor de bel in de gang gestaan. Hopend dat ik Samuel nog zou tegenkomen. Maar nee. Ik heb hem na die dag niet meer gezien. Het was weer valse hoop. Weer een stukje hoop dat in tienduizend stukjes is gebroken. Al twaalf jaar, drie maanden en zestien dagen. Zolang ben ik alleen. Verloren. En ik kan het gewoon niet meer aan.
Dit was het. Het spijt me. Ik heb gewoon niemand die om me geeft. Niemand zal me dus ook missen... Vaarwel.
♦
Kia Rader - 12-5-2017
Gevonden in haar eigen huis. Ze had zich opgehangen aan een balk in haar kamer. Ze zag het leven niet meer zitten en haar ouders weten niet waarom. Ze zitten met een knoop in hun maag. Waarom heeft ze het gedaan?Ik staar naar de krant. Ze is dood? Maar waarom? Ze leek me zo aardig. Kwam het doordat ik haar niet meer ben komen opzoeken? Ik was die drie dagen in het ziekenhuis. Mijn moeder is ernstig ziek - kanker.
Ik sla mijn handen voor mijn ogen. Een traan ontsnapt uit mijn ooghoek. De leegte in mijn hart wordt weer groter. Kia was het enige stukje hoop. Ik ben weer alleen. Verloren. Een vergeten persoon. Niemand kent me. Niemand houd van me. Maar ik hield van één persoon. De persoon die mijn hart sneller liet kloppen. Die de leegte in mijn hart vulde. Kia.
Ooit gehoord van "liefde op het eerste gezicht"?
------------------
625 woorden