Misterieuze vriendschap

581 16 16
                                    

1

 

Nora werd door een aantal van haar klasgenoten hard tegen de kluisjes geduwd. ‘Aan de kant, zwerver!’. Nora deed alsof ze niets hoorde. Wat was die Shanna toch een bitch. Net toen ze het voor elkaar gekregen had haar kluissleutel om te draaien en ze overspoeld werd door de inhoud van haar bomvolle kluisje ging de bel. Een vermoeide zucht ontsnapte uit Nora’s mond. ‘Uhm.. sorry, zit jij toevallig in klas 5C?’ Nora keek verschrikt op. Een slordig uitziende jongen stond ongemakkelijk tegenover haar. Even keek ze om zich heen of hij het niet tegen iemand anders had, aangezien jongens nooit spontaan tegen haar begonnen te praten. ‘Toevallig wel ja, hoezo?’ Nora probeerde cool over te komen. De jongen keek op de klok. ‘Ik kom in die klas, maar ik weet totaal niet waar ik heen moet.’ Nora keek ook op de klok. Het was al vijf over half negen. Nog één keer te laat en ze mocht zich een hele week ’s ochtends om acht uur melden. ‘Loop maar met me mee, we gaan maar meteen een briefje halen, want anders is het zoveel lopen.’ De jongen sjokte achter haar aan naar de administratie. Toen ze de deur opendeed keek mevrouw van Dam haar al geïrriteerd aan. ‘Weet je wel hoeveel bomen er gekapt moeten worden voor al die briefjes die jij komt halen?’. Nadat ze het briefje aan Nora had gegeven keek ze naar de jongen. ‘En wie is deze vrolijke jongeman?’. Daarom had Nora zo’n hekel aan mevrouw van Dam. Ze zei alles vol ironie en had altijd een oordeel klaar. De jongen keek strak naar de grond, zoals hij de laatste paar minuten niet anders had gedaan. ‘Steven Koperman, klas 5C.’ De vrouw schreef zijn naam in een vlug tempo op het briefje en gooide het bijna naar hem toe. ‘Goede eerste indruk maak je zo, meneer Koperman.’ Steven trok een onverschillig gezicht en draaide zich om. Nora liep achter hem aan de deur uit. Zwijgend liepen ze richting het lokaal.

De klas had raar opgekeken toen Nora met een onbekende jongen de klas binnen kwam. Dat vond ze nog steeds zo raar. Iedereen op school vond dat Nora een halve jongen was, maar als ze samen was met andere jongens keken ze haar aan alsof ze water zagen branden.

Meneer Gresken onderbrak zijn langdradige uitleg over luchtdruk en keek Steven aan. ‘Van Nora ben ik het gewend, maar een nieuweling die te laat komt is toch wel erg dom.’ Steven reageerde er niet op. ‘Dames en heren, dit is….’ Meneer Gresken keek Steven aarzelend aan. Steven fluisterde zijn naam. ‘Dit is Steven Koperman en hij is vanaf vandaag jullie klasgenoot. Leer hem alsjeblieft dat het de bedoeling is dat hij om half negen in de klas zit en niet een kwartier later.’ Steven zuchtte geërgerd en liep naar een tafel achterin waar hij ongeïnteresseerd neerplofte. Nora keek naar hem. Wat was het eigenlijk een engerd. Zijn haar was lang en donker en hing half over zijn ogen heen. Het gedeelte van zijn ogen dat te zien was, was zo donker als troebel slootwater en hij had brede, dreigende schouders.            Langzaamaan kreeg Steven door dat ze naar hem zat te kijken en dus richtte Nora zich zogenaamd geboeid op de leraar. 

 “Die vent is altijd zo hoor”. De bel was gegaan en aarzelend was Nora naar Steven toegelopen in de hoop eindelijk het contact voort te zetten. Steven haalde zijn schouders op. “Vast.” Een genante stitle volgde. “uhm, is het goed als ik deze pauze bij jou blijf?”. Nora ergerde zich meteen aan de manier waarop de vraag uit haar mond kwam. Steven knikte. Ze liepen richting de uitgang van de school. Steven liep in een rechte lijn naar het oude fietsenhok dat ooit in de fik was gestoken en nooit was afgebroken. Hij leunde tegen een paal en stak een sigaret op. Nora keek om zich heen. Echt gezellig was anders. Verkoolde stukken hout hingen en lagen overal en de lucht was gevuld met een zware aslucht. Steven leek zich er niets van aan te trekken. “Dus jij bent blijven zitten?” Steven staarde naar de grond en het duurde even voordat Nora doorhad dat hij het tegen haar had. “Ja, shitschool.” De vraag had voor Nora zo logisch geklonken dat ze pas na haar antwoord besefte dat ze het nog helemaal niet over dit onderwerp gehad had. Hoe kon Steven dit dan weten? Ze duwde haar verbazing weg en verklaarde dat ze vast last had van licht geheugenverlies of iets dergelijks. “Tja , we hebben allemaal wel eens een jaar vol ongeluk…”. Weer kwam Steven’s stem uit het niets aanwaaien. Nora glimlachte. Het afgelopen jaar was zeker een jaar vol ongeluk geweest. Een ‘zenuwinzinking’, had de psychiater gezegd. Ze had geen dag geleefd zonder het gevoel dat iemand achter haar aan zat om haar te straffen voor alles wat ze in haar leven verkeerd had gedaan. Het leek in het begin inderdaad op een onschuldige zenuwinzinking, maar hoe meer van die angstige dagen er voorbij gingen, hoe meer Nora was gaan geloven dat het toch echt niet tussen haar oren zat. Maar goed, die periode was voorbij en ze zou er niemand meer mee lastig vallen. Nora schrok op uit haar gedachten door het schelle geluid van de bel die aangaf dat ze zich weer klaar moesten gaan maken om hun hersenen een paar uur te laten gaan kraken.

Later die dag, toen alle hoofdpijnverwekkende schooluren vervuld waren, besloot Nora aan Steven te vragen of hij zin had om samen wat te gaan drinken in het ‘centrum’. Het ‘centrum’ stond voor het midden van het bijna voor het oog onzichtbare gat waarin de school gevestigd was. Meestal was het er uitgestorven, op een paar hangbejaarden na, maar na schooltijd ging een groot deel van de school wat drinken in het enige café dat er te vinden was. Gewoon om tijd te doden en studie ontwijkend gedrag te vertonen.

Steven stemdde met een vaag gemompel in met Nora’s idee. Samen fietsten ze tussen de oude huizen van het dorp door. In de steegjes die ze passeerden rook het naar dode dieren en urine. Het was grauw weer, maar om de een of andere reden maakte het Nora’s humeur juist beter.

Op het moment dat ze de hoek van de kerk voor het café om kwamen, moest Nora plotseling met alle kracht remmen om het oude, heksachtige vrouwtje dat voorbij strompelde niet om te rijden. De vrouw keek niet op of om en strompelde verder met haar blik op oneindig. Achter haar liep een klein, weelderig uitziend hondje dat zachtjes naar Nora gromde. Nora verloor haar evenwicht en viel met fiets en al tegen Steven aan. Steven ving haar op en hun blikken kruisten elkaar. Er ging een warme golf door Nora heen en net toen ze wilde glimlachen verstijfde ze door de ijzige blik die in Steven’s ogen stond. Hij liet haar los en Nora moest snel reageren om niet alsnog tegen de grond te kletteren.

Steven stapte weer op zijn fiets en fietste zonder iets te zeggen verder. Hij ging richting het café. Nora haalde haar schouders op en fietste achter hem aan. Bij het café zette ze haar fiets in een half verroest rek dat er al zeker een halve eeuw had gestaan. Toen ze zich omdraaide om samen met Steven naar binnen te gaan was de plek waar hij net was gestopt leeg. Nora keek verbaasd om zich heen. Na een aantal keer 360 graden om zich heen te hebben gekeken liep ze naar binnen. Ook daar was Steven niet. Haar schoolgenoten keken om toen Nora binnen kwam. Ze kwam nooit in het café. Ze had niemand om iets mee te gaan drinken en om er nou in haar eentje te gaan zitten leek haar altijd erg nutteloos en soms zelfs frustrerend. Nora was eigenlijk van plan om te draaien en naar huis te gaan, maar ze had geen zin in nog meer rare blikken van de grote groep pubers die met elkaar fluisterend haar bewegingen volgde. Ze ging aan een tafeltje zitten en pakte haar mobiel. Ze staarde naar het scherm en deed alsof ze druk aan het typen was. Haar denkbeeldige chatgesprek werd al snel onderbroken door een vrouw die op een verveelde toon vroeg wat het mocht zijn. “Uhm.. een appelsap graag”. Antwoordde Nora.  Toen de vrouw zich in een slakkentempo weer terug bewoog richting de keuken werd het gemompel van de scholieren onderbroken door de felle ringtone van Nora’s telefoon. Er kwam een smsje binnen. Nora voeldde haar wangen rood worden. Ze kreeg nooit berichtjes en had nooit aandacht geschonken aan het volume van haar ringtone. Ze was ervan verzekerd dat de man die voorbij fietste op zijn mountainbike zelfs een halve hartverzakking had gekregen van haar telefoon. Nora opende het berichtje. De afzender kwam haar niet bekend voor. “Hoi, srry dat k opeens weg was. Hb huisarrest & was dt vergeten. Xx S.” Nora fronste haar voorhoofd. Dat was natuurlijk Steven. Waarom zou je vergeten dat je huisarrest hebt en vervolgens gewoon zonder het te zeggen ervandoor gaan? Wat een halve zool. Toch kon Nora er niet echt geïrriteerd om zijn. Ze wist niet waarom, maar het was gewoon zo. Toen even later, na een kwartier wachten, haar appelsap werd gebracht en ze er voorzichtige slokjes van nam schoot haar opeens iets te binnen. Had ze Steven haar nummer gegeven? Ze kon het zich niet herinneren. Hoe kwam hij dan aan haar nummer? Nora concludeerde dat ze haar vergeetachtigheid toch maar eens goed in de gaten moest houden en als het erger werd ze er misschien even mee langs de huisarts moest.

Rond half 11 ’s avonds lag Nora in bed. Ze kon de slaap niet vatten. Morgen had ze een belangrijk tentamen wiskunde. Ondanks dat ze al zeker wist dat het bij lange na geen voldoende zou worden was ze toch erg nerveus. Zou Steven eigenlijk goed zijn in wiskunde? Nora schrok zelf van het feit dat hij opeens in haar gedachten verscheen. Wat was het toch een rare jongen. Ze was zelf ook aardig raar dus vond ze het eigenlijk wel fijn dat er eens iemand in haar buurt was die ook niet standaard was. Uiteindelijk zakte Nora weg in een diepe slaap. Het vreemde kleine ding dat via haar open raam op de vloer van haar kamer viel maakte haar niet wakker. 

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jul 14, 2014 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Misterieuze vriendschapWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu