Hoofdstuk 14

56 1 0
                                    

Nathaniel had wat kleren van Tom geleend, en ik had me ook snel omgekleed. Mijn oom en tante waren gelukkig al weg naar hun werk, dus ze hadden niet door waar we heen gingen en dus ook niet door dat we niet naar school gingen. Gelukkig was het dichtstbijzijnde treinstation niet heel ver, en konden we er makkelijk heen lopen. Maar eerst moesten er nog wat dingen geregeld worden. Het was namelijk bijna drie dagen reizen naar New York. We zouden met het vliegtuig kunnen gaan, maar mijn oom en tante zouden dat te snel doorhebben. Dus nam Tom de limo naar het ziekenhuis, waar Bree ook was, en zou haar inlichten over wat we gingen doen. Nathan zou ondertussen naar huis gaan, spullen inpakken voor een week, en ik zou hetzelfde doen en een briefje schrijven voor mijn oom en tante. Ik propte kleding en andere benodigdheden in mijn sporttas en een kleine rolkoffer, en pakte vervolgens mijn portemonnee die ik hard nodig zou hebben. Toen zocht ik pen en papier, en liep naar beneden waar ik peinzend aan de keukentafel ging zitten.


Oom, tante,

het is tijd dat we antwoorden vinden. Daarom hebben Tom en ik besloten een reis te ondernemen om op zoek te gaan naar deze antwoorden. We blijven minstens een week weg.  Maak jullie geen zorgen, 

Sarah en Tom. 


Ik legde het briefje op de keukentafel waar ze het vast en zeker zouden zien. Ik veronderstelde dat ze toch wel konden raden dat we naar New York gingen, maar New York was groot. 

Tien minuten later kwam Tom alweer binnen, en ging meteen naar boven om zijn spullen te pakken. Nathaniel arriveerde op het moment dat Tom net weer beneden kwam. Beiden hadden een grote tas op hun schouder, en zager er reisklaar uit. Ik zelf ook trouwens. Ik had een donkerblauw rokje aangedaan met een witte blouse. Over mijn blouse had ik mijn blauwe jas aangetrokken, en om het geheel af te maken, had ik mijn witte gympen aangetrokken.

'Zijn jullie klaar?' vroeg Nathaniel. Tom en ik knikten. 

'Wat heb je tegen je vader gezegd?' vroeg ik aan Nathaniel. 

'Ik heb gezegd dat ik er even uit moest en dat ik op bezoek ga bij mijn opa en oma die in een klein dorpje naast New York wonen.' 

'Gelooft hij dat?' vroeg ik verbaasd. 

Nathaniel knikte. 'Waarschijnlijk wel. Hij zal opa en oma in ieder geval niet bellen, en meestal kan het hem toch niet zoveel schelen wat ik doe, zolang ik maar goede cijfers blijf halen.'

'Dus een vakantie van een week vindt hij niet erg,' zei Tom sarcastisch. 

Nathaniel knikte weer. 'Als hij me belt zeg ik gewoon dat ik ervaring op aan het doen ben ik New York ofzo. Maar dat zien we dan wel weer.'

'Wat jij zegt,' zei Tom. 'Laten we gaan dan.' 

En zo begon onze reis naar New York. Het was maar tien minuten lopen naar de trein, en daar kochten we drie kaartjes voor de eerste klas, met een privé slaapcoupé. Een kwartier later kwam de trein het station binnen gereden, en stapten we in. We hadden een ruime coupe met twee banken en vier slaapplaatsen. Daarnaast was er een restauratiewagon, en konden we daar ook een groot deel van de tijd doorbrengen. Nadat we onze spullen hadden geïnstalleerd, besloten we dan ook meteen naar de restauratiewagon te gaan. Het was er al druk. Overal zaten mensen te eten of gewoon gezellig te praten met elkaar. Er was zelfs geen tafeltje meer vrij. 

'Jullie mogen wel bij ons komen zitten hoor,' zei een meisjesstem plotseling. 'Plek zat.' Ik keek in de richting waar het geluid vandaan kwam en zag een meisje met rood haar en blauwe ogen zitten die ons wenkte. Tegenover haar zat een jongen met hetzelfde rode haar en de blauwe ogen. Ik keek Nathaniel en Tom heel even aan, en ze knikten. Ik liep naar het tafeltje toe, en ging naast het meisje zitten. Tom kwam naast me zitten en Nathaniel nam plaats naast de jongen. 

EliteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu