Ze staat aan de poort ze denk het gaat lukken en zucht en blaast zegt kom op het gaat lukken.
Ze staat hele maal alleen een saam en alleen ze heeft geen vrienden.
Wat moet ik nu doen denkt ze nu?
Er komt een meisje naar haar toe.
hey meisje zegt mila.
Hoe heet jij zecht mila.
Ik heet Nele en jij.
Ik noem mila.
Kunnen we vriendinnen zijn zegt Nele.
Ja zeker zegt Mila.