Zwaarden ketsten tegen elkaar
Kinderen gilden
Het spel, o zo zwaar
Onze lichamen die door de kou rilden
Het gras was teder en zacht
De zon hield ons smal
Bijna de hele dag zo doorgebracht
Met voedsel naast ons en overal
Wat ben ik blij
Met dat persoon
En dat persoon
Ben jij.