Chapter 6

46 3 0
                                    

Ze had daar nooit heen moeten gaan.

Ze had moeten blijven waar ze wakker werd, maar waar ze voor wegrende had haar waarschijnlijk toch gevonden.

Ze rende weg en ze hoorde de vloer onder haar voeten kraken.

"Niet achterom kijken..." zei ze tegen zichzelf keer op keer.

Uiteindelijk keek ze toch achterom en ze struikelde over haar eigen voet met de paniek dat door haar aderen begon te stromen.

Ze gaf een gil en kroop weg op haar rug, nog steeds kijkend naar waarvoor ze wegrende. Was dit het einde? Zou ze hier sterven?

Voor haar stond een man, zijn huid helemaal bleek en zijn ogen zwart. Zijn handen waren net klauwen en zijn tanden waren scherp en bebloed.

Ze leunde naar achteren en sloot haar ogen wanneer ze een muur voelde tegen haar rug.

'Dit was het dan.' Dacht ze bij zichzelf. 'Hier eindigt het. Nooit gedacht dat ik vermoord zou worden.'

Ze voelde de klauwen van de man haar been grijpen. Ze opende haar ogen en net toen de man naar haar keel wou grijpen werd er door iemand of iets een stuk hout door zijn lichaam geboord.

Ze gaf een gil als de levenloze man op haar viel. Ze duwde het lichaam snel weg en toen ze opkeek zag ze Sander staan met een spierwitte gezicht.

Ze stond snel op. "Sander!" Ze sloeg haar armen om hem heen.

Sander duwde haar weg en liep naar de hoek van de kamer en kotste.

Ze keek weg zodat ze zelf niet zou kotsen. Uiteindelijk liep ze naar Sander toe  en strook zijn rug.

Sander veegde zijn mond af met zijn mouw en keek op naar de brunette dat naast hem stond. "Het spijt me Dilara..."

"Het spijt je? Je redde daarnet mijn leven!"

"Ik heb iemand vermoord!" Riep Sander uit. Dilara keek verschrikt naar hem. Sander zuchtte en trok haar naar zich  toe en knuffelde haar. "Sorry."

Dilara knuffelde hem ook maar bleef stil. Ze leunde haar hoofd tegen zijn borst aan en sloot haar ogen terwijl Sander haar rug maseerde met zijn hand.

Een traan gleed naar beneden via Dilara's wang. Sander veegde het snel af. "Het is oke." Zei hij zachtjes. "Ik ben hier."

Ondertussen liep Sabrina door de gangen.

Ze had het geschreeuw gehoord en was nu nog banger dan ervoor.

Ze liep met knikkende kniën door de gangen. Er opende een deur en Sabrina bevroor op de plek waar ze stond.

Ze bleef staan, bijna zonder te ademen. Na een tijdje besloot ze toch de kamer in te lopen. Ze liep langzaam naar de deur en toen er iemand naar buiten kwam begon ze te gillen met gesloten ogen.

De persoon voor haar gilde eerst ook maar al snel begon hij te lachen. "Sab, ik ben het maar."

Sabrina opende haar ogen en zag Jack voor haar staan.

Ze zuchtte met opluchting en sloeg hem op zijn arm. "Je liet me schrikken!"

"Sorry." Zei Jack met een speelse lach.

"Wat is er zo grappig?" Vroeg Sabrina.

"Dat zou je weten als je je eigen gezicht zag. Nu dat ik jou zo'n reactie heb zien geven kan ik gerust sterven."

"Zeg dat niet! Al helemaal niet in een plek zoals... deze." Jack zuchtte. "Heb je ook..."

"Ja ik heb het geschreeuw gehoord."

"Owh..."

Sabrina zuchtte. "Er moet tenminstens een lijk zijn. Ik vind dat we moeten zoeken."

"Het kan gevaarlijk zij..."

"Wees een beetje stoer Frostbite. Er gebeurt heus niks." Zei Sabrina, ook al geloofde ze er zelf niks van.

"Oke dan..."

De twee gingen op onderzoek uit in de bebloede gangen van de vervloekte school.

CursedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu