5

72 3 3
                                    

Meteen kreeg ik een koude rilling over me heen, die droom hij leek zo echt. Gewoon een droom zei ik tegen mezelf, het is vast niets. Ik keek op de klok, half negen. Dat viel nog mee. Het was vandaag zaterdag en ik had niet echt iets afgesproken met iemand. Niet dat ik dat normaal wel deed, op school praat ik eigenlijk met niemand. Soms heb ik wel eens een gesprek met iemand, maar dat duurt nooit lang. Heel erg vind ik het niet, maar soms had ik wel gewild dat ik meer mensen om me heen had die om me gaven. Mijn moeder geeft wel om me, maar ze is niet veel thuis. Ze werkt veel, heel erg veel. Soms dwing ik haar om een dagje rust te nemen en niet te gaan werken. Het is eigenlijk volkomen zinloos, ze luistert toch niet. Verder heb ik nog mijn broertje, mijn broertje is er wel voor me maar hij weet niets over mijn “moedervlek”. Hij heeft het wel eens gezien en er ook wel naar gevraagd, maar ik heb altijd verteld dat het gewoon niks was. Ik voel me schuldig. Eigenlijk heeft hij het recht om het te weten. Hij is ook niet veilig als “zij” er achter komen. Hij is pas 10. Als hij 11 is vertel ik het hem. Niet later. Ik hoop bij mezelf dat het dan nog niet te laat is. Ik schud al mijn gedachten van me af en doe de douche aan.

Als ik me heb uitgekleed is de douche warm. Ik stap eronder en laat de warme stralen alles  van mee afspoelen. Na een tijdje zo te hebben gestaan pak ik de shampoo en was ik mijn haar, daarna gebruik ik wat conditioner. Als ik even later ook mijn lichaam heb gewassen stap ik uit de douche. De overgang van de warme douche en de koude lucht daarbuiten is vreselijk, gelijk schiet er een koude rilling over me heen, net zoals eerder vandaag. Ik droog me af en kam mijn haar, ik doe er een knot in. Ik loop naar mijn kledingkast, ergens heb ik gehoord dat het vandaag mooi weer werd dus ik trek mijn bikini aan met daar overheen een shortje en een wit T-shirt. Aan  de achterkant schijnt het T-shirt door en zie je mijn bikini topje.

 Ik loop naar beneden, daar zit mijn broertje al achter zijn computer. We hebben er allebei een van mijn vader gekregen. Voor als we tien werden, hij had ze toen al gegeven omdat hij wist dat “ze” achter hem aanzaten en hij niet lang meer had. “goedemorgen broertje” zeg ik. “morguh” zegt hij slaperig terug. “kom je wat eten, en zullen we daarna naar het strand gaan” zeg ik vrolijk. “ja leuk” zegt hij ineens een stuk minder slaperig en hij springt achter zijn computer vandaan.  “zal ik pannenkoeken maken?” vraag ik. “ja ja ja” dat antwoord had ik natuurlijk wel verwacht maar het is altijd leuk als je een kind blij maakt. Ik bakte de pannenkoeken en beide schrokte we er 3 naar binnen, “ga je zwemspullen maar halen” zei ik en mijn broertje sprintte naar boven. Ik ruimde de keuken netjes op en toen viel het me op dat mijn moeder niet thuis was. Ik keek naar de koelkast om te kijken of er een briefje hing, maar dat hing er niet. Ik zou het zo maar aan Jesse vragen. Uiteindelijk komt mijn broertje naar beneden, “he Jesse weet jij waar mam is” vraag ik. “oh die is boodschappen doen, sorry dat was ik vergeten te zeggen.” Zegt hij met een schuld gezicht. “oh geeft niet ik was alleen even bezorgd, kom we gaan.” Ik hing snel nog even een briefje op de koelkast om aan mijn moeder te laten weten dat we naar het strand gingen. We liepen naar het bushokje om de hoek. Na 5 minuten kwam de juiste bus aan en stapte we in. We lieten onze abonnementen zien en gingen zitten.  Na tien minuten met de bus reizen kwamen we bij het strand aan en stapten we uit.

We liepen een stukje naar de zee en zochten een plekje ongeveer 10 meter van de zee. We legden onze handdoeken neer en gingen zitten. We smeerden elkaar in met zonnebrandcrème. ´´ wat wil je nog doen´´ vroeg ik aan Jesse. ´´ zwemmen, een ijsje eten, zandkastelen bouwen en lunchen bij dat restaurantje´´ antwoorde hij. ´´ zullen we dan maar eerst gaan zwemmen´´ vroeg ik. Jesse antwoorde door na de zee te rennen en ik volgde hem.  

Ik keek op mijn horloge 1 uur  “he Jesse, zullen we gaan lunchen?” vraag ik. “ja is goed” en we lopen naar het restaurantje dat hij had aangewezen toen we hier aankwamen. Het was een gezellig restaurantje met een leuk terrasje. We namen ergens plaats aan een tafel voor drie, ja een tafel voor drie. Het was een tafel in de vorm van een driehoek en aan elke kant kon iemand zitten. Meteen kwam er een dienstmeisje aan om twee kaarten te brengen en ze vroeg of we wat wouden drinken. Na een tijdje zaten we allebei aan ons eten en praatte we een beetje.

Na tien minuten begon ik me opeens ongemakkelijk te voelen, ik bleef maar om me heen kijken, maar ik had geen idee waarom. En toen zag ik het.

DifferentWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu