Proloog.

14 0 0
                                    

Er was eens in het land Khiriana een hertog. De hertog was al een aantal jaar getrouwd met zijn geliefde hertogin. Zij wilden dolgraag een kind, maar tot hun grote teleurstelling leek de hertogin onvruchtbaar. Toen, als bij een wonder werd zij zwanger. Ze kregen wat ze wilden: een kerngezond meisje, maar tijdens de geboorte stierf de hertogin. De hertog was in rouw gedompeld en hij treurde om het verlies van zijn vrouw. Hij dacht dat niks hem meer gelukkig kon maken, maar toen vond hij in zijn dochtertje het lichtpuntje in die donkere periode.
De tijd verstreek en de hertog herstelde van zijn verdriet. Hij voedde het meisje op, en met haar voorliefde voor avontuur werd ze haast de zoon die hij nooit zou hebben.

Samen waren ze gelukkig.

Maar vroeg of laat zouden ze wakker moeten worden uit die vredige droom.

11 jaar eerder.

~

Het gekletter van wapens werd onderbroken door een opgewonden kinderstemmetje.

'Papa, papa!'

Een klein meisje stak de binnenplaats over en rende met haar korte beentjes naar hem toe. Haar vader stond tegen het hek aangeleund, terwijl hij de vechtende jongemannen in de gaten hield. Hij draaide zich om. Toen hij de kleine meid zag, lachte hij breed en ging door zijn knieën. Hij stak zijn grote armen uit en zijn dochtertje sprong in zijn armen.

'Papa,' hijgde ze nog een keer. 'Papa komen kijken bij oude man!'. Ze giechelde en haar helderblauwe ogen schitterden.

'Verrassing voor ikke!': zei ze vrolijk.

Vader fronste zijn wenkbrauwen. Verrassing? Oude man? Waar heeft ze het over? Ze worstelde zich weer los en pakte zijn hand om hem mee te trekken in de richting van de stad, maar haar vader verzette zich.

'Nee, Nemesis, papa is bezig.' zei hij, in een poging streng te klinken.

'Ah toe nou, papa.' Haar ogen groot en onschuldig. Maar hij schudde zijn hoofd. Het was tijd voor haar laatste troef. Het meisje zette haar liefste stemmetje op. 

'Astublieeeft?'

Hij keek haar fronsend aan, maar ze bleef smekend terug kijken. Hij zuchtte. 

'Goed. Voor deze ene keer dan.'

Haar gezicht klaarde op en ze keek hem stralend aan. Ze wist allang dat ze op die manier alles voor elkaar kon krijgen.

Ik geef veel te snel toe, dacht hij.

Hij draaide zich om naar de nog steeds vechtende mannen. 'Op de plaats rust!'

Het gekletter van wapens verdween binnen een paar tellen en de mannen stonden strak op één lijn. Afwachtend keken ze naar hun heer.

'Jullie zijn klaar voor vandaag. Morgenochtend verwacht ik jullie weer stipt om zes uur hier. Wee het gebeente van zij die te laat komen.' Zijn luide stem galmde nog kort na over de binnenplaats.

Eerst stonden de jongens verbaasd te kijken, maar zodra de woorden tot hen doordrongen grijnsden ze als gekken naar elkaar en wisten ze niet hoe snel ze weg moesten komen. Hoofdschuddend keek hij ze na tot de laatsten verdwenen waren, terwijl Nemesis ongeduldig stond te wachten.

'Papa kom nou.' Ze trok aan zijn mantel.

'Goed dan. Waar wilde je heen, kind?' vroeg hij.

Ze leidde hem de binnenplaats over, richting de poort het kasteel uit. Ondertussen bleef ze opgewonden kwebbelen over die "mysterieuze verrassing".

-

Ze kwamen aan op het marktplein van de stad en Nemesis trok hem richting een kraampje dat hij nog nooit had gezien. Er stond alleen maar een tafeltje, vreemd genoeg zonder enig koopwaar. Daarachter zat een oude man met zijn ogen dicht op een stoel heen en weer te schommelen.

Ze stopten voor de tafel. De man opende loom een oog en sloot die weer. Het meisje giechelde en liep om de tafel heen.

'Kijk! Ikke papa meegenomen. Nemesis geschenkje krijgen?' Ze kwebbelde vrolijk door terwijl de oude man alleen maar glimlachte.

Haar vader schraapte zijn keel.

'Ahum. Mijn dochtertje zei dat ik mee moest komen. U had een geschenk voor haar? Of is dit een van haar verzinsels?'

Het duurde even voor de oude man sprak, zijn ogen nog steeds gesloten.

'Neen, ze heeft reeds de waarheid gesproken. Wacht nu hier, ik zal het halen.' Zijn stem was diep en machtig, alsof je niet anders kon dan luisteren.

De vader fronste zijn wenkbrauwen. Hij wilde wat zeggen, maar de man opende opeens zijn ogen en stond op van zijn stoel. Langzaam en steunend op zijn stok liep hij om het scherm heen dat achter zijn kraampje was geplaatst. Zo kon hij niet zien wat de oude man deed. Ongeduldig wachtte Nemesis en hij tot de man terugkwam.

De oude man kwam weer tevoorschijn, met in zijn handen een smalle, maar langwerpige kist. Voorzichtig - haast eerbiedig - zette de man deze op tafel. Daarna keek hij de vader recht in zijn ogen aan. De donkere ogen keken dwars door hem heen en leken door te dringen tot in zijn ziel.

'Maak dit pas open wanneer u thuis in uw kasteel bent. In deze kist ligt een verzegelde brief met verdere uitleg. Wanneer u de brief gelezen heeft, verbrand u de brief meteen. Zo niet, dan zal dit vreselijke dingen tot gevolg hebben. Wij zullen elkaar niet wederzien. Vaarwel!'

De vader opende verontwaardigd zijn mond om die brutale man op zijn plaats te zetten, maar de man had zich al omgedraaid en liep snel weg. Een beetje beduusd vergeleek de vader de kromme oude man, met de nu zo snelle soepele kerel. Toen pas zag de vader de twee gitzwarte paarden een aantal meters bij hen vandaan stonden. Waar voor de duvel kwamen die vandaan? Voor hij het wist, zat de man in het zadel en spoorde hij de paarden aan tot in galop. Als een wervelwind reed de man de stad uit, zijn mantel wapperde wild. Verbaasde uitroepen van de burgers schalde door de straat. Verontwaardigd keken mensen de oude man na.

Zijn mond hing nog steeds open. Toen hij van de schok bekomen was, zag hij dat Nemesis met de stok van de oude man  aan het spelen was. Zijn blik ging van haar naar de kist. De man had zomaar alles achtergelaten? Hij begreep er niets van. Hij naderde de kist en stak zijn hand uit. Hij gleed met zijn ruwe hand over het hout, niet wetend wat te doen. 

Voorzichtig tilde hij de kist op. Die was minder zwaar dan hij gedacht had. Hij nam de kist met zich mee, negeerde de nieuwsgierige blikken van zijn onderdanen en liep richting de stadspoort, naar de weg die terug naar het kasteel leidde.

Hij keek achterom naar zijn dochter. Nemesis speelde vrolijk en onbezorgd met de stok. Ze was zich van geen kwaad bewust.

'kom, Nemesis, we gaan.'

Nu zijn jullie waarschijnlijk benieuwd wat dit geschenk nu inhield. Ik zal jullie vertellen wat er in deze kist zat, maar dat is een lang verhaal.

NemesisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu