How it all began.

104 5 0
                                    

Chapter 1.

'JASMINEEE ! KIJK ...' Mijn stem sterft weg, ik sta als het ware vastgenageld aan de grond. Tranen stromen over mijn wangen. 'Jasmine...' komt er zacht uit mijn mond. De bestuurder stopt, ik ben in shock. Mijn handen trillen, tranen blijven maar stromen. Ik zak op mijn knieën. Ik kruip naar haar toe, en pak haar hand. 'J-j-jasmine...' 'Alsjeblieft, zeg iets.' komt er al snikkend uit mijn mond. De bestuurder van de auto staat al te bellen, waarschijnlijk 112. Er vallen tranen op Jasmine haar gezicht. Ik schud zachtjes aan haar arm. 'Jasmine... alsjeblieft... laat me niet achter hier...'  Ik hoor voetstappen, de bestuurder van de auto loopt naar me toe, en begint te praten. Ik heb geen idee wat hij zegt, ookal praat hij Nederlands, het dringt niet tot me door. Niet veel later hoor ik een sirene, en word er een deken om mij heen geslagen, ik word opgetild, en een aantal mensen leggen Jasmine op een brancard. Ik word in de ambulance op een stoel gezet, naast de plek waar Jasmine ligt, onder een deken, haar hoofd zie je nog wel. Haar ogen zijn nog steeds gesloten... Een ambulancebroeder is met van alles bezig. Er zit nog iemand naast me, maar het enige wat ik kan doen is huilen. Tranen stromen over mijn wangen, met hoge snelheid rijden we weg. Er praat weer iemand tegen me, ze zeggen iets over een shock, en er is iets met Jasmine. Ik kijk naar haar en blijf haar hand vasthouden, die voelt heel koud aan. 

 Zodra we bij het ziekenhuis zijn aangekomen gaat alles heel snel. Jasmine wordt naar buiten gereden, en snel door de gang naar een kamer, ik ren er achter aan. 'J-j-j-jasmineee!' roep ik door de gang. Een zuster houdt me tegen, 'kom jij maar even met mij mee.' zegt ze vriendelijk. 'M-m-m-maar Jasmine dan?' vraag ik snikkend. 'Er zijn andere dokters bij haar, we moeten afwachten nu.' De zuster neemt me mee een andere kamer in. Ze stelt me wat vragen, en geeft me wat tissues. Jasmine haar ouders worden gebeld, en ook die van mij. Ik tril nog steeds. 'Probeer eens wat rustiger te worden.' wordt er tegen me gezegd. Hoe kan ik nu rustig zijn, terwijl Jasmine misschien wel ligt te sterven? Mijn moeder komt naast me zitten, en pakt mijn hand vast. Ze wrijft met haar duim over mijn hand heen en probeert me rustig te krijgen. Veel helpt het niet. Ik krijg een bekertje water aangereikt van mijn vader, en drink die in één keer leeg. Er komt een andere dokter binnen, en hij kijkt nogal ernstig. 'Ik moet jullie verdrietig nieuws mededelen.' het is even stil. 'Jullie vriendin heeft het niet gehaald...' alles om me heen lijkt te vervagen, wat er daarna gebeurt weet ik niet, alles draait voor mijn ogen. Opnieuw komen er tranen, heel veel tranen. Mijn beste vriendin, mijn onbiologische zus, degene die er altijd voor me was en me begreep... Ze is weg... De dood heeft haar meegenomen. Mijn ademhaling wordt steeds onregelmatiger. Ik begin te hyperventileren. 'NEEEE J-J-JASMINEE KOMM TERUG.' schreeuw ik. Ik ren de kamer uit, en loop de kamer binnen waar ze Jasmine daarnet naar binnen reden. Ik schrik, haar gezicht is bleek, en haar ogen zijn dicht. Haar ouders staan langs haar bed, mijn ouders komen ook gauw de kamer binnen. Huilend ga ik naast het bed staan. Ik durf eerst haar hand niet aan te raken, maar pak hem dan uiteindelijk toch. Minuten lang sta ik daar, huilend naast het bed, waar nu Jasmine ligt... Ik voel pijn, pijn van binnen. Pijn in mijn hart, het voelt alsof het uit elkaar scheurt. Tranen vallen op het bed, op haar hand. Ik hou haar koude hand vast. Ik voel dat er iemand aan mijn schouders trekt, en me wil weg halen uit deze kamer. 'N-n-nee. Laat me hier b-b-blijven.' zeg ik al huilend. Ik hoor de voetstappen langzaam wegvagen, Jasmine haar ouders lopen de kamer uit, gevolgd door mijn ouders. Ik pak een stoel en ga naast het bed zitten, ik blijf haar hand vast houden. Er gaat van alles door me heen, pijn, verdriet, Jasmine was mijn rots, degene die me overeind hield wanneer het niet meer ging. En nu... Ze is er niet meer...

 Huilend val ik in slaap naast haar bed, haar hand blijf ik vast houden. Ik wil haar niet kwijt, zij is de enige die me kende zoals ik was. De enige bij wie ik mezelf kon zijn, de enige waarbij ik me vertrouwd voelde, alleen zij begreep me. Ze was de enige die er altijd voor me was, al belde ik haar midden in de nacht wakker... Ik voel dat iemand me aanraakt, en optilt. Ik doe mijn ogen open, 'Neeee zet me neer' roep ik. 'Ik wil bij haar blijven!' komt er nog net achteraan, daarna barst ik weer in tranen uit. 'Sorry Olivia, dat gaat niet, ze leeft niet meer... Het is over...' zegt mijn vader zacht. Huilend draagt hij mij de ziekenhuiskamer uit, ik maak heel zijn T-shirt nat, ik word in de auto gezet. Mijn lichaam werkt niet mee, ik voel pijn. She was my other half, and now she is gone... Mijn moeder zit al in de auto, en pa stapt ook in. Huilend ga ik op de achterbank liggen, het enige wat ik kan is huilen. Mijn moeder kijkt me aan, ook bij haar zie ik tranen rollen. Ze zegt zacht iets tegen me , ik versta het alleen niet... 

Did I do something wrong?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu