Hoofdstuk 1

17 1 1
                                    

Langzaam bereikt het koude zeewater mijn voeten waardoor mijn hakken dieper in het zand zakken. Het is een vertrouwd en tegelijkertijd een bekend gevoel. Met mijn slippers in mijn hand loop ik langs het koude water. De zon staat laag waardoor er een rode gloed rust over de zee. Eigenlijk geeft het een best mooi effect. Het strand is zoals altijd rustig om dit uur en het enige wat je hoort zijn de golven die tegen elkaar op botsen en wat meeuwen die over vliegen. Ik heb mijn zonnebril op mijn hoofd gezet zodat mijn haar niet voor mijn ogen waait door de wind. Vanuit de verte hoor ik hard geblaf. Welke idioot neemt zijn hond nou mee op een tijdstip waar het strand op zijn mooist is? Oh wacht... Ik!
"Kyra, wat heb je gevonden Meis?" Kyra kwispelt enthousiast met haar zwarte staart als ze merkt dat ik haar kant op loop. Haar tong hangt uit haar bek en ze kijkt me vrolijk aan met haar diepbruine ogen. Altijd als ik erin kijk verschijnt er automatisch een glimlach op mijn gezicht. Ik heb Kyra uit het asiel gehaald toen ze een pup was. Een Berner Sennen pup dat verwaarloosd achter was gelaten. Haar oogjes hadden me smekend aangekeken en ik was gelijk verkocht.

"Wat heb je dan?" Ik sta naast mijn grote hond die nog steeds enthousiast staat te kwispelen. Ik duw Kyra wat opzij en zie een klein krabbetje dat zijn scharen beschermend boven zijn hoofd houd. Ik rol met mijn ogen en trek Kyra mee aan haar halsband.
"Kom lopen, straks is je neus weer kapot." Ja het was niet de eerste keer dat Kyra een krab lastig viel.

De zon staat nu nog lager dan eerst en ik weet van mezelf dat ik hier nog uren kan lopen. Ik heb het geluid van de zee altijd al heerlijk gevonden om naar te luisteren, niet te vergeten de prachtige kleuren in de lucht te benoemen. Als het mooi weer is loop ik hier bijna elke avond met Kyra. Het is heerlijk om hier te lopen, al is het alleen maar om je hoofd even leeg te maken. Maar helaas begint de zon te verdwijnen in het water en moet ik toch echt richting mijn auto. Ik vind het strand leuk hoor... Zolang ik er iets van kan zien. In het donker lijkt het me dood eng. Ik loop richting de duinen aangezien ik mijn auto erachter heb geparkeerd. Ik hoef Kyra niet eens te roepen. Ze huppelt vrolijk achter me aan met een stok tussen haar kaken geklemd. Ik haal mijn zonnebril van mijn hoofd en hang hem aan mijn shirt. Mijn haar waait gelijk voor mijn gezicht waardoor ik zucht. Vlug bind ik het elastiekje om mijn lange blonde haren en binnen no time zit er een vlotte staart in mijn haar. Met een soepele beweging doe ik mijn slippers aan en graai ik de autosleutel uit mijn broekzak. De auto maakt een bliepgeluid en ik open het portier van de auto. Kyra springt op de stoel en gaat netjes zitten, gelukkig zonder stok. Met een klap is het portier dicht en loop ik richting het mijne. Als ik zit open ik alle ramen en laat ik het dak zakken. Ik start de motor, zet hem in de eerste versnelling en rijd de weg op. Kyra's oren waaien naar achter en haar tong gaat gezellig mee. Ik moet lachen bij het aanzicht en aai haar over haar kop. "Je was braaf! Gaan we naar huis?" Ze draait haar kop naar me om en kijkt even mijn kant op. Maar al gauw gaat haar aandacht weer naar de wind die door haar dikke vacht waait. De weg is niet heel druk wat ik ergens wel fijn vind. Als het wel druk is zou ik mijn dak weer omhoog moeten doen omdat ik dat anders eng vind met Kyra. Ze luistert super, daar ligt het niet aan. Ik moet er gewoon niet aan denken dat ze eruit zou springen en overreden zou worden. Kyra is de enige die voelt als familie voor me. Oké dat lieg ik, oma Corrie mag ik absoluut niet vergeten. Ik heb drie jaar bij haar gewoond. Van mijn vijftiende tot mijn achttiende. Daarna ben ik op kamers gegaan met mijn beste vriendin Emma waar ik nu nog steeds woon. Ik kreeg Kyra van mijn oma toen ik net bij haar introk. Ze vertelde me dat een hond uit het asiel en ik veel gemeen zouden hebben. Eerst snapte ik dat niet, tot de dag dat we naar het asiel gingen. Het was een kil gebouw waar niet veel kleur in zat. Oma en ik hoorde vooral gepiep en hoog geblaf. Mijn oma liep voorop de gang in met allemaal kooitjes. Alle pups zaten met hun snuit tegen de tralies aan behalve Kyra. Kyra zat ook voor de tralies maar was de enige die geen geluid maakte, ze piepte of blafte niet. Ze keek me alleen maar aan. Oma had me geroepen om me een klein teckeltje te laten zien maar ik was blijven staan. Afwachtend op wat de Berner Sennen pup zou doen. De pups naast haar rende rondjes en maakte geluid om aandacht te krijgen terwijl zij stil bleef zitten en elke beweging van mij in zich opnam. Ik was naar haar toegelopen en voor de tralies op mijn hurken gaan zitten. Ze had haar kleine tongetje uit haar bek laten hangen en me met diepbruine oogjes aangekeken. De verzorger vertelde ons dat ze haar hadden gevonden langs de snelweg. Ze was vastgebonden aan een lantaarnpaal en zwaar ondervoed. De verzorger noemde het ook wel verwaarloosd. Daarom had ze ook zo stil gezeten, ze was aandacht niet gewend. Toen had ik begrepen wat oma bedoelde. Mijn vader zit al zolang als ik me kan herinneren aan de drugs en mijn moeder is bij hem weggegaan zonder mij met haar mee te nemen. Wat ik tot op de dag van vandaag nog steeds niet snap. Ik was elf toen mijn moeder weg ging en sinds dien ging het alleen nog maar slechter met mijn vader. Hij vergat soms zelfs het feit dat hij een dochter had. Hij zag me meer als een schoonmaakster of zijn boksbal. Als ik iets uit de vaatwasser liet vallen kreeg ik klappen of ging ik zonder eten naar bed, wat ik vaak zelf had moeten koken. Mijn oma, de moeder van mijn moeder, nam me in huis toen ik vijftien was omdat ik bijna in het ziekenhuis lag door mijn vader. Begrijp me niet verkeerd, het is een schat van een vrouw en ze heeft me waarschijnlijk gered, maar ze voelt niet als familie. Mijn oma deed vaak haar best om me thuis te laten voelen maar ook ik was de aandacht niet gewend en was bang. Bang dat als ik me er thuis zou gaan voelen of mijn oma toe zou laten me als een kleindochter te zien, het mis zou gaan. Dat ook zij me niet meer zou willen.

Ik schrik op uit mijn gedachten als mijn telefoon gaat. Op het scherm verschijnt de naam Emma en ik neem vlug op.

"Vertel het eens?" met een hand aan het stuur en de andere om mijn telefoon geklemd neem ik op.

"Ik heb dus niet zo heel veel zin om te koken... Chineesje pakken?" Emma's stem klinkt zeurderig maar wel speels. Waardoor ik hardop begin te lachen.

"Is goed ik ben er bijna." Met die woorden hang ik op en druk het pedaal onder mijn voet iets verder in. Emma en ik hebben een appartement in Den Haag, zij studeert daar en ik... Tja ik wou weg bij mijn oma. Wat inhoud dat ik geen vervolg opleiding heb gevolgd. Niet dat ik het erg vind, ik geniet van het studenten leven van Emma. Ze neemt me altijd meer naar feestjes dus heel veel mis ik niet. Ik verdien mijn zakgeld door in de horeca te werken en soms wordt ik ingehuurd in kleine cafe's. Niet om te bedienen maar om muziek te maken. Het is niet veel maar wel genoeg om het appartementje te kunnen huren.

Ik parkeer de auto in de volle straat en wacht tot het dak weer op zijn oude positie is. Ik laat Kyra uit de auto springen en loop richting de deur van het appartementencomplex. De deur maakt een piepend geluid zodra hij open gaat. Kyra rent de trap op richting nummer 3. Gelukkig wonen we op de eerste etage en zijn het maar drie trap tredens. Ze is netjes voor de deur gaan zitten, wachtend tot ik de sleutel in het slot steek zodat ze Emma kan begroeten. De deur gaat met een klik open en Kyra rent gelijk naar Emma toe.

"Hey meissie!" Emma aait het beestje over haar kop en glimlacht.

"Zo fijn dat je ook blij bent om mij te zien!"

"Ik ben altijd blij om jou te zien Dionne, dat weet je."

Horrible in loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu