Ik liep door de wereld.
Ik had geen items.
Ik moest survivalen .
Het werd nacht.
Ik moest snel weg.
Maar ik zag een skeleton
Hij schoot een pijl op mij.
Ik kon net weg springen.
Ik sloeg hem.
Hij maakte een kraak geluid.
Ik sloeg hem nog een keer.
Weer dat geluid.
Hij schoot nog een pijl op me.
Raak!
Ik was een hart kwijt.
Ik sloeg hem nog een keer.
Weer dat geluid.
Ik sloeg hem weer.
Hij viel neer.
Hij was dood.
Ik zag twee botten liggen.
Ik pakte ze.
Het was weer licht.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Ik zag een wilde hond.
En nog een paar.
Het was een roedel van vier dieren.
Ik dacht ze gaan me aanvallen.
Eentje kwam naar mij toe.
Het was een puppy.
Ik dacht die zijn niet gevaarlijk.
Maar de hele roedel kwam naar mij toe.
Snel voerde ik de puppy.
Ineens zag ik allemaal hartjes om hem heen.
Ik liep verder.
Maar inboorde voetstappen.
Ik keek.
Het was de puppy.
Hij volgde me.
Hij was tam.
Ik liep gewoon door.
Het werd weer nacht.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Ik zag een kip.
Ik liep er heen en sloeg het.
De puppy kwam rennend naar de kip.
Hij beet hem.
De kip was dood.
Hij liet geen goeie items vallen.
Dus ik liep verder.
Ik zag een spin.
Ik sloeg hem.
De puppy viel ook aan.
De spin was dood.
Hij lied alleen een touw achter.
Die had ik niet nodig.
Het werd wat lichter.
Het was dag.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Ik liep met de puppy gewoon rond.
Ik zag een meer.
